Drie stills uit een filmpje, een artistiek experiment (woord, beeld, muziek), geproduceerd op Instagram. Waar je eerder ‘dead dove’ (dode duif) verwacht, staat er ‘deaf dove’ (dove duif). De alliteratie d-d, blijft behouden, waaraan nu f-f wordt toegevoegd. Goed gedaan dochter!
In Kronieken beschrijft Bob Dylan een anekdote uit zijn kindertijd. De onderwijzer zegt aan vader Zimmerman dat hij in diens zoon een kunstenaar vermoedt. Waarop vader vraagt: ‘Een kunstenaar, is dat niet iemand die schilderijen maakt?’
’t Is niet gemakkelijk voor een ouder om onvermoede artistieke capaciteiten in de kinderen te herkennen. Je meet die capaciteiten immers af aan de normen van jouw tijd, tijd die voorbij is. Het kind hanteert andere normen, met name deze van zijn tijd. Zoon Robert beantwoordt vaders vraag: ‘(…) mijn stijl was ook te afwijkend en te moeilijk in een hokje te stoppen voor de radio, en voor mij waren liedjes veel belangrijker dan zomaar licht amusement. Ze waren mijn leermeester en gids naar een ander werkelijkheidsbesef, een andere republiek, een bevrijde republiek.’
Volgens vader Zimmerman volg je een rechte weg naar het kunstenaarschap. Je doet het zoals iemand anders slager wordt of ingenieur: schoolstudies leiden naar het beroep. Omdat je maar zelden van het kunstenaarschap kunt leven, doet zo’n kunstenaar er iets bij, iets wat uit diezelfde schoolstudies voortkomt, meestal is dat lesgeven: beeldend kunstenaars doceren aan de academie, schrijvers geven taallessen.
Gaandeweg doen zich maatschappelijk-materiële verschuivingen voor die bijkomende mogelijkheden openen, al herkent vader Zimmerman die niet — zijn tijd is voorbij. Diens zoon, Robert, die later Bob Dylan zal heten, herkent die wel — ’t zijn dan ook de maatschappelijke verschuivingen van zíjn tijd. Die nieuwe mogelijkheden zijn in de jaren zestig mee oorzaak van 'de contestatie' die ook de grenzen van de artistieke expressie onderzoekt en waarin Bob Dylan een artistieke hoofdrol speelt.
De geschiedenis gaat ook vandaag nog steeds zijn gang. Tot voor kort was er alleen de markt⇲ die kunstenaars (h)erkent. Maar nu leven we in het tijdperk van de digitale productie & distributie. In Tár⇲ geraakt de dirigente erg onder indruk van een jonge celliste. Die blijkt van een nieuwe wereld te zijn: haar muziek staat niet op het elitaire Deutsche Grammophon, maar op YouTube, zomaar binnen ieders bereik… Walter Benjamin⇲, auteur van Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid, zou grote ogen trekken mocht hij dat zien. Hij zou er, denk ik, ook de spectaculaire maatschappelijke mogelijkheden van blootleggen.
Dan is er ook nog dit. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben we twintig levensjaren bijgewonnen. Zelf leef ik nu al langer dan een van mijn voorvaderen dat ooit gedaan heeft. We beschikken vandaag over een bijkomend leven en de samenleving weet nog altijd niet goed hoe die in te vullen, wat een conservatieve weerklank vindt in het zogenaamde pensioendebat. Zelf zie ik er een onvermoede kans in om nog, op hoge leeftijd, kunstenaarschap te verwerven, mede gebruik makend van nooit voorheen geziene mogelijkheden — voor mijn zoon is dat momenteel de muziekdoos Akai Force⇲, voor mijn dochter zijn het kunstexperimenten die ze op Instagram toont.
Is dat kunst? Net als vader Zimmerman oordelen ouders nog steeds met de normen van hun tijd. We doen er, vind ik, beter aan ons in deze te laten leiden door een citaat van Trotski: ‘Stel je een lus voor waarvan het ene uiteinde naar het verleden reikt en het andere naar de toekomst. Als je aan ’t uiteinde van zo’n lus trekt, kun je hem naar het verleden knopen of naar de toekomst ontrafelen.’ Had vader Zimmerman dat maar geweten, hij had zijn kind kunnen vervoegen, op weg naar de bevrijde republiek.
De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be⇲.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten