Links: drie huizen op de Baelskaai Oostende (maart 2019), van links naar rechts: 1 Compas, toebehoren voor zeil- en scheepvaart (Lambrecht); 2 het huis met gesloten witte luiken is de buurtwinkel annex visserscafé, ‘Kurkenzak', ook bekend als ’t Veegeetje (Simonne Vincent); 3 het huis rechts was ooit het bureau van SAIT, Ines, Radio Holland, de plek waar Hubert Steen (†9 juni 2019) scheepsradio’s herstelde. (Foto Marc Ryckaert, detail van een bredere foto op Wikimedia Commons⇲.) De prachtige panoramafoto rechts (maart 2024) is van Roland François⇲. Met dank aan al degenen die hielpen bij het correct situeren van dezelfde plek op beide foto’s. |
Toen ik m’n toiletkast op orde zette, zag ik dat ik oorstokjes mankeerde. Voor ’t eerst ging ik naar de buurtwinkel (°) van Simonne Vincent⇲. Omdat de winkelvoorraad op was, leende Simonne me enkele van haar eigen oorstokjes. Dat vond ik vreemd, maar ik was, zoals gezegd, nieuw op de kaai en dacht: hier voelen mensen zich nog betrokken. Terwijl ik dat aan ’t overdenken was, zag ik dat er aan zo’n stokje oorsmeer hing. Wie weet, dacht ik, waar zij die dingen al ingestoken heeft. Ik schoof de oorstokjes weer naar Simonne en zei stilletjes: ‘Mevrouw, er hangt oorsmeer aan.’ Ze keek aandachtig en gaf ze me weer. ‘Neen hoor,’ zei ze, ‘’t zijn oude stukjes feromoon.’ Omdat ik niet wist of feromoon⇲ op oorsmeer lijkt, zei ik er niets meer van. Ik kocht ook een tweedehands hasjpijpje voor niet veel geld. ‘Alleen gebruikt,’ zei Simonne, ‘om er ’s zondags mee naar de kerk te gaan.’ Nog dezelfde avond stak ik aan de Halve Maan⇲ een pijpje op, waardoor ik daar getuige werd van de mooiste zonsondergang ooit.
(°) Dat er achter de winkel een café was, wist ik in 1988 nog niet, ook omdat die kroeg - ’t Veegeetje, zo genoemd naar de spaarzegels VéGé⇲ in de winkel van Simonne - het best bewaarde geheim van Oostende was. In 1991 wist ik al meer, ik schreef toen een verhaal, Het zwarte café, dat door 't Veegeetje geïnspireerd werd. In dat verhaal omschrijf ik de kroeg als ‘een café zonder naam, midden op de kaai, weggestoken achter een winkeltje. Je komt er maar binnen nadat je een garagepoort geopend hebt en achter de garage een koertje oversteekt. Niemand weet van het bestaan ervan, behalve enige honderden vissers, enkele tientallen vislossers, enige smeden, lassers en nettenbreiers.’ Het verhaal verscheen toen in de bundel De smaak van zeewater (1991, uitgeverij Manga). Ik neem me voor om het binnenkort weer ter hand te nemen en er voor De Laatste Vuurtorenwachter een handpalmversie van te maken, ik heb ook nog mooie foto’s van het café. Deze die hiernaast staat, van Jo Clauwaert, dateert van 2015. Je ziet hoe ik mijn verhalen vertel, daarbij begeleid door Noël Warmoes die vissersliederen op de accordeon speelt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten