woensdag 28 mei 2025

Twee verliefdheden in twee verhalen

A.L. Snijders (†2021)

‘() een van de beste schrijvers vind ik Isaak Babel. Toen de Russen voor het eerst de verhalen van Rode Ruiterij lazen, was dat een grote schok. Zo hadden ze het nog nooit gelezen. Ook ik was meteen verkocht en Isaak Babel was en is voor mij dé schrijver.’ A.L. Snijders in ‘De hersenen hebben al die voegwoorden helemaal niet nodig.’


VEELSCHRIJVERS ALS IK schrijven al eens ’t zelfde — maar anders  — en dat deed ook A.L Snijders. In een verhaal uit 1993 (°) vertelt hij over de eerste keer dat hij Isaak Babel leest, een openbarende ervaring (ook voor mij trouwens): ‘Het was alsof er klappen werden uitgedeeld, na ieder verhaal stond ik te duizelen.’ Zegt Snijders: ‘Het was 1962 toen ik dit las.’ Ook vertelt hij vaagweg over de omstandigheden: ‘([Ik] was verliefd, en hoewel er op die liefde niets aan te merken valt, waren er toch hindernissen. Laten we zeggen: hindernissen van maatschappelijke aard. Veel van mijn vrienden verwittigden me dan ook: ik moest er niet mee doorgaan, ik moest nog maar wat verder kijken. Broederlijke raad met hoog gezondverstandgehalte.’
Ook in De sprong (1997) schrijft Snijders over dezelfde eerste Babel-keer. Ook in dat verhaal maken we kennis met een meisje waarop hij verliefd is: ‘Ik werd verliefd op haar, maar zij niet op mij. Daarom werd het niks, de liefde moet wederzijds zijn.’ Ja, dat is toch iets anders dan een amoureus avontuur waartegen je verwittigd dient te worden. ’t Is dat afstandelijke meisje dat zei: '“Babel, Isaak Babel, die ken je toch wel?” Ik was achtentwintig jaar, een koele intellectueel, door het leven getekend, maar ik moest haar bekennen, ik had nog nooit van Isaak Babel gehoord. Die nacht las ik al zijn verhalen. De Rode Ruiterij, Verhalen uit Odessa, Verhalen en Verspreide Verhalen. Tegen de ochtend duizelde het mij, ik had een ontdekking gedaan.
In de openingszin van ‘De sprong’ staat die leeftijd ook: ‘In 1972 was ik achtentwintig jaar en erg ongelukkig.’ Toch klopt het niet: Peter Cornelis Mülleris van 1937, de auteur is in 1972 vijfendertig. Heeft hij Babel voor ’t eerst gelezen toen hij vijfendertig was? Of was hij achtentwintig? In het verhaal ‘Babel’ staat het weer anders, daar staat 1962, Snijders is daar vijfentwintig als hij Babel voor 't eerst leest.
Eerst is er die tragische liefde, Snijders vertelt erover in ‘De sprong’. Hij is een jonge leraar die aanpapt met een laatstejaars en hij wordt ontslagen: ‘() omdat ik een verhouding had met een meisje uit de eindexamenklas. De emoties namen haar zeer in beslag en ze zakte dan ook. Ik stond op straat.’ Dat zijn de vaag gehouden ‘hindernissen van maatschappelijke aard’ uit het andere verhaal. ’t Is niet het tienermeisje dat hem Babel leert kennen, het is Liesbeth van Wijngaarden, in een volgende verliefdheid van de schrijver, verliefdheid die niet wederkerig is. Ook over haar vertelt hij in ‘De sprong’: ‘Ze is toch een belangrijke vrouw in mijn leven geweest (het is niet alleen de liefde - daar draait niet alles om), want ze heeft me geattendeerd op Isaak Babel.’ 
Rest de vraag: wat moet je daar nu van geloven? Die vraag heeft wel degelijk een uitgebalanceerd en weloverwogen antwoord. Dat heeft te maken met auteur Peter Cornelis Müller die een pseudoniem hanteert, A.L. Snijders. Het is die Snijders die in de verhalen vertelt wat hem overkomt, niet Peter Müller. Snijders is én pseudoniem én personage, een door Peter Müller bewust gecreëerd misverstand. Een goed uitgewerkt voorbeeld daarvan staat in Leren schrijven met A.L. Snijders⇲, iets wat je nu zou moeten lezen, wil je dit essay tot een geheel maken. 

(°) A.L. Snijders. ‘Babel’, op p. 187 in Heimelijke Vreugde 2. 2008. Uitgeverij Thomas Rap. 288 pp. Het verhaal wordt vergezeld met een ‘brief aan de redacteur’ die gedagtekend is: 8 oktober 1993.
(°°) A.L. Snijders. ‘De sprong’. in Tijdschrift Bunker Hill. Jaargang 1 (nrs 0-3) (1997). Hier in dbnl.

Tickets aan het loket CC De Grote Post van woensdag tot en met zaterdag van 14.00u tot 18.00u. en via www.degrotepost.be.

Geen opmerkingen: