HALVERWEGE 2018 begin ik aan een zoektocht naar een jeugdmakker, Waar is Sokètje?⇲, De jongen heeft enige tijd in Bredene verbleven en in Oostende school gelopen. Vijftien dagen later weten we al iets meer, maar we hebben hem nog niet gevonden, dus stel ik daar nogmaals de vraag: Waar is Soketje (2)⇲, jongen waarvan we tegen die tijd dachten te weten dat hij José Decraemer heette. Ook op die herhaalde vraag krijg ik geen bevredigend antwoord. Een jaar later probeer ik het nog eens, op 12 juli 2021 post ik Nog steeds op zoek naar…⇲. Vergeefs!
We zijn nu bijna vijf jaar verder en ik buig het hoofd, ik erken de nederlaag en rond de zoektocht af. Maar niet voor ik een ultieme poging onderneem. Ik doe ’t aan de hand van een documentje dat niets met Sokètje te maken heeft. Van Jef Passchyn⇲ ontving ik een lijst die ‘Toekomstplannen’ heet. Het betreft namen van laatstejaars in ’t college in Oostende, opgesteld op 7 mei 1968, waarin ze meedelen waar ze na afronding van dat jaar heen willen. Sokètje (José? Decraemer?) staat daar niet bij — tenzij ik over hem heen lees, tenzij hij feitelijk anders heet en hij daar toch op staat. Misschien is hij een jaar eerder afgestudeerd of een jaar later, misschien hebt u soortgelijke lijst uit 1967 liggen of een uit 1969; misschien staat zijn naam daar wél vermeld, misschien dit, misschien dat. (En misschien beleeft u gewoon plezier aan die lijst omdat uw naam erop voorkomt.)
U merkt het, het toevoegen van die lijst is soortement wanhoopspoging, ’t is in deze zoals wijlen mijn ex-schoonvader placht te zeggen: je weet maar nooit hoe een koe een haas vangt.
Flor Vandekerckhove⇲
We zijn nu bijna vijf jaar verder en ik buig het hoofd, ik erken de nederlaag en rond de zoektocht af. Maar niet voor ik een ultieme poging onderneem. Ik doe ’t aan de hand van een documentje dat niets met Sokètje te maken heeft. Van Jef Passchyn⇲ ontving ik een lijst die ‘Toekomstplannen’ heet. Het betreft namen van laatstejaars in ’t college in Oostende, opgesteld op 7 mei 1968, waarin ze meedelen waar ze na afronding van dat jaar heen willen. Sokètje (José? Decraemer?) staat daar niet bij — tenzij ik over hem heen lees, tenzij hij feitelijk anders heet en hij daar toch op staat. Misschien is hij een jaar eerder afgestudeerd of een jaar later, misschien hebt u soortgelijke lijst uit 1967 liggen of een uit 1969; misschien staat zijn naam daar wél vermeld, misschien dit, misschien dat. (En misschien beleeft u gewoon plezier aan die lijst omdat uw naam erop voorkomt.)
U merkt het, het toevoegen van die lijst is soortement wanhoopspoging, ’t is in deze zoals wijlen mijn ex-schoonvader placht te zeggen: je weet maar nooit hoe een koe een haas vangt.
Flor Vandekerckhove⇲
EEN MOMENT LANG blijkt het nog te lukken ook. Jef Passchyn heeft blijkbaar wel meer documenten liggen die naar jongens van ’t college verwijzen. Enkele uren nadat ik dit stuk gepost heb, stuurt hij me 1 en ander op, zo ook de schooluitslag van de derde Latijns-Griekse klasse b in 1964-65. Daarin staat vermeld: Decramer Johan, jongen waarvan we dachten dat hij José Decraemer heette. Een opening! Ik zie dat twee Johan Decramers een FB-pagina hebben. Ik neem contact op, maar helaas, geen ervan blijkt de Johan Decramer te zijn die wij zoeken. En dan vindt Jef Passchyn opeens een telefoonnummer in Roeselare! (Vervolgt hopelijk.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten