De triptiek start hier, bij een jongeman voor de rest van het leven getekend door de manier waarop hij ontmaagd wordt. |
eilandje
dagelijks passeer ik
een keer heen en een keer weer
op mijn tocht doorheen de stad
het huis met nummer 144
en voor de voordeur van het voorhuis
groeit een grasspriet
waarrond zich een stoepgraszode vormt
waaraan schrale noordoostenwinden
en natte noordnoordwestenwinden
vanuit zee
gierend zand aanvoeren
dat van heinde en verre komt
om er een eilandje van te maken
waarop zich de kleintjes vestigen
die ik kabouters noem
hoewel de naam onzeker is
een keer heb ik me naar hen toe gebogen
om het hun te vragen
maar omdat zo’n vraag geen antwoord kent
doe ik dat niet meer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten