— Van links naar rechts: Freddy De Vadder (Bart Vanneste, °1970), Lodewijk Bakelandt (1774-1803) en Eddie Vedder (°1964). — |
‘Niet al te groot, maar wel gemaakt, sterk van lidmaten en vaste op zijn beenen. Met betere manieren dan de overige zijner bende, had hij nogthans geheel het wezen zijner makkers : kleene oogskens pinkelden in zijn hoofd, onder groote wenkbrauwen, en diepe rimpels, gelijk van iemand die altijd misnoegd of vergramd of ongerust is, teekenden op zijn voorhoofd, tusschen de bloedaders die, redelijk straf uitkomende, hem een vreselijk uitzicht gaven.’
Deze beschrijving van struikrover Bakelandt staat in het boek van paster Huys. (°) Is het verwonderlijk dat ik daarbij aan het typetje Freddy De Vadder
moet denken?
Op de website
van De Standaard zie ik hoe Freddy een optreden stillegt om
een wildeman uit de zaal te laten zetten. Ik vertel het mijn vriendin, die daar hard om moet lachen. Zij heeft dat filmpje ook gezien. Daar heeft mijn Vadder niets mee te maken, zegt ze. De man die de boel laat stilleggen is Eddie Vedder. Ik verwar de dingen: Freddy, Eddie, Vadder, Vedder… En zij maar lachen.
Net
als Bakelandt ben ik een relict geworden. Het is dan ook maar passend
dat ik dit stukje afsluit met de woorden waarmee pastoor Victor Huys zijn
Bakelandtboek beëindigt: God betere ’t al
!
Flor Vandekerckhove
(*) Baekelandt, of de Rooversbende van het Vrybosch. Eerste druk 1860. Gent, uitgeverij Amand Neut. 357 ps.
P.S.: Het filmpje in kwestie kun je hier bekijken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten