In de vorige aflevering van deze strip uit 1993 heeft meester Knaken
het hoofd verloren. Dat krijgt nu een ereplaats in de vuurtoren, waar de redactie van Het Visserijblad
gehuisvest is. Zijn geest schijnt daar bovenop de kerstboom, als ster die de
drie andere helden — wijzen? — naar Geewee moet leiden. Het hoofdeloze lichaam van Knaken wordt dan weer als vergadertafel gebruikt.
De Hoofdredacteur zegt
vervolgens tegen de Directeur: ‘Als we Geewee niet gauw vinden, dan zal er
weer niets in Het Visserijblad staan.’ Dat is maar al te waar, weet de Directeur. Omdat hij ook een reder ter
zeevisserij is, zegt hij kordaat: ‘Ik zal
een schip uitraiden.’
Vandaar dat Vliege ons in
het slotprentje kan melden dat de Directeur
zich naar het monsterkantoor begeeft, het kantoor waar matrozen zich laten
aanmonsteren, maar dat in de strip ook een andere betekenis krijgt: een kantoor
bevolkt met monsters.
We verplaatsen nu onze blik naar de aflevering die hieronder staat.
Daar zien we de monsters die
de Directeur in het Monsterkantoor aangeschaft heeft. Het
zijn er drie. De eerste is scheepsjongen Melkmuil. Hij is de zoon van Zwartbaard en hij moet de handen uit
de mouwen leren steken, in plaats van in zijn broek. Matroos wordt Dekzwabber Honderdtuizentfloot. Hij is de broer
van de bekende stripfiguur Tuizentfloot. De bemanning wordt aangevoerd door
Kapitein Zuipschuit, broer van
kapitein Haddock.
En morgen gaan we er weer mee verder.
Flor Vandekerckhove
— Vervolgt — |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten