maandag 19 mei 2025

Aan de Place Marie-José

Tramhalte Marie-Joséplein Oostende waar dit verhaal van start gaat.

AAN DE PLACE spreekt een man me aan: ‘Als dat De Laatste Vuurtorenwachter niet is!’ Ik spreek hem niet tegen. ‘Hebt gij mijn post over Guy de Maupassant al gelezen?’ vraag ik, omdat ik in hem een lezer vermoed. ‘Godver neen,’ antwoordt hij, ‘waarom zou ik?’ Dat stukje werd inderdaad door geen veertig mensen bekeken. ‘En mijn post over Delmore Schwartz,’ vraag ik vervolgens, ‘leest gij dát?’ Zegt de man meteen: ‘Welzeker, dat passeert langs de Spinoladijk.’ Gelukkig eist het verhaal dat daar ook een vrouw staat die het gesprek voor u van duiding voorziet. ‘Beide stukjes gaan over schrijvers. Het ene krijgt nauwelijks pageviews, het tweede telt er meteen vele honderden. Hoe komt dat?’ Ze geeft zelf het antwoord: ‘Dat komt doordat de auteur het tweede als zijnde een Oostends verhaal vertelt.’ De man pikt weer in: ‘Daar valt voor een schrijver wel iets van te leren, dacht ik.’ Terwijl ik zijn blik ontwijk, zie ik vanachter de hoek de tram naderen. In het geharrewar van ’t opstappen waak ik er wel over dat ik ver van die twee ga zitten. De vrouw roept me nog luid na: ‘En een schone foto van de Place Marie-José, dat helpt ook.’ 
Flor Vandekerckhove

Aan de Place Marie-José begon te kiemen toen ik constateerde dat mijn stukje over de literaire krachtpatser Guy de Maupassant haast door niemand bekeken werd, terwijl Gisteren op de Spinoladijk, over Delmore Schwartz — evengoed een schrijver — al na enkele uren vele honderden views telde. Ik vroeg me af hoe dat kwam en vond de verklaring in dit nieuwe verhaal. — Ter verstrooiing plaats ik hiernaast een gif van een schrijvende F. Scott Fitzgerald(°1896 - 1940†), succesvol auteur die, in tegenstelling tot ondergetekende, altijd proper geschoren het werk aanvatte. Maar goed. Wie nog tramverhalen van mij wil lezen, vindt er tien in het verzamelstukje De poëtische tienrittenkaart veraangenaamt de dienstregeling van De Lijn⇲.

Geen opmerkingen: