zondag 9 maart 2025

Hoed u voor de kleine pieterman


’T IS NIET voor het eerst dat iemand me op de gevaarlijke kleine pieterman wijst, klein maar bijzonder giftig visje dat zich onder ’t zand in ondiep zeewater ophoudt. Blootsvoets wadend in de branding wil je dat beestje echt niet storen, brandende pijn wordt dan je deel, iets wat weken kan aanhouden. 
Waden in de branding lijkt iets voor softies, maar in werkelijkheid is ‘t voor waaghalzen. Netelende kwallen zijn evenmin om te lachen. En er is de waternikker die onverwachts kan toeslaan, daar zijn veel getuigenissen van. Onderschat ook de overdadige aanwezigheid van glasscherven niet, een menselijke bijdrage tot de strandnatuur. ’t Gevaarlijkst, vind ik, zijn de strandhoofden — die we verkeerdelijk golfbrekers noemen — ieder jaar glij ik erop uit, ieder jaar hou ik er een opengereten knie aan over en een buil op mijn hoofd, uitgenomen in 2023.
Al die gevaren weerhouden me er niet van om het te blijven doen. Van zodra het weer het toelaat, trek ik bij eb mijn schoenen uit en waad door de branding tot aan de strekdam. Daar verpoos ik een wijl tegen zo’n steenklomp die de boel rechthoudt. Soms doe ik er een tukje, meestal lees ik een stukje. Veelal is dat iets van A.L. Snijders, maar omdat ’t vandaag eenendertig jaar geleden is dat Charles Bukowski overleed, kies ik voor iets van de Dirty Old Man. Al gauw valt mijn oog op een lijn waarmee ik dit stukje over de gevaren van het waden wil afronden: ‘You have to die a few times before you can really / live.’ (°) Charles Bukowski leeft, al is hij dood !
Flor Vandekerckhove 

(°) Uit de dichtbundel The People Look like Flowers at Last, de laatste in een reeks van vijf boeken met nooit eerder gepubliceerde poëzie van Bukowski. In deze gedichten heeft hij het over onderwerpen die variëren van oorlog en vaderschap tot verloren liefde en de angst voor de dood. 320 pagina's, Uitg. Ginco. 2007.

1 opmerking:

Anoniem zei

Voorzichtig hé vuurtoren held we willen jou nog graag hemel lang bij ons in Oostende nog tijd genoeg om bij Arno te drijven op zee want koppige potjes gaan niet snel kopje onder wèje ...