![]() |
— Nijlen, Paasvakantie 1965. Van links naar rechts: Marc Loy, Koenraad Levecke (†), Hugo Pauwels en de jongen waarnaar we op zoek zijn: Sokètje (met pijl.) — |
Wie in Frankrijk ooit een overweg gezien heeft weet het wel: un train peut en cacher un autre. Iets
soortgelijks geldt voor dit stukje: een vraag kan een andere verbergen en in
dit geval zelfs meer dan een.
Waar is Sokètje? Maar ook: hoe heet Sokètje? En om te beginnen: wat betekent
Sokètje?
Waarom werd die jongen door ons zo genoemd? Is het een bijnaam en slaat
die op het Franse soquet, het
Nederlandse fitting, het gedeelte van
de armatuur waar je de lamp inschroeft? Of is sokètje de verbastering van
jockey? Misschien is Socquet zijn echte naam, dat kan ook, want die naam bestaat. En hoe luidt dan zijn voornaam? Ge ziet: het zijn
teveel vragen voor één mens.
Hij was al een tiener toen hij hier in Bredene kwam wonen. Verblijven is een correcter woord, want zijn thuisadres was, denk ik,
Roeselare. Verblijven deed hij, denk ik, bij zijn grootouders, in een klein,
alleenstaand huisje dat, in mijn herinnering althans, aan de zeekant van de Kapel(le)straat stond. Ik
denk niet dat het nog bestaat.
Tijdens dat verblijf liep hij school in ’t college van Oostende. Weet
iemand welke studierichting hij daar volgde? Valt zijn naam te traceren op
een of ander palmares van die school? (In dat van het jaar 1968 wellicht.) Was hij elders weggestuurd? Had hij het
in Roeselare te bont gemaakt? Verklaart dat zijn plotse aanwezigheid alhier?
Zijn integratie verliep in elk geval probleemloos en hij werd meteen in de bende
opgenomen, zoals ook uit de foto’s in mijn schoendoos blijkt. Ik herinner me
hem als een moppentapper en als een overtuigde pijproker. Ik herinner me ook een feestje dat hij
in dat huisje gaf.
Later heb ik hem eens in Gent ontmoet, vlak bij het rectoraat van de
unief. Daar had hij zich ingeschreven in de faculteit psychologie &
pedagogische wetenschappen. Ik herinner me dat hij toen een ietwat
afstandelijke indruk maakte. Hij was in elk geval gehaast en kwiek stapte hij
verder. Nu en dan produceerde hij daarbij een rookpluim, want ja, hij lurkte
ook toen nog aan de pijp. Ik keek hem na tot hij uit het zicht verdwenen was en
tegelijk ook uit mijn leven, want daarna heb ik Sokètje nooit meer weergezien.
Flor Vandekerckhove
P.S.: Wie ons meer over Sokètje wil laten weten doet dat bij voorkeur
in een reactie onder dit stukje.