TANIA WANDELT van Licques↗︎ naar Bonningues-lès-Calais↗︎, ze stapt die dag 31 kilometer af. In afwachting dat ik haar daar ’s avonds oppik, bezoek ik havenstad Calais.
Er staan nogal wat monumenten. Ik ontmoet er de plaatselijke kaper Tom Souville en twee keer bots ik op Charles de Gaulle, eerst in ’t gezelschap van Churchill en daarna wandelend met z’n echtgenote. Indrukwekkend is de beeldengroep van Auguste Rodin: zes inwoners, blootsvoets en in boetekleed, strop rond de hals. Ze offeren zich op om anderen te redden: De Burgers van Calais↗︎.
Dankzij de trukendoos van Photoshop neem ik een van die burgers met me mee naar ’t strand. Samen kijken we uit over ’t Nauw van Kales↗︎, nauwste zeestraat van ’t Kanaal. Aan de einder: de krijtrotsen van Dover, nauwelijks 40 kilometer ver. Wie hier staat begrijpt de hardnekkigheid waarmee migranten de sprong blijven wagen. Na een reis van duizenden kilometers is daar nu eindelijk, binnen oogbereik, het beloofde land↗︎. En zo komt het dat zich in de omgeving van Calais vandaag 2000 haveloze mensen↗︎ ophouden, zonder enige vorm van onderdak en zonder hulp van de overheid, zonder de accommodatie die er vroeger wel was. Ze wachten tot wanneer ze de kans schoon zien.
Er zijn mensen die zich over hun lot ontfermen, enkelingen die de publieke opinie uitdagen en het neerbuigende gepraat van de goegemeente trotseren. Voor mij zijn die hulpverleners de hedendaagse Burgers van Calais. ’t Zijn onder meer burgers die van mijn geboortestad Oostende naar Calais afzakken en van mijn thuisgemeente Bredene — zelfs uit mijn straat. Zij offeren zich al jaren op om die 2000 van kleren en voedsel te voorzien, daden die indruisen tegen wat anderen ‘het gezond verstand’ noemen. Aan die humanisten draag ik deze post op, want ook in deze geldt: wie één leven redt, redt de hele wereld. Ik doe dat ook omdat ik me ervan bewust ben hoezeer mijn eigen situatie inwisselbaar is met die van zo’n migrant; Italo Calvino ziet dat ook:
Dankzij de trukendoos van Photoshop neem ik een van die burgers met me mee naar ’t strand. Samen kijken we uit over ’t Nauw van Kales↗︎, nauwste zeestraat van ’t Kanaal. Aan de einder: de krijtrotsen van Dover, nauwelijks 40 kilometer ver. Wie hier staat begrijpt de hardnekkigheid waarmee migranten de sprong blijven wagen. Na een reis van duizenden kilometers is daar nu eindelijk, binnen oogbereik, het beloofde land↗︎. En zo komt het dat zich in de omgeving van Calais vandaag 2000 haveloze mensen↗︎ ophouden, zonder enige vorm van onderdak en zonder hulp van de overheid, zonder de accommodatie die er vroeger wel was. Ze wachten tot wanneer ze de kans schoon zien.
Er zijn mensen die zich over hun lot ontfermen, enkelingen die de publieke opinie uitdagen en het neerbuigende gepraat van de goegemeente trotseren. Voor mij zijn die hulpverleners de hedendaagse Burgers van Calais. ’t Zijn onder meer burgers die van mijn geboortestad Oostende naar Calais afzakken en van mijn thuisgemeente Bredene — zelfs uit mijn straat. Zij offeren zich al jaren op om die 2000 van kleren en voedsel te voorzien, daden die indruisen tegen wat anderen ‘het gezond verstand’ noemen. Aan die humanisten draag ik deze post op, want ook in deze geldt: wie één leven redt, redt de hele wereld. Ik doe dat ook omdat ik me ervan bewust ben hoezeer mijn eigen situatie inwisselbaar is met die van zo’n migrant; Italo Calvino ziet dat ook:
‘(…) hij ziet hoe iemand op een plein een leven leidt of een moment beleeft dat van hem had kunnen zijn; in plaats van die man had hij daar nu kunnen zijn als hij zoveel eerder in de tijd stil was blijven staan of als hij zoveel eerder niet die ene weg was ingeslagen maar die in tegenovergestelde richting en zich dan na lange omzwervingen zou blijken te bevinden op de plaats van die man op dat plein. Nu is hij inmiddels uitgesloten van dit echte of hypothetische verleden; hij kan niet stoppen, hij moet verder gaan tot aan een andere stad waar hem een ander verleden wacht, of iets wat misschien een mogelijke toekomst voor hem was geweest en nu het heden van iemand anders is. (…)’ (°)
(°) Geciteerd uit Italo Calvino. De onzichtbare steden↗︎. L.J. Veen Klassiek A’dam/A’pen. Veertiende druk 2013. Oorspronkelijk Le città invisibili, 1972. Nederlandse vertaling Henny Vlot.
Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten