vrijdag 30 september 2022

In memoriam Hilary Mantel



Op 22 september overleed Hilary Mantel↗︎ (°1952-†2022), schrijfster, vooral bekend van haar historische romans. Omdat ik haast nooit historische romans lees — andere evenmin hoor — ken ik haar werk niet goed. Wel heb ik graag De geest geven(°) gelezen, haar memoires. Over dat genre zegt ze in het boek:
Over je eigen verleden schrijven is net zoiets als in het donker door je huis stommelen als er een stop is doorgeslagen en je met je tastende hand naar oriëntatiepunten moet zoeken.
Dat vind ik mooi gezegd en ’t is nog waar ook. Terwijl ik destijds een boek over mijn kinderjaren↗︎ aan 't schrijven was, kon ik die onzekerheid ervaren; na enkele tientallen bladzijden wist ik nog altijd niet welk soort boek het worden zou: autobiografie, memoires, roman fleuve, autofictie… 
In Mantels boek staat nog zoveel meer wat met de stiel te maken heeft. Bijvoorbeeld waar ze de titel — De geest geven — van haar boek expliciteert. Is het waar wat ze daar zegt? Ik denk het wel.
Geesten zijn de rafels en flarden van het leven van alledag, informatie die je verzamelt zonder te weten wat je ermee moet doen, kennis die je niet kunt verwerken, het zijn de kaarten die je uit de kaartenbak hebt gegooid, inktvlekken op het papier.
Zelf noem ik die 'rafels en flarden' niet geesten, maar compost. Voor ik begin te schrijven leg ik een compostbak aan. Wat daar allemaal in gaat? 'Informatie die je verzamelt zonder te weten wat je ermee moet doen', een zootje. Daar groeit uiteindelijk — soms kort nadien, soms na jaren — nieuw leven uit. 
En dan is er nóg een schrijversadvies van Mantel dat ik in toenemende mate ter harte neem:
Denk aan Orwell, die goed proza met een kaal raam vergeleek. Concentreer je op het scherpen van je geheugen en leg je gevoeligheid bloot. Schrap minstens een derde van elke pagina die je schrijft. Probeer geen uitzinnige opsmuk in je zinnen te persen. Denk goed na wat je precies wilt zeggen. Zet het zo krachtig en direct mogelijk op papier. Eet vlees. Drink bloed. Hang je sociale leven aan de wilgen en denk maar niet dat je vriendschappen kunt onderhouden. Sta op in het holst van de nacht en gebruik je bloed als inkt (…)
Dat Orwelladvies heb ik me zodanig eigen gemaakt dat het een verhaal geworden is, een surrealistisch handpalmverhaal. Schrijfadvies wordt plot! Ge moet dat zeker 1s lezen, 't is kort en 't zal u deugd doen, ’t heet gewoon Surrealistisch verhaal↗︎.
Flor Vandekerckhove↗︎


(°) Hilary Mantel in De geest geven. Vertaald door Gerda Baardman en Anne Jongeling. 2016. Uitg. Atlas Contact, A’dam/A’pen. 236 p.


De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. Mail erom: liefkemores@telenet.be. (Vermeld de titel.)

woensdag 28 september 2022

Wissant: de vrouw met de baard

Links: met de zelfontspanner van mijn kodak vereeuwig ik mezelf met Sainte Wilgeforte in de kerk van Wissant. Midden: op veel schilderijen van de Heilige Wilgeforte is er een muzikant die haar lijden verlicht; als dank schenkt zij hem een schoen. Rechts: in Wissant neem ik graag de rol van muzikant op mij.


Tania stapt van Bonningues-lès-Calais↗︎ naar Wissant↗︎, korte wandeling voor haar doen, 22 kilometer. In dat badplaatsje wacht ik haar op. Vanaf de dijk stap ik naar het centrum, speurend naar inspiratie. Uit de kerk komt een uitnodigend muziekje en omdat ’t intussen hevig regent ga ik in op de uitnodiging. Rond mij herken ik de iconen van mijn katholieke kindertijd, de mij bekende heiligenbeelden, behalve die ene… Sainte Wilgeforte. Ik zie een gekruisigde vrouw: wespentaille, boezem, vrouwenkleed. Met… baard!
We zijn nu een dag later. Ik vlooi uit wie de Heilige Wilgeforte↗︎ (*) is. En dit is het verhaal. Een vader verplicht zijn dochter met een heiden te trouwen. Om daaraan te ontsnappen bidt ze tot God opdat hij haar aartslelijk maken zou. God verhoort haar bede en schenkt haar een ferme baard. Dat ziet die heiden uiteraard niet zitten en hij ontvliedt haastig zijn toekomstige. Vader kan er niet om lachen en kruisigt zijn dochter. Wrede tijden.
’t Is een fictief verhaal. De vrouw met de baard heeft nooit bestaan, tenzij op de foor. Daar komen ze ook in ’t Vaticaan achter en in 1969 halen ze haar van de heiligenkalender. Dat belet niet dat haar beeltenis in de kerk van Wissant (**) blijft hangen. Wat nog maar eens aantoont dat ge van al die kerkelijke dingen niet veel moogt geloven. Dat ze daar blijft hangen betekent natuurlijk ook dat ze in de katholieke propaganda nog bruikbaar is, bijvoorbeeld als patroonheilige voor de regenboogmensen van het veelzijdige label LGBTQ↗︎.
Er is nog iets. Op schilderijen krijgt de gekruisigde Wilgeforte veelal een minstreel aan haar voeten mee. Zijn muziek verlicht haar lijden. Als dank schopt ze een van haar gouden schoentjes af, met een speelmanswonder↗︎ tot gevolg. Volgens mij wordt ze alzo ook de patroonheilige van het schoenfetisjisme↗︎, iets wat de kerk wel een beetje meer in de verf mag zetten, vind ik.
Flor Vandekerckhove↗︎


(*) In de volksmond ook Sint-Ontkommer↗︎.

(**) Sainte Wilgeforte wordt niet alleen in Noord-Frankrijk vereerd, maar ook op plekken in Engeland, België, Nederland, Duitsland, Zwitserland, Oostenrijk, Tsjechië, Polen, Spanje en Latijns Amerika, soms onder een andere naam: Dappere Maagd, Hellebrecht, Helper, Ontkommer en Ontcommere ('helpt bij ontkommer, lost kommer op'), Kümmernis, Virgo Fortis (Sterke Maagd), Regenfledis, Liberata, Vilgeforte en Virgeforte).



De e-boeken van De Lachende Visch zijn gratis. Stuur een mail naar liefkemores@telenet.be↗︎. (Vermeld de titel.)

dinsdag 27 september 2022

De dagen korten


De dagen korten, het duister neemt het over van het licht. Deze morgen was ’t nog donker toen ik opstond. Het inspireerde me tot ’s Ochtends, een van de 200 driezinnenverhalen die ik wil schrijven. (Dit is nummer 105, nog 95 te gaan.) Bij de declamatie begeleid ik mezelf op de strumstick, daarbij in toom gehouden door de bassist (Ambient Sub Bass) en de drummer (Cold Chills Beat) van GarageBand. Je kunt horen dat we elkaar al een beetje gewoon geraakt zijn. De gifs die ik in m’n YouTubefilmpjes gebruik zijn van de categorie Fair Use, ’t zijn gifs die algemeen beschikbaar zijn (Wikimedia Commons, Pinterest, Wikiart etc) en die ik uitsluitend voor niet-commerciële doeleinden gebruik. In dit geval is het een gif van Bill Domonkos, zoals dat in mijn YouTubefilmpjes wel meer gebeurt. 


95 — ’s Ochtends — ‘k Hoor het tuitend’ hoornen in mijn oren. De wekker tikt luid als nooit tevoren. De ochtend is nabij voor mij. (Flor Vandekerckhove)


's Ochtends Op YouTube

www.youtube.com/watch?v=qKooHzE9zdI

[123]

zondag 25 september 2022

Gene Simmons en ik: geen vrienden

Flor Vandekerckhove en Gene Simmons (rechts) zijn het over vriendschap eens, maar zijn ze ook vrienden? Godver neen!


Selma Franssen schrijft een boek over Vriendschap in tijden van eenzaamheid, en de krant wijdt een dubbel blad aan die kwestie. Wilt ge gezond blijven en lang leven móet ge vrienden hebben, is de teneur: 
‘We maken exytine aan als een vriend bij ons is op stressvolle momenten, sterke sociale banden geven het immuunsysteem een boost en ze verlengen onze levensduur. Naarmate we ouder worden, vergroot de invloed van vriendschap op onze gezondheid (…)’ 
In haar boek legt die Selma uit hoe ge dat moet doen, vrienden maken, en ik zie dat er ook al een app bestaat. Ik ga me dat boek zeker niet aanschaffen en die app evenmin. Ik ben in deze als Christine Van Broeckhoven↗︎ die onomwonden zegt:
‘Vriendinnen of vrienden heb ik nooit echt gehad, dat moet ik eerlijk toegeven. Het zit gewoon niet in mij om mijn hart uit te storten. (lacht) Ik ben min of meer asociaal, in die zin dat ik dagen alleen kan doorbrengen. We zijn ook geen koppel dat dinertjes geeft. We zijn geen netwerkers. We hebben daar geen behoefte aan.’ 
Zullen Christine en ik daarom minder lang leven? Zijn we daarom ongezond? Mankeren we exytine? Dat denk ik niet. En kijk wat Gene Simmons van Kiss↗︎ over vriendschap zegt: 
‘Hoe zeg ik het zonder onmenselijk te klinken? Ik heb geen vrienden. Voor mij is een “vriend” iemand die je belt als je niet weet wat te doen. Maar ik ben vooral geïnteresseerd in wat ík wil doen. Ik wil niet doen alsof ik geïnteresseerd ben in jou; want dat ben ik niet.’
Zo cru zou ik het zelf nooit formuleren, en mijn gezicht à la Simmons schilderen zult ge me ook niet gauw zien doen. Die Gene Simmons als vriend? Ge moogt daar toch niet aan denken.
Flor Vandekerckhove↗︎

De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be↗︎. (Vermeld de titel.)

vrijdag 23 september 2022

Misschien herinnert u zich Hubert Derdeyn, maar kent u Huub Onzia?


In ’t lager schooltje zitten we in hetzelfde lokaal, hij in de zesdes, ik in ’t vijfde, hij is een jaartje ouder. In dat lokaal zit ook z’n tweelingbroer, en thuis wonen ze met z’n velen in de Verbondenenlaan. Na dat lager onderwijs zie ik hem nog zelden, of ‘t is een keer op ’t strand waar hij deel uitmaakt van de reddingsdienst. Voor de rest worden onze schaarse ontmoetingen geregeerd door het toeval. Een keer komt hij luisteren wanneer ik op een podium m'n verhalen declameer. Nu zie ik hem vooral op Facebook waar hij korte filmpjes post, waarop hij toont hoe zijn jacht de golven klieft. 

Ge kent mijn theorie van de klomp klei↗︎: wie met zijn jeugd tevreden is, probeert de klei naar het bestaande te boetseren, hij wordt een conservatief. Ontevredenen daarentegen hebben geen model, zij worden links of lastig (of beide, zoals ik.) Komt het daardoor dat ik er zoveel ken die onderweg hun naam veranderen? Robert wordt Rob, Jean-Pierre wordt JP, Albert wordt Bert, Johny wordt John, Freddy wordt Fred, Gerda wordt Gerdje, Carla wordt Caroline, ik word Flor en Hubert Derdeyn wordt Huub Onzia (waarbij Onzia moeders naam is.)

Hij vertelt me over zuurstoftekort bij de geboorte, een zwakke gezondheid en een CO-vergiftiging. Er vallen woorden als dyslectie, hyperkinesie en autismespectrumstoornis. Hij heeft het over kinderdromen (piloot, ballet) die thuis gekortwiekt worden… Dat alles belet hem toch niet om uit de vakschool weg te geraken, naar de sporthumaniora, en na de middelbare studies naar de univ in Leuven waar hij als kinesist afstudeert. 

Intussen blijft hij jeugddromen nastreven: hij leert parachutespringen, haalt een brevet zweefvliegen, leert navigeren, initieert zich in de edele sport van het boksen (!) en volgt balletlessen waar hij maar kan: ‘De oude droom — een professionele danser worden — stak voortdurend de kop op, ik ging klassiek ballet volgen, al was het met tussenpozen, participeerde aan internationale dansstages, van neo-klassiek tot modern, over post-modern, tapdans, folklore, mime, bewegingstheater en contactimprovisatie. Uiteindelijk ontwikkelde ik een eigen bewegingsleer, een methode om te dansen zonder dat je in vastliggende patronen wordt gedrild.’ De droom gaat in vervulling: balletdansen wordt zijn beroep. Enkele jaren geeft hij les in een eigen loft, maar hij trekt met zijn bewegingsleer vooral de boer op. Thuiskomen doet hij uiteindelijk in De Werf in Brugge, waar een werkongeval in 1992 een einde aan zijn carrière maakt, iets wat duidelijk nog altijd wringt. De revalidatie duurt meer dan twee jaar. Een herscholing leidt hem naar het ontwerpen van juwelen. Op ’t einde van zijn beroepsloopbaan ontmoet ik hem in een Brugs museum, waar hij suppoost is en waar hij… zijn huidige gezellin leert kennen.

Al wat ik hierboven zo sec in enkele lijnen samenvat, beschrijft Huub me met tig keer meer woorden, in detail, en met een gloed die van de passie getuigt waarmee hij ’t leven leeft. Dat doet hij ook wanneer hij over ’t zeilen spreekt, waarmee hij thans veel van zijn dagen vult. Varen is overigens iets wat hij van huis uit meekrijgt. Vader kocht destijds een reddingsboot die hij ombouwde en nu is Huub aan zijn vierde boot toe, een Spirit 28, zijn Duende, 8,5 meter lang. 

’t Is trouwens in de jachthaven van Blankenberge dat we afspreken. Daar zegt Huub me dat hij in behandeling is voor prostaatkanker. Er is een operatie geweest en nu zijn er bestralingen: ‘Mijn darmen hebben er geen plezier aan. Het brengt stress mee. Maar ik heb al hogere zeeën bedwongen.’ Hij doelt onder meer op twee ernstige  TIA’s↗︎ (2015 en 2017): ‘Mocht het nog een derde keer voorkomen, is ’t fataal.’ 

Tijd om af te sluiten: ’Voor velen lijkt mijn leven turbulent geweest te zijn, bizar en apart, maar ik ben uiteraard, net als iedereen, gewoon een sterfelijk mensje. Voor mij rijst nu de vraag hoe ik de mij resterende tijd zinvol kan besteden. Ik ben een dromer met een enorm fantasievermogen, maar ik ben ook een realist en streng voor mezelf. Niet het aantal geleefde jaren telt, wel hoe je de je toegemeten tijd beleeft. En daar zijn we zelf verantwoordelijk voor.’

Hij gaat zijn boot stevig vastsjorren, er is storm op komst. Onderweg naar huis vraag ik me af hoe ik het leven van Huub Onzia in één zin kan samenvatten. Ik denk aan Frank Sinatra: I did it my way!

donderdag 22 september 2022

Mijn lange hete zomer van 2022


Terwijl in Brussel, hoofdstad van Europa, honderden mensen op straat slapen, wat ook in Amsterdam het geval is, waar Artsen zonder grenzen ingezet worden; terwijl 2000 migranten in Calais proberen de gevaarlijke oversteek te maken; terwijl de oorlog in Europa vervaarlijk woedt; terwijl gas en elektriciteit onbetaalbaar duur worden; terwijl een hatelijk nationalisme alom het politieke spel beheerst; terwijl corona ons deze winter weer zal binnenhouden; terwijl ijsbergen in zee vallen; terwijl de oogst weer tegenvalt en de frieten duur worden… Samenvattend: terwijl het kapitalisme de wereld verder om zeep helpt en ik in de verste verte geen Internationale ontwaar die de tegenaanval in kan zetten; terwijl dit alles gaande is en niet gaande, en er bijgevolg ‘k weet niet hoeveel redenen zijn om het hoofd te laten hangen, hoop ik dat ik me de lange hete zomer van 2022 blijf herinneren als deze waarin ik haast dagelijks door de branding waden kon, met opgeheven hoofd, vanaf het Duingat — Dunegat — voor mijn deur tot aan de vuurtoren in Oostende, 40 minuten stappen, waar ik een wijl op de rotsen van de strekdam verpoosde, genietend van het weer, en de terugweg aanvatte, weer 40 minuten, intussen de toepasselijke oneliner bedenkend:
‘zeezout zand ozon zonnehoed zonovergoten zonnezomer’ 

Waarna ik er thuis, in de luwte van mijn woning, een cirku (°) van maakte, een cirkel, waarbij het de lezer vrij staat bij een woord van keuze te beginnen. En omdat het een goede cirku is, houdt de oneliner stand, ongeacht waar je begint te lezen. Ja, zo wil ik me de lange hete zomer van 2022 blijvend herinneren. Daarbij nogmaals aan mijn gezel Dave Van Ronk↗︎ denkend die sprak & zei: ‘’t Is niet omdat je een linkse meubelmaker bent dat je linkse kasten moet maken.’
Flor Vandekerckhove↗︎


(°) Op https://hailhaiku.wordpress.com/2008/03/16/whats-a-cirku/: A cirku is a haiku presented in a circular form, with gaps indicating lineation. You read the poem clockwise, usually beginning at about the one o'clock position. The reader is free, however, to start on any 'line'. A true cirku will work, irrespective of which gap you begin reading it from.


Deze cirku op YouTube

www.youtube.com/watch?v=QGljh8WPywU

[104] 

woensdag 21 september 2022

Calais, stad aan het Nauw van Kales

Voor het stadhuis staat Rodins beeldengroep De Burgers van Calais. Rechts: met behulp van Photoshop neem ik een van die Burgers mee naar ’t strand om daar met hem van gedachten te wisselen over de hedendaagse situatie van de stad en van de wereld.



Tania wandelt van Licques↗︎ naar Bonningues-lès-Calais↗︎, ze stapt die dag 31 kilometer af. In afwachting dat ik haar daar ’s avonds oppik, bezoek ik havenstad Calais.
Er staan nogal wat monumenten. Ik ontmoet er de plaatselijke kaper Tom Souville en twee keer bots ik op Charles de Gaulle, eerst in ’t gezelschap van Churchill en daarna wandelend met z’n echtgenote. Indrukwekkend is de beeldengroep van Auguste Rodin: zes inwoners, blootsvoets en in boetekleed, strop rond de hals. Ze offeren zich op om anderen te redden: De Burgers van Calais↗︎.
Dankzij de trukendoos van Photoshop neem ik een van die burgers met me mee naar ’t strand. Samen kijken we uit over ’t Nauw van Kales↗︎, nauwste zeestraat van ’t Kanaal. Aan de einder: de krijtrotsen van Dover, nauwelijks 40 kilometer ver. Wie hier staat begrijpt de hardnekkigheid waarmee migranten de sprong blijven wagen. Na een reis van duizenden kilometers is daar nu eindelijk, binnen oogbereik, het beloofde land↗︎. En zo komt het dat zich in de omgeving van Calais vandaag 2000 haveloze mensen↗︎ ophouden, zonder enige vorm van onderdak en zonder hulp van de overheid, zonder de accommodatie die er vroeger wel was. Ze wachten tot wanneer ze de kans schoon zien. 
Er zijn mensen die zich over hun lot ontfermen, enkelingen die de publieke opinie uitdagen en het neerbuigende gepraat van de goegemeente trotseren.
Voor mij zijn die hulpverleners de hedendaagse Burgers van Calais. ’t Zijn onder meer burgers die van mijn geboortestad Oostende naar Calais afzakken en van mijn thuisgemeente Bredene — zelfs uit mijn straat. Zij offeren zich al jaren op om die 2000 van kleren en voedsel te voorzien, daden die indruisen tegen wat anderen ‘het gezond verstand’ noemen. Aan die humanisten draag ik deze post op, want ook in deze geldt: wie één leven redt, redt de hele wereld. Ik doe dat ook omdat ik me ervan bewust ben hoezeer mijn eigen situatie inwisselbaar is met die van zo’n migrant; Italo Calvino ziet dat ook:
‘(…) hij ziet hoe iemand op een plein een leven leidt of een moment beleeft dat van hem had kunnen zijn; in plaats van die man had hij daar nu kunnen zijn als hij zoveel eerder in de tijd stil was blijven staan of als hij zoveel eerder niet die ene weg was ingeslagen maar die in tegenovergestelde richting en zich dan na lange omzwervingen zou blijken te bevinden op de plaats van die man op dat plein. Nu is hij inmiddels uitgesloten van dit echte of hypothetische verleden; hij kan niet stoppen, hij moet verder gaan tot aan een andere stad waar hem een ander verleden wacht, of iets wat misschien een mogelijke toekomst voor hem was geweest en nu het heden van iemand anders is. (…)’ (°)
(°) Geciteerd uit Italo Calvino. De onzichtbare steden↗︎. L.J. Veen Klassiek A’dam/A’pen. Veertiende druk 2013. Oorspronkelijk Le città invisibili, 1972. Nederlandse vertaling Henny Vlot.

Nieuw in Flor in spoken word: de oneliner van Calais.
Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Vandaag een nieuwe oneliner: De oneliner van Calais. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.

maandag 19 september 2022

Oostende: onmetelijke rijkdom en schrijnende ellende

Bladzijde uit La Vie d’Ostende, met tekeningen van Mars (1896)


In DLVuurtorenwachter postte ik in 2013 een lang stuk over de toeristische ontwikkeling van Oostende. In 2022 redigeer ik het stuk opnieuw, waarbij ik het herleid tot twee kortere posts. Het eerste heet Komst van het toerisme in Oostende↗︎. Het tweede staat hieronder.

In de tweede helft van de negentiende eeuw werd Oostende een toeristische attractie. Elke zomer gaf het mondaine Europa er rendez-vous. De trein verbond de stad met heel het vasteland, terwijl de maildienst Oostende-Dover vanaf 1846 als 't ware een brug over het Kanaal sloeg. In 1896 woonden in Oostende zo’n 30.000 mensen. In datzelfde jaar verbleven er in de stad al 41.898 toeristen: 39.924 kwamen uit Europa, er waren ook 1.691 Amerikanen, 169 Afrikanen, 63 Aziaten en 51 Australiërs. De mondaine wereld had de stad ontdekt en de neringdoeners konden er alleen maar wel bij varen.
Op de zeedijk en in de voornaamste straten werden prachtige verblijven gebouwd, waarin rijke industriëlen en edellieden hun tijd doorbrachten in zalig nietsdoen. 
In het kursaal, het casino en de luxewinkels waren de prijzen voor de vissers onbetaalbaar. Die moesten vele maanden zwoegen om datgene te verdienen wat de rijken in enkele uren aan nutteloze zaken besteedden. De stad werd daardoor een plek van confrontatie tussen onmetelijke rijkdom en schrijnende ellende. Dat was uiteraard niet bevorderlijk voor het toerisme. Dus diende er naar een andere locatie voor de vissers gezocht te worden. Onderwijzer Foutry die een geschiedenis van Oostende schreef formuleert het zo: 
‘Verder was heel het visscherskwartier één woonkazerne geworden en waren de kroegen zoodanig in aantal toegenomen dat ons zeevolk in een gealcoholiseerd ras dreigde te ontaarden. Men begrijpt dat, ook op zedelijk gebied, een ware ondergang van ons volk te voorzien was. (…) Vergeten we daarbij niet, dat de visscherskinderen op die wijze bewaard blijven voor het beroep van hun voorvaderen, daar allerhande “postjes” in een te nabije seizoenstad tal van zeemanszonen aan de scheepvaart ontrukten.’
De maatschappij ‘Ostende Phare et Extension’, afgekort Opex, was de naam van de firma die eind 19de eeuw werd belast met de bouw van een totaal nieuwe wijk voor de vissers en arbeiders aan de Oosteroever van de haven, langs de toenmalige Congolaan (nu E. Moureauxlaan). De wijk tussen de E. Moreauxlaan en de Oostendse Spuikom (intussen ook een gewone woonwijk met een combinatie van rijhuizen, bungalows, villa's en appartementen) heet in de volksmond nog altijd ‘den Opex’.
Flor Vandekerckhove↗︎

Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.



zondag 18 september 2022

Mia Doornaert: sigaretten en linkse moves

Foto rechts. Mia Doornaert, rokend. Links: Vrouwen hebben ook recht op longkanker! Met deze slogan trekt Dolle Mina op 4 maart 1970 in Antwerpen voor het eerst de straat op. Doelwit: een verzekeringskantoor waar mannen wel en vrouwen niet mogen roken. De actie is provocatief, maar niet origineel, in 1929 demonstreren al rokende suffragettes op straat. Meer hierover in Op zoek naar de moeder aller infiltranten↗︎. [Namen op de foto: 1. Tilly Stuckens; 2. Roos Proesmans; 3. Josette Pandelaers; 5. Liz Sanderson; 6. Chris Libert (?); 7. Mia Doornaert. Meer namen? Stuur ze naar liefkemores@telenet.be↗︎.]


Zes dagen geleden post ik hier↗︎ een stukje over ’t verleden van journaliste Mia Doornaert (°1945). Er volgt commentaar van voor- en tegenstanders, zelfs in die mate dat ik iets meer over deze beslagen rechtse propagandiste wil schrijven. Haar oud-collega Freddy De Pauw↗︎ geeft de voorzet. 
In het begin klikte het wel tussen ons. Ze ontving me in 1972 met open armen op de buitenlandredactie van De Standaard. We waren het over veel dingen eens. We feestten de avond dat François Mitterrand in 1981 tot president van Frankrijk werd verkozen, gewoon omdat we beiden blij waren met een linkse zege. Ze stapte achter mijn vriendin Roos Proesmans mee op in een optocht van rokende Dolle Mina’s, toen een zeer opgemerkte protestvorm. Dat ik trotskist was, vormde voor haar zeker geen probleem. 
Ook journaliste Agnes Goyvaerts↗︎ herinnert zich haar toen nog jonge collega:
Ik ben nog met haar op een feministenreis naar Cuba geweest, een voorbeeld op ’t gebied van geneeskunde en kinderopvang. En nu ben ik verbaasd hoe ze, over welk onderwerp het ook gaat, er telkens weer in slaagt om Mitterrand een veeg uit de pan te geven.
Freddy De Pauw weer: 
Op de redactie begrepen verscheidene collega’s het nut van een vakbond, onder wie Mia Doornaert die aanbood onze afgevaardigde voor de socialistische bediendevakbond te worden. Bij de sociale verkiezingen werd ze lid van de Ondernemingsraad. Ze deed dat militant, er waren goede relaties met de andere bedienden en de arbeiders, ze bekwam dat de arbeidsduurvermindering voor journalisten in volle dagen werd omgezet… Rode Mia! Ze ging de journalistenbond AVBB voorzitten. Met haar gave van het woord en haar ruime talenkennis schopte ze het tot voorzitter van de Internationale Federatie van Journalisten.
Toffe madam. Waar loopt het dan mis? 
Buitenlandredacteurs moesten vaak naar recepties en diners. Met uitzondering van Mia zagen we daar allemaal ferm tegenop. We boden haar de titel van ‘diplomatieke correspondent’ aan, wat ze gretig aannam. Daarmee kon ze naar hartelust ‘netwerken’ en relaties uitbouwen… Ik zag in de praktijk gebeuren wat Karl Marx zei: “het zijn bepaalt het bewustzijn.” De vele contacten met generaals en diplomaten tastten haar kritische zin aan, ze werd gezagsgetrouw, wat een van de grote kwalen van de journalistiek is. Die gezagsgetrouwheid werd uiteindelijk beloond met een adellijke titel, ze werd barones Mia Doornaert.
Marx zei het op zijn manier, mijn buurman zegt het zo: 'Ge weet hoe ’t gaat hé Flor: wie bij de hond slaapt, krijgt zijn vlooien.' Tot wat het kan leiden lees je in d’r columns en zie je in haar tussenkomsten op tv. Zegt mijn buurman nog: 'Misschien beseft ze 't zelf niet eens.' En terwijl de avond over 't land valt, laat hij de hond nog eens uit.


De e-boeken van Flor Vandekerckhove worden buiten de markt geproduceerd en als een gift verspreid. Alles gratis! Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be. (Vermeld de titel.)

zaterdag 17 september 2022

De vergeten stem van het geweten


‘Weten’ is een van de 200 driezinnenverhalen die ik aan ’t schrijven ben, nauwelijks drie zinnen lang: opening, midden, slot; telkens één zin. Dit is nummer 104, nog 96 te gaan. Bij ’t declameren begeleid ik mezelf op de strumstick↗︎, daarin geassisteerd door de bende van GarageBand. De gif die ik in ’t YouTubefilmpje gebruik is van Bill Domonkos.


96 — Weten — Ik volgde haar. Volgde ik tegelijk de stem van mijn geweten? Haar volgend kon ik ’t antwoord op zo’n simpele vraag simpelweg niet weten. (Flor Vandekerckhove)


Weten op Youtube

www.youtube.com/watch?v=JaPXVR_Ucys

[107]


De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis. Vraag ernaar via liefkemores@telenet.be↗︎. (Vermeld de titel.)

vrijdag 16 september 2022

Veronica, een meid die ertoe deed

Links: 1967. Vader en zoon Vandekerckhove aan het kapblok van de kiekenwinkel. Rechts: het radiopiratenschip Veronica.



Vakantie is niet echt vakantie, ’t is werken. In weekends gebeurt dat vooraan, in de winkel; op weekdagen is ’t achteraan, in ’t slachthuis waar honderden kippen eraan moeten geloven: kelen, uitbloeden, weken, pluimen, ontdarmen, koelen. Ja, vader is poelier.
Op vrijdagmiddag beent vader naar voren, terwijl ik achteraan de boel afsluit. Ik spuit massa's bloed weg en luister naar radio Veronica die een kwartier lang The Beatles draait.

We zijn halverwege de trente glorieuses↗︎. Jongeren worden consumenten, er ontstaat een markt voor jeugdcultuur, vooral muziek. Staatszenders hebben geen oren naar die muziek, maar wat ze wel hebben is een zendmonopolie. Slimme commerçanten tasten daarom de grenzen van de wettelijkheid af om de exploderende jongerenmarkt in te palmen. 
Op zee is zo’n grens de driemijlszone. Daarbinnen heerst de wet, daarbuiten ’t wilde westen. Dus worden die commerçanten kapers op de kust. Ze schaffen zich een schip aan, plaatsen er een zendmast op en ankeren het vlak buiten de territoriale zone. Daar zenden ze bijvoorbeeld op vrijdagmiddag een kwartier lang The Beatles uit en ik luister er thuis met rode oortjes naar. Daar valt goed geld aan te verdienen, bijvoorbeeld via sigarettenreclame die ik tijdens dat kwartiertje Beatles evengoed tot mij neem.
Er is niet alleen Veronica. Er zijn nog kapers op de kust: Radio Caroline↗︎, Radio 227↗︎, Capital Radio↗︎, Radio Noordzee Internationaal↗︎, Radio Atlantis↗︎, Radio Mi Amigo↗︎… (De lijst is verre van compleet). Dat wordt drummen op zee. 
En de concurrentie is dodelijk. Ook letterlijk. Dat ondervinden die van Radio Noordzee als ze ei zo na aan een bomaanslag ontsnappen, aangestuurd vanuit… Radio Veronica. Zo’n maffiapraktijken zijn er wel meer. Radio City zendt in 1966 uit vanaf de Shivering Sand Towers↗︎ in de Theemsmonding. Er ontstaat onenigheid tussen de twee initiatiefnemers en een ervan grijpt naar de grote middelen. Zijn trawanten bestormen de installatie en overweldigen het personeel. Waarna de twee partijen in pure maffiastijl onderhandelen en als dat niets oplevert, wordt de ene… doodgeschoten (en de andere aangehouden.) Uiteindelijk verlaten de bezetters het fort en Radio City komt weer in de ether. Hippe muziek, dat wel.
Flor Vandekerckhove↗︎

woensdag 14 september 2022

Paradijselijk naaktstrand in… Oostende


Bredene heeft als enige kustgemeente een naaktstrand. Sinds 2001 ontwikkelt het zich tot een van de drukste stranden; op piekmomenten komen daar duizend nudisten samen van de zon genieten.
Bredene mag enig zijn, het is niet de éérste badplaats aan de kust 
waar naakt gezwommen wordt. In 1856 noteert een Franse schrijver van reisverhalen dat er in Oostende drie soorten baden zijn, waaronder Le Paradis waar men naakt zwemt. Wijlen Omer Vilain↗︎ meldt het in een stukje (°) waarin hij ook schrijft waar dat paradijselijk stukje strand gelegen was.
Zoals gezegd was het naaktbaden, zoals het reglement het voorzag, enkel op het strand ten westen van de stad toegelaten. Beter gezegd op het gebied van Mariakerke dat toen nog aan de duinen ter hoogte van de huidige Parijsstraat begon. Dit strand werd door Oostende aan de zelfstandige gemeente Mariakerke gehuurd. Het was deze badstrook die de vreemdelingen als “Le Paradis” betitelden. Veel badgasten, meestal Duitsers, Polen en Russen, konden er zich naar hartelust rechtstreeks aan het zeewater overleveren. Tussen hen trof men ook Prins Wilhelm, de latere Duitse Keizer, aan.
We moeten de vergelijking met Bredene nuanceren. Zich ontkleden deed Wilhelm in een badcabine die 50 tot 70 centimeter diep in zee gereden werd. Een luxe die uiteraard niet iedereen gegund was. Telgen van ’t gewone volk ontdeden zich in de duinen van hun kleren en liepen daarna rap over ’t strand ’t zeewater in. In 1858 deden enkelen dat niet snel genoeg en de gendarmen grepen hen bij de kraag. De Oostendenaars namen dat niet, er kwam beroering en de gemeenteraad wees de hogere overheid op het stedelijk paradijselijke reglement.
De zaken bleven aanslepen tot men in 1868 nogmaals het politiereglement op de baden ter sprake bracht. Dan ook vond men nog maar twee achtbare gemeenteraadsleden die in het textielbaden de redding van ziel en vaderland zagen. En toch heeft men in 1870, niet om de goede zeden, maar wel om de handelaars en verhuurders van badpakken genoegen te doen, het zwemkostuum algemeen verplicht gemaakt. Dokter de Jummé deed toen nog een scherpe aanval in de Gemeenteraad, maar het werd toch het einde van “Le Paradis”, dat ons strand jarenlang wereldberoemd had gemaakt. 


(°) Omer Vilain. Het paradijs, in Langs de Oostendse kateien. Kleine Oostendse histories. Met een voorwoord van Louis Major. Oostende. 1974.


Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.

maandag 12 september 2022

De iron lady van de journalistiek en haar trotskist

Mia Doornaert en Christoffer Hitchens

 

Mia Doornaert (°1945) is een gepensioneerde journaliste, erg beslagen in de rechtse stemmingmakerij en daardoor zeer geliefd bij kranten en tv-zenders. In een recent krantenstukje (°) vergelijkt ze de Britse premier Liz Truss met haar verre voorgangster Margaret Thatcher. Ik zou er niets over zeggen ware het niet dat mijn oog aan enkele lijnen blijft hangen:
Ik herinner me een ervaring tijdens een diner in de lente van 1986, in een trendy Londens restaurantje met een collega van The Guardian, en een vriend van hem, studiegenoot van Oxford en medetrotskist. De vriend was casual elegant met een wit hemd, jeans, blote voeten in docksides, maar met ook een oud jasje waarvan de dure tweed en de perfecte coupe het erfstuk van een gentleman verraadde — zijn vader was deken van de Church of England. Als gauchist was hij natuurlijk tegen Thatchers politiek, maar na een nogal rijkelijk met drank besproeid diner kwam zijn echte afkeer eruit: ‘She’s lower middle class.’
De man maakt indruk op Mia, zoveel zelfs dat ze zich veertig jaar later nog àl zijn kleren herinnert. Wie was de trotskist die met Mia aan ’t tafelen was? Doornaert leert ons dat hij in de journalistiek toeft, goedgekleed is, Oxford, flink doorzuipt en een vader heeft met iets in de Church of England. 
Trotskisten in de journalistiek, het komt wel meer voor; trotskisten die doorgestudeerd hebben, zo zijn er veel; trotskisten die zuipen, je kunt er meer dan één kroeg mee vullen. Maar een trotskist wiens vader deken van de Church of England is? Zo lopen er geen tien rond. Ik ga op zoek.
Zo'n zoon vind ik uiteindelijk niet, maar ik vind wel iemand die daar sterk op gelijkt. In zijn memoires (°°) schrijft Christopher Hitchens (1949-2011) hoe zijn moeder ervandoor gaat met een voormalige predikant van de Church of England. En jawel, Christopher Hitchens heeft in Oxford gestudeerd, toeft in de journalistiek, gaat goedgekleed door ’t leven en heeft een drankprobleem. In 1968 Is hij toegetreden tot de International Socialists. Lang blijft hij daar niet, maar hij blijft zich wel nog lang een soort trotskist noemen, meer bepaald een posttrotskist. Is hij de disgenoot van Mia? Wel: si non è vero è ben trovato.
Posttrotskist? Een presidentskandidaat van de Franse trotskisten werkte als facteur in Parijs, maar dat zie ik die Christopher nergens doen. Richard Seymour die een indrukwekkende kritiek op Hitchens schrijft (°°°) komt tot de conclusie dat de posttrotskist niet bestaat. Hitchens is gewoon een kazakdraaier. Volgens Daniel Oppenheimer (°°°°) is 1989 daarin een scharnierjaar. De val van de Sovjet-Unie bevrijdt Christopher Hitchens van zijn laatste banden met het marxisme. Hij zal zich nog vijftien jaar socialist blijven noemen, maar meer dan aanstellerij is dat niet.


(°) Mia Doornaert: Truss, de nieuwe Thatcher? No way. In De Standaard, 8 september 2022.

(°°) Christopher Hitchens. Hitch-22: A Memoir. Atlantic, 2010.

(°°°) Richard Seymour. Unhitched: The trial of Christopher Hitchens. 2013. Londen Verso.

(°°°°) Daniel Oppenheimer. A man alone: Christopher Hitchens. In Exit Right, The People who Left the Left and Reshaped the American Century. 2016. New York, Simon & Schuster.



Sinds kort is er op Facebook een pagina Flor in spoken word. Hij dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen beter kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier↗︎.

zaterdag 10 september 2022

Als de muziekmodus verandert, wankelen de stadsmuren

Van links naar rechts: Allen Ginsberg met John Lennon, Bob Dylan en Paul McCartney.

Mocht ik in 1939 geboren zijn, ik zou van de stille generatie (1931-’40) zijn, een generatie van gezagsgetrouwen. Maar ik ben een telg van de daaropvolgende generatie, die van 1941-’55, de protestgeneratie. Die streeft, zegt de socioloog, geen gezagsgetrouwheid na, maar het tegendeel ervan: ongehoorzaamheid. Resultaat: de sixties!
Dan is dit is toch wel merkwaardig: als er één dichter bij die sixties hoort, is ’t Allen Ginsberg↗︎, geboren in… 1926, iemand van de generatie van mijn ouders, de vooroorlogse generatie (1910-1930). Ginsberg is bijgevolg iemand die, over de stille generatie heen springend, vanuit de vooroorlogse generatie in de protestgeneratie terechtkomt. 
Wie in zo’n sprong maakt is larger than life. Vandaar dat de muzikale helden van de sixties wat graag met de oude Ginsberg op de foto gaan. Nog straffer: een halve eeuw na Ginsbergs bundel The Fall of America↗︎ (1971), wordt de dichtbundel even enthousiast gevierd door de crème de la crème van de huidige muziekscene: A 50th Anniversary Musical Tribute↗︎ (2021).


Halverwege de jaren vijftig boomt de Amerikaanse economie, tegelijk hangt daar een benauwend sfeertje. Ginsberg en zijn literaire vrienden van de Beat↗︎ beschouwen zichzelf als outcasts. Die schrijvers inspireren elkaar wederzijds om naar een "nieuwe visie" te zoeken, naar humanere sociale verhoudingen en naar nieuwe literaire stijlen. Op aanraden van Kenneth Rexroth↗︎ stapt Ginsberg af van rijmschema’s. Zijn eerste meesterwerk, Howl — dat je hier↗︎ volledig leest — toont een vormelijk vernieuwende lijnstructuur, maar door die vormvernieuwing, zegt Eliot Katz, tast het gedicht ook al het andere aan: 
Omdat de regels voortdurend weigeren te stoppen bij de rechtermarge van de pagina, tonen ze een volgehouden wil om de poëtische lijn, en bij uitbreiding de cultuur in het algemeen, te bevrijden van beperkende grenzen. Ginsberg titelde een essay uit 1961 met een citaat van Plato: “Wanneer de muziekwijze verandert, wankelen de stadsmuren.” (…) Toen dat originele essay uit 1961 decennia later gepubliceerd werd (…) voegde Ginsberg er een auteursnotitie aan toe waarin hij het verband tussen politieke vrijheid en meer open poëtische vormen bevestigt (…) “De gesloten vormen van de oudere poëzie, zo leek het mij, waren struisvogelkop-in-zand. Het leek me dat doorbraken in nieuwe poëzie sociale doorbraken waren, dat wil zeggen dat ze op de lange termijn politiek waren.” (°) 
Uiteraard werkt ook de inhoud van zijn poëzie daaraan mee en bovenal zijn fysieke présence tijdens de gebeurtenissen. Toch valt het op dat Ginsberg bijzonder veel belang hecht aan de tegencultuur↗︎ in ’t algemeen en de ‘macht’ van poëtische vormen in ’t bijzonder. (°°)  Zorgt Ginsbergs streven naar vormverandering er inderdaad voor dat hij de sprong naar de opstandige sixties kan maken? Wellicht wel, maar niet iedereen is daar even enthousiast over. Politiek analist Thomas Frank↗︎ weet waarom Ginsbergs tegencultuur niet bevrijdend werkt: het kapitalisme is veranderd, zegt hij, de markt is tegenwoordig erg gediend met ‘Ginsbergs zoektocht naar almaar nieuwe kicks’. De recuperatie komt, zegt Frank, doordat Ginsbergs poëzie niet sterk genoeg is om weerstand te bieden. Eliot Katz spreekt Frank hierin tegen. Hij brengt de Britse literatuurwetenschapper (en trotskist) Terry Eagleton in stelling waar die zegt dat het naïef is te denken dat kunst op zichzelf in staat is om recuperatie tegen te gaan. Zegt Eagleton: 
‘Hoe idealistisch om te denken dat kunst op zichzelf de annexatie zou kunnen weerstaan! De kwestie van toe-eigening heeft te maken met politiek, niet met cultuur; het is een kwestie van wie er op een bepaald moment wint. Als zij winnen, blijven regeren, is het ongetwijfeld waar dat er niets is wat ze in principe niet onschadelijk kunnen maken en onder controle houden. Als jij wint, kunnen ze zich niets toe-eigenen omdat jij het je hebt toegeëigend. Het enige dat de bourgeoisie zich niet kan toe-eigenen, is haar eigen politieke nederlaag. Laat ze dat maar eens aan de muren van hun banken hangen. De negatieve avant-garde probeert dergelijke absorptie te vermijden door geen objecten te produceren. Geen artefacten: alleen gebaren, happenings, manifestaties, verstoringen. Je kunt datgene wat zichzelf consumeert niet integreren op het moment van productie. De positieve avant-garde begrijpt dat de kwestie van toe-eigening staat of valt met het lot van een politieke massabeweging.’ (°°°)

Flor Vandekerckhove↗︎


(°) Het citaat vertaal ik uit Eliot Katz. The Poetry and Politics of Allen Ginsberg. 2016. Beatdom Books. 329 pp.
(°°) Dat geldt bijvoorbeeld ook voor wat hij zegt over de 17 lettergrepen van de haiku: De magie van zeventien↗︎.
(°°°) Ik vertaalde de passage uit Terry Eagleton. Ideology of the Aestetic. (Blackwell 1990) (p. 381).

donderdag 8 september 2022

Oneliner van de wind



De oneliner van de wind is een van de 100 poëtische oneliners die ik aan ’t schrijven ben. Altijd één lijn, 17 lettergrepen, geen leestekens, geen kapitalen. De oneliner komt uit het niets en verdwijnt daar ook weer in. 

s winters waait een wind noordnoordwest alle zuidelijke warmte weg

Het illustrerende/inspirerende schilderij heet The Wind Blows (1897, 22.8 x 29.2 cm) en is van de Finse Hugo Simberg↗︎. De kunstenaar stierf in 1917. Zijn werk is publiek domein in zijn land en in alle andere waar de copyright is vastgelegd op het kunstenaarsleven plus 70 of minder. Op YouTube hoort u me de oneliner declameren, begeleid door drummer Darcy van GarageBand, die er hard tegenaan gaat. (Flor Vandekerckhove↗︎)


Deze oneliner op Youtube

Drummer Darcy geeft er een lap op!

[94]