— George Orwell (1903-1950) — |
De laatste twee romans van George
Orwell, De boerderij der dieren (Animal Farm) en 1984 (Nineteen Eighty-Four), zijn ook zijn bekendste. Er werden meer dan 40 miljoen exemplaren van verkocht.
Dat komt mede doordat ze als propaganda verspreid werden: waarschuwingen tegen
het socialisme. Dan is er ook nog de fameuze lijst van Orwell↗︎, waarin hij rode intellectuelen verlinkt. Toch is Orwell tot zijn dood in 1950 zelf
een socialist gebleven. Hoe valt dat te rijmen?
Socialisme is een huis met vele
kamers. In The Road to Wigan Pier↗︎ (1937) omschrijft Orwell andere socialisten als
‘nancy poets’, ‘vegetarians with wilting
beards’, ‘earnest ladies in sandals’, ‘every fruit-juice drinker, nudist,
sandal-wearer, sex-maniac, (…)’ Vooral de communisten moeten het ontgelden:
‘Bolshevik commissars (half-gangster,
half-gramophone)’, en ‘shock-headed Marxists chewing polysyllables’. Mijn
Engels schiet een beetje te kort om dat vlug correct vertaald te
krijgen, maar u begrijpt dat het geen lovende omschrijvingen zijn. De beschrijving van ‘Bolshevik commissars’ als ‘half-gangsters, half-gramophone’ brengt
hij uiteraard uit Spanje mee, waar hij in de burgeroorlog zo’n lieden aan het
werk gezien heeft. Over die ervaring schrijft hij Homage to Catalonia↗︎ (1938), zijn mooiste non-fictieboek. Veel aanhangers van het communisme hebben Orwell daarom een
trotskist genoemd, maar dat slaat nergens op. Orwell verwerpt het marxisme, in
tegenstelling tot de trotskisten staat hij negatief tegenover het bolsjewisme dat
zijns inziens het stalinisme in zich draagt. In zijn Oorlogsdagboeken↗︎ schrijft hij: ‘Similarly, such horrors as the Russian
purges never surprised me, because I had always felt that -- not exactly that, but something like that
-- was implicit in Bolshevik rule. I could feel it in their literature.’
Orwell ziet de toekomst zwartgallig in. Zijn vrees valt
te lezen in Coming Up For Air↗︎ (1939), een roman die opent met
een zin waar ik jaloers op ben: ‘The idea really came to me the day I got my
new false teeth.’ Het hoofdpersonage keert terug naar het geboortedorp (‘I only wanted to get my nerve back
before the bad times begin’). Maar het gevoel van zekerheid dat daar aanwezig was is nu verdwenen. ‘The bad times are coming, and the streamlined men are coming too.’ Die ‘streamlined
men’ komen van overal. Van het Duitsland van Hitler, van het Rusland van
Stalin, maar ook uit Engeland zelve: ‘So you see he is still responding to the training of
his childhood, when he was taught to hate, fear, and despise the working
class.’
Orwell neemt in de socialistische beweging dus een heel
aparte plaats in. Hij lijkt wel het enige lid van de SFP te zijn, een Socialistische Fatsoenlijkheidspartij. In Homage to
Catalonië, schrijft hij: ‘When I came to Spain, and for some time afterwards, I was not only
uninterested in the political situation but unaware of it. I knew there was a
war on, but I had no notion what kind of a war. If you had asked me why I had
joined the militia I should have answered: ‘To fight against Fascism,’ and if
you had asked me what I was fighting for, I should have answered: ‘Common
decency.’ Common decency! Orwell
wil dat het socialisme vermeende aspecten van de British way of life vrijwaart, zoals de ‘gentleness’. Die waarden treft hij in ’t bestaande socialisme niet
aan. Daar is een nieuwe partij voor nodig. Uit wat hij daarover schrijft in The Lion and the Unicorn↗︎ (1941) blijkt dat die
partij toch weer een socialistische moet zijn: ‘One must also add the following: approximate
equality of incomes (it need be no more than approximate), political democracy,
and abolition of all hereditary privilege, especially in education. These are
simply the necessary safeguards against the reappearance of a class-system.
Centralized ownership has very little meaning unless the mass of the people are
living roughly upon an equal level, and have some kind of control over the
government.’ In 1943 schrijft Orwell in As I Please↗︎: ‘Don’t
imagine that for years on end you can make yourself the boot-licking
propagandist (…) and then suddenly return to mental decency. Once a whore,
always a whore.’ Telkens komt
het weer: decency, decency…
Dat Once a whore, always a whore kan echter ook naar hem teruggekaatst worden. De propagandamachine van de Britse staat heeft
van Orwell een succesrijk auteur gemaakt. Mag je het een wederdienst noemen
als hij in 1949 de namen van 35 Fellow Travellers↗︎ aan de Britse overheid doorspeelt? Mij lijkt dat van geen kanten te rijmen met het fatsoen dat Orwell zegt na te streven. (°)
Ook
omdat ik niet nalaat het regelmatig te zeggen, weet u dat ik een militant
trotskistisch verleden met me meedraag. Veel van wat ik daar geleerd heb lijkt
me nog altijd waardevol te zijn. Zoals de
houding tegenover het stalinisme. Je moet dat bestrijden, maar je doet dat in
de arbeidersbeweging en niet door zo’n lieden aan de staat te rapporteren.
(°) De kwestie van Orwells socialisme en zijn medewerking aan de IRD wordt uitvoerig behandeld in het interessante essay George Ofwell en de IRD↗︎.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten