— Tussen kennedy en Luns staat de toren van Babel. — |
Er
is een tijd geweest waarin de aarde van enerlei
spraak was. Zo staat het in de Bijbel en zo is het vlak na de Zondvloed ook
geweest. Het water trekt zich terug, de overlevenden beslissen om een stad te
bouwen ‘en een toren, welks opperste in den hemel zij, en
laat ons een naam voor ons maken, opdat wij niet misschien over de ganse aarde
verstrooid worden!’
Een beetje vreemd is het, dat taalgebruik, met woorden als ‘enerlei’ en zinswendingen als ‘opdat wij niet misschien…’, maar u zult
toegeven dat deze ‘spraak’ ook
vandaag nog door iedereen begrepen wordt. Zo gaat het er dus in die tijd aan
toe: al de mensen verstaan elkaar.
Om redenen die alleen de heilige Geest kent, vindt God die enerlei spraak maar niets. Daarom zegt
Hij tegen Zichzelf: ‘Kom aan, laat Ons
nedervaren, en laat Ons hun spraak aldaar verwarren’.
Zo gezegd, zo gedaan: ‘Alzo
verstrooide hen de Heere van daar over de ganse aarde; en zij hielden op de
stad te bouwen. Daarom noemde men haar naam Babel; want aldaar verwarde de
Heere de spraak der ganse aarde.’
God had beter in Zijn Broek gescheten, want Zijn
taalverwarring veroorzaakte vervolgens veel miserie. En ook wel enkele leuke
momenten.
Zoals die keer dat de Belgische koning Boudewijn zijn
toekomstige echtgenote aan de pers voorstelt. Omdat Gods taalverwarring in
België altijd voor veel politieke deining zorgt, heeft Fabiola een spoedcursus
Nederlands gevolgd. Om het gebeuren een beetje op te fleuren stelt de koning
zijn aanstaande voor tijdens een wandeling. Zo schrijdt het koninklijk
gezelschap statig door het park, gevolgd door een meute journalisten. Opeens
kiest een konijn het hazenpad: ‘Oh kijk,’
roept Fabiola, helemaal in verrukking door het aanschouwen van dat beest, ‘kijk, een lapijn.’
Ook gebeurd tijdens een wandeling in het park, maar dan in
Londen, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daar heeft de Nederlandse
minister-president Gerbrandy een ontmoeting met Winston Churchill. De Brit snuift
de lentelucht op en zegt: ‘Spring is in
the air.’ Gerbrandy, die weet dat Churchill een grappenmaker is, antwoordt
kwiek: ‘Do it yourself.’
Zo’n taalverwarring tussen ’t Nederlands en ’t Engels heeft zelfs
een naam: dunglish, van Dutch en English. De Nederlandse buitenlandminister
Joseph Luns was er een kei in.
In de jaren zestig ontmoet Luns de Amerikaanse president John
Kennedy. Die wil weten wat ’s mans hobby is. Luns zegt trots: ‘I fok horses.’
Kennedy gelooft zijn oren niet en zegt op z'n Amerikaans: ‘Pardon?’ Waarop Luns enthousiast
uitroept: ‘Yes, paarden!’
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten