|
— Links: de memoires van Dave Van Ronk (†), midden: een conversatie tussen Ken Loach en Édouard Louis, rechts: autofictie van Flor Vandekerckhove. — |
Ken Loach, Édouard Louis en Dave Van Ronk (†) zijn cultuurdragers en ze dragen het hart links. Doordat we dezelfde politieke komaf delen, voel ik me met hen verwant. (°) Hebben we voor de rest nog iets gemeen? Wat me meteen opvalt: bij tijd en wijle stappen die drie uit het reguliere culturele circuit waarvan ze nochtans afhangen om hun bete broods te verdienen. Édouard Louis zegt daarover in Dialoog over kunst en politiek (°°): 'Cultuur — de legitieme cultuur — wordt toch in de eerste plaats bepaald door de schrijnende afstand tussen degenen die er wel en degenen die er geen toegang tot hebben?'
Bij tijd en wijle uit het reguliere culturele circuit stappen, is 't daaraan dat je linkse cultuurproducenten herkent en niet — het verwondert je misschien — doordat ze per definitie ‘linkse verhalen’ zouden vertellen. 'De verbeelding ontsnapt aan iedere dwang en laat zich buigen noch wringen. Aan degenen die ons een discipline op willen dringen antwoorden wij: volkomen ongebondenheid voor de kunst.' (°°°) ’t Zijn woorden uit een manifest van André Breton en Leon Trotski. In de fifties verkiest Trotski’s geestesgenoot, singer-songwiter Dave Van Ronk↗︎, zelfs expliciet om géén linkse verhalen te schrijven: 'Zelf was ik altijd bereid om naar een meeting, demonstratie of benefiet voor dit of dat te gaan, en daar mijn liedjes te zingen, maar ik heb heel weinig politiek materiaal gedaan. Het paste niet bij mijn stijl en ik heb nooit het gevoel gehad dat ik het overtuigend deed. Ik had gewoon niet dat soort stem of dat soort présence. Bovendien: hoewel ik een zanger ben en stevige politieke opvattingen heb, voelde ik aan dat mijn politiek niet relevanter voor mijn muziek was dan ze dat zou zijn voor het werk van een andere vakman. ’t Is niet omdat je een meubelmaker bent en links, dat je linkse kasten moet maken.' (°°°°) Dat zegt ook Ken Loach: 'Kunst zou moeten zijn wat ze wil zijn. Ze zou moeten zijn wat de verbeeldingskracht voortbrengt, nietwaar. Als je zegt ‘kunst zou zus moeten zijn’ of ‘kunst zou zo moeten zijn’ dan help je volgens mij de creativiteit om zeep.' Wat Édouard Louis↗︎, Ken Loach↗︎ èn Dave Van Ronk dus in eerste instantie gemeen hebben is dat ze hun werk bij tijd en wijle aan het reguliere circuit onttrekken. Édouard Louis: 'Ik zie dat niet als iets extra’s, als een activiteit naast het creatieve proces, maar eerder als een methode, een algemene ethiek van het creëren — een altruïstische, strijdlustige ethiek, die tot doel heeft op zoveel mogelijk plaatsen rechtvaardige ideeën te lanceren.' Ook Ken Loach leidt zijn producten naar plekken buiten het reguliere circuit. Voor I, Daniel Blake en Sorry We Missed You, zegt hij: '(…) hebben we voorstellingen georganiseerd voor gemeenschappen die minder toegang tot de bioscoop hebben, de film is vertoond in vergaderzaaltjes van vakbonden, zelfs in kerken en in ruimtes boven pubs, plaatsen waar het mogelijk was films gratis te zien; ook hebben we entreegeld gedoneerd om een politieke campagne en een filantropisch project te ondersteunen, allemaal in regio’s en steden waar de mensen niet naar filmhuizen gaan (…) Er werden bijna zevenhonderd van dergelijke voorstellingen georganiseerd toen I, Daniel Blake uitkwam. En dat is een volledig nieuw gegeven, eerst gebeurde zoiets niet, zie je, een film buiten een bioscoop vertonen, dat is geweldig.' Met hen deel ik dat verlangen. Zij doen het door hun werk naar meetings, demonstraties of benefieten te brengen, hun werk te declameren in vergaderzaaltjes van vakbonden, in kerken en in ruimtes boven pubs… Mij tref je nergens aan, ik ben een luie donder (niet dat ik ergens gevraagd word hoor.) Mijn manier heet De Weggeefwinkel, iets wat anarchisten me geleerd hebben. (En 't scheelt natuurlijk ook dat ik een pensioentje heb en voor mijn inkomen niet van de verkoop afhankelijk ben.) Wat ik met De Weggeefwinkel bereik heeft uiteraard niet de impact van Dave Van Ronk, Édouard Louis en Ken Loach; dat zijn grote kunstenaars — Over Van Ronk hebben de Coen brothers een film gemaakt, Édouard Louis is een literaire ster, Ken Loach is een gelauwerde van Cannes — en ik ben een minor writer, maar wie doet wat hij kan…
Flor Vandekerckhove↗︎
(°) Édouard Louis in DS (23 april 2022): ‘Zelf sta ik dicht bij Jean-Luc Mélenchon en Philippe Poutou (…) Als scholier was ik lid van de Nouveau Parti Anti-Capitaliste, maar dat was niet altijd makkelijk. Ik heb moeite met de collectieve dynamiek in een partij (…)’. Voor Ken Loach: https://florsnieuweblog.blogspot.com/2018/04/handen-af-van-ken-loach.html. Voor wat betreft Dave Van Ronk: https://www.wsws.org/en/articles/1998/05/dvr-m07.html
(°°) Édouard Louis & Ken Loach. Dialoog over kunst en politiek. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. 68 pp. De Bezige Bij A’dam. 2021.
(°°°) https://www.marxists.org/francais/trotsky/oeuvres/1938/07/lt19380725c.htm
(°°°°) Dave Van Ronk: The Mayor of MacDougal Street. Da Capo, 2005. Het boek werd na het overlijden van Dave afgewerkt door Elijah Wald. De Coen Brothers gebruikten deze memoires als hun voornaamste inspiratiebron bij het maken van de film Inside Llewyn Davis (2013). Iets wat de cover van het boek dan ook met trots vermeldt.
In Gauw! vertel ik in 113 bladzijden het verhaal van mijn kindertijd in Bredene. Hoe heb ik jaren 50 in Vlaanderen ervaren?
Het boek is gratis (e-boek, PDF, inmiddels al de derde, geheel herziene editie.) Nu ook met een voorwoord van Rolf Hofman.
Het wordt meteen opgestuurd naar elkeen die erom vraagt, het is een geschenk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten