vrijdag 31 maart 2023

Schone liedjes duren niet lang

Vergelijk het met piano-oefeningen, ik doe ’t om de stiel in de vingers te houden. Zo ben ik 100 oneliners aan 't schrijven, gedichten van maar een lijn lang. Eerder begon ik al aan een reeks driezinnenverhalen, verhalen van maar drie zinnen lang: opening, midden, slot. ‘Zing’ is zo’n driezinnenverhaal, het is nummer 127 in de rij, nog 73 te gaan. Bij ’t declameren begeleid ik mezelf op de strumstick, de gif is van Bill Domonkos. (Flor Vandekerckhove)

www.youtube.com/watch?v=qWKuQ6Sv5Pc

[106]


127. Zing! — Neem de strumstick ter hand. Zing! Een nieuw driezinnenverhaal is geboren.


donderdag 30 maart 2023

Over de jongens van het reclamebureau


Zelf kan het me niet zoveel schelen of u mij al dan niet leest, maar de jongens van ’t reclamebureau* denken daar anders over. Zodra ze ’t gat schoon zien, sturen ze me op pad om ruchtbaarheid te geven aan mijn schaars gelezen oeuvre. Vroeger: lezingen, optredens, signeersessies, afspraakjes met lezeressen in louche cafés… Nu alleen nog Facebook. Buigend onder hun almaar toenemende druk maak ik me dan lid van een of ander FB-groepje waarin ik stukjes uit mijn gestaag uitdijende oeuvre promoot. En ’t is waar: dat scheelt in De Laatste Vuurtoren honderden, soms zelfs duizenden views. ‘Zie je wel,’ zeggen de jongens van ’t reclamebureau, ‘niets dan voordelen.’
Dat laatste is niet waar. Er is wel degelijk een nadeel en dat nadeel ben ikzelf. Altijd weer begin ik me met zo’n groep te moeien. Ontwaar ik daar een dichter die niet weet wat dichten is, dan vraag ik hem/haar valselijk hoe dat komt; de intellectueel die verraad pleegt, krijgt een polemiekje aan zijn broek; de schrijver die deeteefouten achterlaat, scheld ik de huid vol… (Ik zou dat alles beter niet doen, uiteraard, maar ik kan ’t niet verhelpen, ik ben een moeilijk geval.) Spreekt vanzelf dat wie zich door mij aangesproken voelt, daar niet van gediend is. Mijn gedrag wekt ook weerstand op bij lieden die in zo’n groepje de lakens uitdelen, wat in geweigerde stukken eindigt, wat voor mij dan weer het sein is om op te stappen.**
Tevreden trek ik me dan weer uit de wereld terug, zonder me verder nog te bekommeren om de vraag of u me al dan niet leest. Wat, denk ik, in mijn geval, ook de enige goede manier van schrijven is — en van leven. De jongens van ’t reclamebureau protesteren wel heftig, maar aangezien zij alleen in mijn hoofd bestaan, mag ik hun protesten negeren.


* Uitgeverij De Lachende Visch werkt exclusief met het imaginaire reclamebureau RIOEK (‘Reclame Is Onze Enige Kwaliteit’). Daar werken alleen jongens. (Net zoals er in De Weggeefwinkel alleen meisjes werken.)
** Mijn recentste ervaring terzake is de FB-groep ‘Oostende Nostalgie’. Niet dat ik nostalgische gevoelens koester, integendeel, ik ben vooral blij dat vroeger voorbij is. Ik maakte me lid om de stukjes over mijn jeugd bijkomende bekendheid te geven. Al gauw begon ik me echter weer te moeien, wat voorspelbaar tot geweigerde bijdragen leidde en daarna tot mijn ontslag. Nu zijn ze daar blij dat ze van me af zijn, en ik natuurlijk ook van hen.

woensdag 29 maart 2023

Wat verandert en wat blijft

’t Is een bloedhete dag geweest, veel te warm voor de tijd van het jaar. ’s Avonds laat, terwijl het onweer achter de berg al losbarst, geniet ik nog na op de veranda.(Tania fotografeert me in ’t licht van een bliksemschicht.)  Vandaag heb ik mijn laatste stukje over de lentevakantie in Frankrijk geschreven, ik publiceer het hieronder. Morgen terug naar huis.


Vabre, 25 maart 2023. — Er hangt een nevel over 't dal. In het vakantiehuis sta ik alle vroegte de ochtend te aanschouwen. De haan wordt in zijn kraai gestoord door gendarmen die in de ochtenddauw het hoekhuis binnenvallen. L’histoire de répète, denk ik, terwijl ik me haastig in m’n woonst terugtrek. Dertig jaar geleden gebeurde dat daar ook al, ook toen was ik getuige van zo’n inval en ook toen trok ik me haastig terug. 
In afwachting dat ook de gendarmen zich terugtrekken, mijmer ik binnenshuis ietwat over dingen die voorbijgaan. Yann en Anne-Lise woonden dertig jaar geleden in dat hoekhuis, koppel waarmee ik socialiseerde. Hij kwam vuurspuwend aan de kost, zij reed hem daarvoor rond. Daags voor de inval had ik er nog van een joint genoten en van een partijtje vogelpik, met Jean-Marie Le Pen als schietschijf. 
Sommige dingen veranderen, andere blijven. De mensen die nu in dat hoekhuis wonen, ken ik niet, socialiseren doe ik nog nauwelijks en joints rook ik al helemaal niet meer. Wat ik wel nog doe is me terugtrekken telkens ik gendarmen zie. De haan van dertig jaar geleden is allang dood, Jean-Marie Le Pen heet nu Marie. Ik vraag me af of Yann nog vuurspuwt en of Anne-Lise hem nog rondrijdt. Sommige dingen veranderen, andere blijven; je weet niet altijd welke.


Het einde van maart leverde een kleine oogst aan korte reisverhalen op, waarvan dit het vijfde is. Vorige:


- Over reizen met je oren




dinsdag 28 maart 2023

Reizen met je oren doorheen het universum

In Comigne doet de bushalte tegelijk dienst als boekenruilkast. (In Frankrijk is er een levendige cultuur van boekenruilkastjes, ik schreef er hier al een stukje over.) Rechts: The Beatles in 1962 (in die tijd vonden onze vaders dat die jongens veel te lang haar hadden.)


COMIGNE, 21 MAART — Tania stapt over de Alaric, van Monze naar Comigne, een ferme bergwandeling van 20 km, Ik wacht op haar aan gene kant van de berg. Daar parkeer ik de auto vlak naast het bushokje, tegelijk boekenruilkast. 
Wanneer ik in Frankrijk alleen onderweg ben, luister ik naar France Culture. Doordat de Fransen deze week volop tegen geplande pensioenhervormingen staken, is daar nu een vervangingsprogramma te horen, een regelmatig terugkerende bandopname met populaire deuntjes. Al verschillende dagen valt me daarbij een lied op dat van start gaat met Words are flowing out like endless rain into a paper cup… Da’s een goede metafoor voor het schrijven, vind ik. Zo gaat dat inderdaad ook wanneer de woorden uit je pen vloeien. Ik voel dat ik het lied ken, maar kan er de duim niet op leggen.
Later ontdek ik dat het een cover is van een Beatlessong uit 1968 — Across the Universe — tekst van John Lennon, die zegt dat het van het beste is wat hij ooit geschreven heeft. Ik hoor een ietwat surrealistisch geheel, bestaande uit poëtische lijnen, afgewisseld met een mantra — Jai guru deva, om — The Beatles zijn in die tijd, net als zoveel anderen uit mijn jeugd, in de ban van India, zijn guru’s, zijn transcendente meditatie, zijn spiritualiteit… Voor mij is dit lied de song van m'n vakantiereis, lente 2023, Frankrijk: It calls me on and on across the universe. 
Er hangt nogal wat geschiedenis aan het lied, er zijn verschillende versies van The Beatles, waarvan één met Paul Mc Cartney en — veelbetekenend — twee zonder hem. Het werd ook twintig keer gecoverd. De versie die ik in 2023 op de radio hoor is van Fiona Apple. Ge moet er hier eens naar kijken, ‘t is een interessante video. Hij suggereert dat het er hard aan toegaat in de wereld wanneer Fiona Apple het lied in 1998 zingt; we zien in de film dat het er ook hard aan toegaat in de fifties en hard gaat het nu ook in de straten van Parijs, terwijl ik in de auto naar Fiona Apple luister. Dat soort geweld, dat zinloos heet te zijn, is blijkbaar van alle tijden. Het is wellicht een nog onbegrepen voetnoot in het verhaal dat de engel van de geschiedenis ons vertelt. Fiona trekt er zich weliswaar niets van aan, waarmee ze de geest van boeddhistische gelatenheid in Lennons tekst respecteert. Of ze in die gelatenheid gelijk heeft, is dan weer iets om over na te denken. 

Het einde van maart leverde een kleine oogst aan korte reisverhalen op:

Over het afdwingen van regen⇲; Een aanwinst voor mijn nutteloze-boekenkast⇲; Een verhaal van hoofse liefde

maandag 27 maart 2023

Over het afdwingen van regen

Links: achter de letterzetter plaats ik de auto. Midden: achter mij staat het kerkje uit de XIIIde eeuw. Rechts: achter mij zie je de glooiing van de wijngaard.


Monze, 20 maart — De auto plaats ik op het pleintje van de salle polyvalente, waar de letterzetter namen van gesneuvelden een verfrissend verflaagje geeft: Aux enfants de Monze morts au champ d’honneur. Veel Franser dan dit kan het niet worden. In Monze wacht ik op Tania die vanuit Carcassonne naar hier wandelt. Intussen wandel ik zelf een beetje kriskras door ’t dorp, op zoek naar inspiratie. 
Ik stoot op een kerkje uit het begin van de XIIIde eeuw, oorspronkelijk romaans, met latere gotische toevoegingen. Het gebouw is dicht, maar een bordje leert me dat er binnen scènes te zien zijn uit het leven van martelares Ste-Colombe. Over ’t leven van die Colombe verneem ik daar niets, wel dat ze na haar dood Monzenaars inspireert om in het Alaricgebergte een kapelletje te bouwen waar 'de ouderen destijds gingen bidden om regen te vragen' (‘les anciens allaient prier pour demander la pluie’.) 
Dat die mededeling in de verleden tijd staat verontrust me en ik zoek een bank om daar eens goed over na te denken. Achter mij: wijngaarden met Marcelandruiven. Dat een gepaste hoeveelheid regen die druiven vooruithelpt, begrijp ik wel; vandaar dat ik ook goed begrijp dat ‘les anciens’ destijds de bergen introkken om daar om regen te bidden. Dat ze dat in de tegenwoordige tijd niet meer doen, heeft kwalijke gevolgen: lees ik in de krant niet dat heel Frankrijk onder de droogte kreunt?

vrijdag 24 maart 2023

Nieuwe aanwinst in mijn nutteloze-boekenkast

Nutteloos geworden telefooncellen ombouwen tot boekenruilkast, ’t lijkt me een goed idee. Op de lijst van ‘alle’ Boekenruilkasten in België vind ik er wel geen voorbeeld van, maar in Frankrijk bestaat ’t dus wel. Ook elders in de wereld gaat men met die waardeloos geworden telefooncellen creatief tewerk. Iemand maakte er een aquarium van.

Le Rialet, 19 maart — Terwijl ik in Le Rialet op Tania wacht, wier wandeling er eindigt, valt mijn oog op een gewezen telefooncel, nu boekenruilkast. Ook omdat er een gure wind over dat dorp waait, ga ik de inhoud van dat kot bekijken. Weer buitenkomen doe ik met de The Concise Oxford Dictionary, woordenboek dat ik toevoeg aan de kast in mijn vakantiehuisje, waar ik nutteloos geworden dictionaires verzamel. De nieuwe aanwinst heet The Concise Oxford Dictionary. The New Edition for the 1990’s. Het woord concise ken ik niet, gelukkig staat het in dat woordenboek: ‘brief but comprehensive in expression.’
Wat me herinnert aan mijn kindertijd. Ik ben tien, elf jaar en mama laat een mens in huis die encyclopedieën verkoopt. ‘Als uw zoon,’ gaat de man gewiekst van start, ‘elke dag één woord uit de encyclopedie leert, wordt hij slimmer dan om ’t even wie.’ Zelf vind ik dat een krachtig argument, maar moeder zegt dat ze er nog eens over zal nadenken. Waardoor ik de onwetende mens gebleven ben die u kent, niet in staat om deel te nemen aan De slimste mens ter wereld, zelfs niet aan Blokken.

Flor Vandekerckhove


Ik verblijf nog steeds in Franse gebergten, waar de internetverbinding schaars is, maar eergisteren kon ik toch een video posten: 'De oneliner van het gebergte.

woensdag 22 maart 2023

Adelaïde en Arnaud

Links bovenaan: In Burlats krijgt de troubadour een square naar hem genoemd. Links onderaan: Afbeelding van Arnaud de Mareuil in de sierletter S van een bundel uit de XIIde eeuw. Rechts: een strumstickspeler uit de XXIste eeuw bekijkt het muziekinstrument van de minstreel uit de XIIde eeuw.


Burlats, 18 maart — Naar het Franse Vabre ga ik al dertig jaar, maar het nabijgelegen Burlatsbezoek ik nu voor ’t eerst. Een van Tania’s wandelingen eindigt er en terwijl ik haar daar opwacht leer ik een en ander over de adellijke Adelaïde die in de XIIde eeuw in dat stadje woont. Adelaïdes echtgenoot is op de vlucht. Kathaar als hij is, verschuilt hij zich in de Sidobre om aan het katholieke geweld te ontsnappen. Zijn vrouw is katholiek en blijft thuis, wat van een merkwaardige onafhankelijkheid getuigt. Of van een op religieuze gronden stukgelopen huwelijk. 
Je weet hoe ’t gaat: een alleenstaande vrouw trekt mannen aan. Enter troubadour Arnaud de Mareuil (1170-1200, soms ook Arnaut geschreven), componist, dichter, schrijver en troubadour. Hij bezingt Adelaïdes schoonheid. Meer dan twintig liederen blijven bewaard, zes zelfs inclusief de muziek. ’t Waren wellicht populaire deuntjes, vergelijkbaar met Adamo’s Dolce Paola (1964).
Terwijl ik in dat stadje rondloop, probeer ik me voor te stellen hoe het in zijn werk ging. Dat Arnaud op de square — inmiddels naar hem genoemd — leeft van wat voorbijgangers in zijn muts gooien, denk ik niet. Hoe komt zo’n minstreel dan aan de kost? Dat gaat, denk ik, zo: Adalaïde, door ’s mans liedteksten gecharmeerd, neemt hem in bescherming en laat de jongeman tussen 1185 en 1190 tegen betaling thuis optreden. Arnauds schone liedjes blijven evenwel niet duren. Arnaud is van eenvoudige komaf, maar een andere bewonderaar van Adelaïde is niet minder dan koning: le Roi Troubadour Alphonse II d’Aragon. Daar kan Arnaud niet tegenop, de rijke Alphonse overtuigt Adelaïde om met de arme Arnaud te breken. De afgewezen minstreel zoekt andere oorden op en eindigt zijn leven — ‘éperdu de chagrain' — bij een adellijke vriend. Hij is amper 30 jaar geworden.


Ik verblijf nog steeds in Franse gebergten, waar de internetverbinding schaars is, maar gisteren kon ik toch een video posten: 'De oneliner van het gebergte.

zondag 12 maart 2023

Eindelijk Coca-Cola!

 Ge zult ’t een tijdje zonder mij moeten stellen. Ik ga in de Franse Pyreneeën veertien dagen boven op een berg zitten. Geen internet! Pas verleden jaar werd daar voor ’t eerst Coca-Cola geschonken, ge moet niet vragen. Ik was daar getuige van, iemand maakte een video. Ge moet het zien om het te geloven. Klik op de film! (Flor Vandekerckhove)

zaterdag 11 maart 2023

Allen Ginsberg en Paul Mc Cartney: makkers


In de sixties worden de oude dichter Allen Ginsberg en de jonge muzikant Paul Mc Cartney makkers. Ginsberg (toen al 50) toeft in juli 1967 in Londen. The Beatles leven tegen die tijd al in forse buitenverblijven, maar Paul (25) nog niet. Hij woont, met actrice Jane Asher, nog in Londen. Ginsberg wordt bij hen thuis uitgenodigd en treft daar ook Mick Jagger en Marianne Faithfull aan. Een maand eerder zijn enkele Stones in een drugszaak veroordeeld en uiteraard hebben de Britten en de bezoekende Amerikaan het daarover. Maakt Allen Ginsberg niet overal waar hij komt een zaak van het recht op vrij drugsgebruik? Nu zijn de opgepakte Stones vrij op borgtocht en ze willen ’t gebeuren beantwoorden met een song. Ginsberg mag de opnames bijwonen. De Amerikaan ziet in de studio niet alleen de Stones aan ’t werk, maar ook John Lennon en Paul McCartney die uit sympathie het koortje leveren. We Love You opent met het geluid van voetstappen, je hoort kettingen over de vloer slepen en een gevangenisdeur die dichtslaat. Het gevangenismoment van The Rolling Stones op plaat vereeuwigd!
In januari 1994 is Ginsberg weer in Londen. Hij komt er zijn dichtbundel Cosmopolitan Greetings voorstellen. Inmiddels woont Paul Mc Cartney, nu met Linda, ook buiten Londen en hij stelt Ginsberg zijn zelfontworpen huis voor. Hij toont hem zijn kunstcollectie: stilleven van Vuillard, gravure van Rembrandt, stilleven van Renoir, tekening van Matisse en veel Magrittes. Linda kookt vegetarisch; de vier kinderen zijn er en de drie honden ook. Ginsberg leest zijn Beatlesgedicht voor, Portland Colliseum. Ze hebben het over kunst & politiek, Paul toont zijn gedichten en Ginsberg begint ze prompt te verbeteren. Paul daarover: ‘Ik heb zijn wijzigingen genegeerd, ik noem ze de Ginsbergvariaties.’ 
In augustus 1995 ontmoeten Ginsberg (inmiddels 69) en de McCartneys elkaar weer. Deze keer in Pauls huis op Long Island. Na de middag verneemt Paul van Ginsbergs gedicht Ballad of the Skeletons. Hij is onder de indruk en het leidt tot een indrukwekkende samenwerking, waarover ik ’t later in een apart stukje wil hebben. Linda, Paul en Allen experimenteren die dag ook met zeventien lettergrepen tellende oneliners, zoals Ginsberg het doet in zijn boekje Mind Writing Slogans. Dat vind ik wel geestig, omdat ook ik me sinds enige tijd over het genre buig, zoals hier. ’s Anderendaags vertrekt Ginsberg; Linda en Paul bellen hem thuis op om hem hun nieuwe oneliner mee te delen. Linda: ‘Fear crawled into my open window and strangled me with my own hands.’ Paul: ‘Yellow sperm swim boldly across the surface of my eighth symphony’.
Flor Vandekerckhove


Barry Miles. Allen Ginsberg. Beat poet. 2010 Virgin Books. 630 pp. © Barry Miles 1989, 2000, 2010.


In de beste traditie van De Weggeefwinkel is ook dit e-essay gratis. U hoeft er alleen om te vragen. Mocht u interesse hebben, mail naar liefkemores@telenet.be↗︎.



vrijdag 10 maart 2023

In memoriam Werner Watty °17 mei 1952 - †10 maart 2023)


Vrijdag 10 maart op de FB-pagina van Martine Meire: ‘Oostends kunstenaar Werner Watty is vandaag overleden. Hij werd 70 jaar oud. In de expo Stille Levens in de Venetiaanse Gaanderijen met curator Koen Broucke zijn 2 werken van Werner opgenomen. We wensen de familie veel sterkte. Werner was een fijne mens en verdienstelijk kunstenaar.’
Weer neemt iemand van onze generatie afscheid. In juni 2022 liet ik me nog inspireren door drie kunstwerkjes van Werner Watty. Vandaag draag ik de triptiek 'Allerlei' aan hem op. Klik hier

Flor Vandekerckhove

Rare vogels in gesprek

Ge weet: ik experimenteer graag met vormen en genres. Zo ben ik 200 driezinnenverhalen aan 't schrijven. Vergelijk het met piano-oefeningen, ik doe ’t om ’t goed in de vingers te krijgen. (Het recentste staat hier.) Iets soortgelijks doe ik met oneliners, gedichten van maar één zin lang. Ook dat wil ik goed in de vingers krijgen. (M’n jongste oneliner staat daar.)  In 2023 voeg ik daar nog een voor mij experimenteel genre aan toe, dit wordt het jaar van het prozagedicht: ’t Ziet er uit als proza, maar er mogen ongeloofwaardige dingen gebeuren, er is ruimte voor anarchie en ontregeling; prozagedichten mogen grillig, inconsequent, afwijkend en onbegrijpelijk zijn. (Flor Vandekerckhove)

donderdag 9 maart 2023

In memoriam Willem Lanszweert (°1948 - †2022)

Willem Lanszweert leidt Roland Desnerck en Flor Vandekerckhove rond in 
het (niet voor ’t eerst en niet voor ’t laatst) vernieuwde museum. (Foto’s Jo Clauwaert)


LANG VOOR IK me in de visserij engageer, bezoek ik in Oostduinkerke al Navigo dat in die tijd nog Nationaal Visserijmuseum heet. Ik kom ervoor uit Gent afzakken. In De peerdevisscher leer ik alzo ook de eerste conservator kennen, Gaston Desnerck, vader van Roland. We delen een tafel wanneer Jef Klausing daar in 1986 (?) de gebeurtenissen van de Oostendse Vissersopstand uiteenzet. In 1988, na Gastons overlijden, wordt Willem Lanszweert conservator, en da’s ook het jaar waarin ik uit Gent naar Oostende verkas om daar Het Visserijblad uit te geven. ‘Tegelijk beginnen’ schept een band tussen generatiegenoten en Lanszweert werkt graag mee aan ’t blad, je ziet hem op deze historische foto tijdens onze eerste redactievergadering. Ik herinner me zijn bijdragen over IJslandvaarders, visserstaal, ex-voto’s en volksgeloof; themata waarin hij zich specialiseert. Ik van mijn kant trek regelmatig naar ’t museum, waar ik ook graag vrienden, familieleden en lezers naartoe sleep.
In 2010 gaat Lanszweert met pensioen. We spreken af dat ik hem eens thuis ga opzoeken. Wanneer ik in 2013 op mijn beurt met pensioen ga, vat ik zelfs het euvele plan op om naar Stavele te fietsen. Het komt er niet van, en het zal er ook nooit van komen, want Willem overlijdt op 4 maart 2022.  Een jaar na dat overlijden publiceert Jan Huyghe een monografie. (°) ’t Is een indrukwekkend werkstuk, elf bladzijden lang, een geschreven monument dat Lanszweert de plaats geeft die hem toekomt. 
Mij resten persoonlijke herinneringen. Telkens ik Willem Lanszweert in zijn visserijmuseum zie, moet ik ook aan die andere Willem denken, Willem Vermandere, waar hij, vind ik, veel mee gemeen heeft: soortgelijke baarden, elk in een oud café wonend; twee muzikanten; beiden als geen ander verknocht aan wat Jan Huyghe lyrisch omschrijft als: ‘’s Zomers de lome IJzer met z’n uitgestrekte broeken, ’s winters wijd water op wacht (…)’, thuisbasis vanaf hun geboorte. Lanszweert sterft tijdens een hartoperatie, in 't ziekenhuis in Brugge; in mijn gedachten blijft hij aan de IJzer wonen.

(°) Jan Huyghe. Willem Lanszweert. Van Stavelse volksjongen-herbergier tot erelid Waterefgoed Vlaanderen. In Verhalen van de zee. Mededelingenblad 181. Jg 46. Nummer 1. maart-april-mei 2023. Driemaandelijks tijdschrift van de De Vrienden van het Nationaal Visserijmuseum Oostduinkerke vzw. 48 pp. Meer info vraag je aan vriendenvannavigo@gmail.com

woensdag 8 maart 2023

Op de verjaardag van Lou

Links: Lou Vandekerckhove en haar grootvader. — Midden: de autobiografie van Lou Andreas Salomé. — 
Rechts: Lou Andreas Salomé met haar vrienden Paul Ree en Friedrich Nietsche, ze legt er de zweep op.


Neen, ’t is vandaag Lou Andreas Salomés verjaardag niet — die Lou verjaart net als ik op 12 februari. Vandaag is ’t 8 maart en dan verjaart Lou Vandekerckhove (°2012), een van mijn kleindochters. Ze wordt elf. Toch moet ik op haar verjaardag telkens aan die andere Lou denken, Lou Andreas Salomé. Jaarlijks vraag ik me daarbij af of die vrijgevochten naamgenote de kleine Lou tot voorbeeld kan dienen.
Dit jaar dacht ik: ze wordt elf, ‘k ga de kwestie trancheren voor het te laat is. Dus trek ik naar de bib om daar Lous autobiografie uit ’t rek te halen, Terugblik op mijn leven. De kaft is alvast veelbelovend: Lou legt de zweep op twee mannen die haar kar trekken (8 maart is ook Internationale Vrouwendag.) Omdat ik er verkeerdelijk vanuit ga dat zo’n boek — van de prestigieuze reeks privé-domein — in elke bib aanwezig is, kom ik van een kale reis thuis: de openbare bibliotheek van Oostende heeft het niet in haar collectie. Andere biografieën van Lou Andreas Salomé zijn daar evenmin. Er is een film (1977), ook die vind ik daar niet. (’t Is niet voor het eerst dat ik me vragen stel bij de aankooppolitiek van die bibliotheek.) Om een lang verhaal kort te maken: Lou Vandekerckhove zal ’t zelf moeten uitzoeken en da’s wellicht maar goed ook.
Waarna ik een wijle mijmer over het jaar waarin ikzelf elf was. Heel andere tijden uiteraard, maar sommige dingen overleven echt alles, ’t Eurovisiesongfestival bijvoorbeeld; ik ben elf en Tom Pilibi wint!

Flor Vandekerckhove

dinsdag 7 maart 2023

De oneliner van ’t zacht’ zand

De oneliner van ’t zacht’ zand is een van de 100 poëtische oneliners die ik aan ’t schrijven ben. Vergelijk het met de piano-oefeningen van de pianist, het schetsboek van de tekenaar, de kleiwerkjes van de beeldhouwer; we doen het om de stiel in de vingers te houden.  Eén lijn, 17 lettergrepen, geen leestekens, geen kapitalen. De oneliner komt uit het niets en verdwijnt daar ook weer in.  (Flor Vandekerckhove)


* herinneringen als zacht zand dat op ’t zeestrand met de wind aanlandt


Het inspirerende/illustrerende schilderij heet Op de Noordzee en is een tableau van Olga Wisinger-Florian (1844-1926). Ze schilderde het in 1926. Olie op paneel. 12,5 cm hoog, 21 cm breed.

Deze oneliner op YouTube

maandag 6 maart 2023

Een woke waart door Europa

Bart De Wever ziet spoken en schrijft er een boekje over.

Woke is, schrijft Bart De Wever in zijn nieuwe boek, een ‘brandversneller’ in de ‘zelfafbraak’ van de ‘westerse beschaving’. (°) Alzo beklimt hij gezwind de barricade van het eigen gelijk. In de luwte stoken zijn eigen brandversnellers stiekem de boel verder op: Mark Elchardus, Mia Doornaert, Leo Neels, Boudewijn Bouckaert… De vijand die met De Wevers barricade gestopt moet worden heet ‘links’, en is in Vlaanderen alom aanwezig, maar toch vooral in Barts hoofd. 
Oké, er is woke. Er bestaat inderdaad een toegenomen waakzaamheid voor structurele achterstelling van groepen in de samenleving. Is dat erg? Neen toch. We zijn, denk ik, nog veel te weinig woke op heel veel vlakken, te brutaal, te patriarchaal, te weinig divers, we aarzelen nog teveel. Wokeness is vooruitgang! 
Voor oudere mensen, als ik, ligt dat soms wat moeilijk. Traag als we zijn, vinden we het te rap gaan. En niet alleen in het verkeer. Als zwarte Piet opeens roetpiet heet, gaan we op de rem staan; dat we nu paddenstoel moeten zeggen in plaats van paddestoel, ligt nog altijd op m’n maag; wij blijven de verpleegkundige verpleegster noemen; als Old Shatterhand en Kuifje opeens ondeugdelijk blijken te zijn, kwetst dat ons kinderzieltje…  Maar we beseffen dat het niet tegen te houden is: het verleden is voorbij; we hebben onze tijd gehad; 
wij zijn voorbij! 
Voor wie macht heeft, echter, is 'wij zijn voorbij!’ een beangstigende gedachte. Dus richten die machtigen hun pijlen op woke. Ook wanneer het er niets mee te maken heeft, zoals onlangs nog met de belachelijke aanpassingen in de boekjes van Roald Dahl.
Al die rechtse opiniemakers hebben uiteraard ook wel ergens gelijk: zo bestaat er wel degelijk een soortement cultuurmarxisten. Die ken ik al van in mijn jeugd: saloncommunisten. Ze kennen hele passages van Marx uit het hoofd, maar aan het stakingspiket zie je hen nooit. Daar moet Bart De Wever geen schrik van hebben, ze zijn niemand tot last, behalve degenen die er aan de tapkast moeten naar luisteren. 
Ook wokeness bestaat al lang, maar de explosie van woke-activisten is van recentere tijden. Toch tekent zich daar al een linker- en een rechterkant af. Ter linkerzijde staan degenen die bijvoorbeeld standbeelden van slavendrijvers neerhalen, ’t zijn voorstanders van de directe democratie en beoefenaars van directe actie. Zij hebben in deze mijn sympathie, ook omdat ik op mijn wandelingen al te veel met eerbetoon aan de infame Leopold II geconfronteerd wordt. Anders is het met degenen die het op boeken gemunt hebben. Niemand verplicht me die boeken te lezen, ik kan ze negeren, ik kan er een ander boek tegenover plaatsen. Vandaar dat ik pro-woke ben, maar anti-cancelculture. Literatuur cancelen is zo rechts! ’t Is zo rechts dat het aan het woke-activisme ontsnapt en, zoals in Amerika, in handen van extreem conservatieven terechtkomt. In Vlaanderen loopt het nog zo’n vaart niet, maar dit komt toch al in de buurt: op 1 september 2022 stapt de Antwerpse stadsdichter Ruth Lasters in protest op, omdat de N-VA-schepen haar gedicht (in samenwerking met haar leerlingen) over elitair onderwijs weigert. In ’t boekje van N-VA-voorzitter Bart De Wever heb ik waarschijnlijk over dit schoolvoorbeeld van cancelcultuur heen gelezen.
Flor Vandekerckhove

(°) Bart De Wever. Over woke. 2023. Borgerhoff & Lamberigts. 133 pp.

Flor in spoken word dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen/gedichten kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier.

zaterdag 4 maart 2023

Van mensen die voorbijgaan en terugkeren

Links. (1957) Leopold, Lucien en Marie-José Smets. Rechts bovenaan: (1975) René Vanloo en Leopold Smets. 
Onderaan: (2023) Marie-José Smets op haar jongste verjaardag.


Je weet hoe ’t gaat, als kind leef je in dezelfde wijk, in ons geval is dat ‘une curieuse tribu des gens de mer’ —  de uitdrukking is van Michel de Ghelderode — allemaal mensen die het op een of andere manier van de zee moeten hebben. Opgroeiend vergroot de afstand, tot je uiteindelijk uit elkaars leven verdwijnt. Soms is de vervreemding totaal, een van mijn eerste blogposts gaat daarover. Soms herstelt het contact zich en ook daarvan heb ik een mooi voorbeeld: een zomerliefde.


De familie Smets betrekt in de jaren vijftig een appartement in de Golfstraat van Bredene. Ik ken dat huis, mijn maat Norbert Olders heeft er ook gewoond. Het huis heeft een naam, die staat in mozaïek in de entreevloer: Brabo. Vader Smets is van de marine, moeder blijft thuis. Er zijn drie kinderen van omtrent mijn leeftijd (later komt er een vierde.) Aan die drie heb ik herinneringen. Op deze schoolfoto uit 1957 vind je Leopold (°1949) onder ’t nummer 8. Ook van Lucien (°1952) heb ik een foto, die is recenter (1968); de kleine Lucien staat er amper op, we zien hem hier in ’t gezelschap van Hugo Jonckheere (†), Pierre de Maeyer en Roland Bogaert (†). Ook van Marie-José (°1948) heb ik een foto — die heb ik van Léon Jourdain, destijds haar buurjongen —  ze is daar nummer 11. Over Marie-José heb ik ook een verhaal. Ze is in de garre van Cornelismet haar pop aan ’t spelen. Wil ik meespelen, vraagt ze, en, voegt ze eraan toe: ‘of durf je niet?’ Die zit!, ik durf inderdaad niet. ’s Avonds, in mijn bedje op de mansarde, kan ik mezelf wel voor de kop slaan, instinctief voel ik aan dat ik een kans verkeken heb, al weet ik, gezien mijn prille leeftijd, niet goed welke.
Dat ik vandaag over die drie schrijf, komt door een foto op Facebook: twee carnavalisten in 1975, jaar waarin Leopold Smets blijkbaar Prins van het gebeuren is. Nooit geweten. Ik probeer m’n laatste herinneringen aan Leopold op te halen, ze dateren van onze tienertijd. Ooit zijn we ’s nachts samen naar Oostende gereden om in 't Kroegske spaghetti te eten, ik denk dat Léon Jourdain erbij was en ook Gilbert Gevaert. In mijn laatste herinnering zie ik Leopold aan de bingo staan, in café Cosmo. Lucien herinner ik me in de jeugdclub. Dat hij in 1980-’82 in Bredene café Tijl uitbaat, verneem ik nu voor ’t eerst. Zo verneem ik nu ook voor ’t eerst iets over nageslacht en loopbaan van de jongens, inmiddels gepensioneerde arbeiders, met kinderen en kleinkinderen. Van Marie-José herinner ik me dat ze na haar trouw de kantine op de sportterreinen van Hermes Oostende runt. Dat ze daarna in Mariakerke restaurant José uitbaat, is nieuw voor mij.

Flor Vandekerckhove




In GAUW! vertelt Flor Vandekerckhove in 132 bladzijden het verhaal van zijn kindertijd. De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.

vrijdag 3 maart 2023

Leerschool voor sensitivity readers

‘Leestips’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben. Dit is nummer 126, nog 74 te gaan. Bij ’t declameren begeleid ik mezelf op de strumstick. De ‘Surreal Monochromatic gif’ is van Carl Burton. (Flor Vandekerckhove)

woensdag 1 maart 2023

Uit het geheime leven van Blonde Betsy

Links: het beeld van Blonde Betsy op het Duinenplein van Bredene. Rechts: de Bredense politie probeerde Blonde Betsy ook in Amerika op te sporen, tevergeefs.


Op 1 juli 1952 verdwijnt Blonde Betsy uit haar woning in de Nukkerstraat van Bredene. Onderzoek kan alleen concluderen dat elk spoor ontbreekt. Twee jaar later rijdt verzekeringsagent Deschaede in ‘t donker naar huis. Onderweg ramt hij een paaltje. Dat staat nu scheef en zijn auto heeft een schreef. Hij vervolgt zijn weg, gaat naar bed en slaapt tot de politie hem wakker belt. Deschaede verklaart: ‘Toen ik gisteren, 1 juli 1954 omstreeks 23 uur, via de Prinses Elisabethlaan, huiswaarts keerde, kwam er van over ’t water een dichte mist opzetten. Opeens zag ik een obstakel. Dat bleek een naakte vrouw te zijn, die in ’t midden van de weg stond, armen wijd open. Gelukkig kon ik haar ontwijken.’ 
Van de vrouw valt, na het voorval, geen spoor meer te bekennen. Deschaede kan wel een persoonsbeschrijving geven: ‘Ze had een weelderige, blonde haardos en soortgelijk schaamhaar. Wat me opviel was dat ze over borsthaar beschikte, overdadig veel zelfs.’ Wijkagent Maurice denkt er ’t zijne van, maar herinnert zich Betsy die twee jaar eerder verdwijnt. Hij haalt het dossier vanonder het stof en vindt daarin de verklaring van haar buurman, Joseph Devoyeur, die toegeeft dat hij Blonde Betsy regelmatig placht te begluren. Daardoor kan hij de politie een interessante bijzonderheid melden: Blonde Betsy heeft borsthaar! Maurice brengt verslag uit bij commissaris Dendoven die het dossier heropent. 
En daarmee ook de doos van Pandora, want Blonde Betsy blijft de gemoederen in Bredene sindsdien beroeren. In 1958 wordt ze opgemerkt op de Wereldtentoonstelling. In 1960-‘61 zou ze deelgenomen hebben aan een betoging tegen de Eenheidswet. Nog in de jaren zestig zien mensen haar in de Vissersprocessie opstappen. In 1968 bekogelt ze het Bredense politiebureau met stenen. Wanneer iemand Blonde Betsy over 't water van de Spuikom ziet lopen, spreekt men van een mirakel. Tot vandaag zijn er die Blonde Betsy met wuivende borstharen bovenop een duintop zien staan. Iemand die onbekend wenst te blijven zegt dat hij Blonde Betsy verleden jaar op het naaktstrand gespot heeft, nu met grijs borsthaar… 
Trop is te veel’, zegt Steve Deschoolmeester, burgervader van Bredene, en hij organiseert een Raad van Wijzen om de gemoederen te bedaren. De sossen laten hun keuze op Vanhorenzeggen W. vallen en de kaloten schuiven veteraan Vanopdheye G. naar voren (de andere partijen hebben geen wijzen.) In wijsheid stelt het duo voor om Blonde Betsy in een standbeeld te vereeuwigen, zeggend: ‘Wat ’t Vrijheidsbeeld voor New York is, kan het Naaktbeeld voor Bredene zijn.’ 
Flor Vandekerckhove

Flor in spoken word dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen/gedichten kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier.