![]() |
Links: pension l'Aurore, op de hoek van de Gent- en de Kapel(le)straat, waar Egon Kisch en Gisela in 1935 verblijven. — Midden: Egon Erwin Kisch, de razende reporter. — Rechts hotel d'Anvers in de Bredense Kapel(le)straat, waar Kisch in de zomer van 1936 verblijft.
‘Je kan je de drukte hier niet voorstellen. O.a. zijn in Oostende en Bredene: Joseph Roth, Hermann Kesten, Stefan Zweig, Irmgard Keun, Arthur Koestler, Lou Eisler, Artners (…) Ook verdachte sujetten sluipen hier rond, je kan je niet voorstellen hoe het er hier aan toegaat.’
‘We betalen dertig Belgische frank per persoon per dag, het eten is heel goed en het is ook genoeg, bij deze hitte voor mij zelfs te veel; koffie kost 1,50 fr. Tot 2,50 fr., al naargelang het café, en een pakje sigaretten, 25 stuks, 2,20 fr. En meer hebben we niet nodig, want we hebben geen gelegenheid tot “uitgaan”.’
‘We zaten aan het strand en dronken rosé, een wijn met de kleur van het avondrood, die lang niet zo goed smaakte als hij eruitzag, en lazen elkaar uit onze manuscripten voor.’
Al wat hierboven staat weet ik van Mark Schaevers, Oostende, de zomer van 1936. Uitg. Atlas A’dam/A’pen. 142 ps. 2001. ISBN 90-450-0595-6. en in de eerste plaats van John Gheeraert, Bericht uit Bredene. Vermaarde joodse emigranten in Vlaanderen. Uitg. C. De Vries – Brouwers A’dam/A’pen. 55 ps. 1987. ISBN 90-6174-358-3. Het stukje dat ik daarover in De Laatste Vuurtorenwachter publiceer dateert al van 2013. In 2020 herwerk ik het (en kort het ferm in) ten behoeve van de FB-groep Bredene vroeger & nu. In 2021 presenteer ik het stuk ook in de FB-groep Bredene Voor & van iedereen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten