maandag 29 maart 2021

Nieuwe lente, nieuw geluid



Omdat ik toch niets beters te doen heb, denk ik al eens na over de evolutie van mijn letterkundig oeuvre. Zo ook over het provovers, een door mijzelf bedacht genre dat het midden houdt tussen poëzie en proza. De strakke vorm ervan bepaalt o.m. dat het uit exact honderd woorden bestaat. Al denkend vraag ik me af hoe een mens dan nog eens een lang gedicht kan maken. Daar heb ik nu — eveneens al denkend — iets op gevonden: ik maak een triptiek, bestaande uit drie afzonderlijke provoverzen, dus uit drie keer exact honderd woorden. Zoals bijvoorbeeld in dit gedicht dat uiteindelijk zelfs 'triptiek' zal heten. Het eerste luik staat hier, het tweede daar en het derde staat hieronder. Morgen presenteer ik u de triptiek in haar geheel en ge zult eens zien hoe schoon ze is. (Flor Vandekerckhove)

vlinders

het huis met het nummer 144
blijft na ’s mans overlijden
lange tijd onbewoond door mensen
maar niet door de kleintjes
die plat op hun buik onder deuren 
binnenschuiven om binnen te doen
wat zo’n kleintjes binnen doen
en telkens ik 
op mijn tocht doorheen de stad
een keer heen en een keer weer
weer aan het huis passeer
hoor ik gestaag aangroeiend flip flop flapwieken 
als van een vleugelwiekend koor
wat mij er telkens toe beweegt 
binnen
naar ontblote tepels te turen
van La Veilleuse
koningin der kleintjes
die met haar haardos schuddend 
aan myriaden vlinders ‘t leven geeft

Vlinders op youtube

www.youtube.com/watch?v=r-CfAs2y0Tw

Geen opmerkingen: