vrijdag 30 juni 2023

Kopje koffie aan de Sommebaai

In Saint-Quentin-En-Tourmont leidt de Chemin des Bergers de wandelaar naar de Sommebaai. Verleden maand waren we hier ook al. Toen arriveerde Tania op deze plek, na een wandeling van 35 (!) kilometer. Starten deed ze toen in het haventje La Madelon⇲ de l'Authie. Vandaag, 28 juni, rondt ze heel de Sommebaai. Geen klein bier, het gaat van deze Chemin des Bergers in een rondtrekkende beweging naar gene kant van de ruim uitzwaaiende baai, naar Cap Hornu, achter Saint-Valery-sur-Somme, een tocht van 27 kilometer. Straks haal ik haar daar op, aan de kaap, maar eerst bezing ik Tania’s nieuwe campingcar in een oneliner, gedicht van één lijn lang, altijd 17 lettergrepen, nooit kapitalen. De foto’s maak ik op die 28ste juni, ’s morgens, bij 't krieken van de dag. De oneliner schrijf ik nog voor de middag. Bij ’t declameren in openlucht begeleid ik mezelf op de strumstick, de drummer van garageband houdt er de maat in. (Flor Vandekerckhove)
      • aan de baai van de rivier koffie nippend zittend naast de auto


De oneliner van Tania’s campingcar

met idyllische openluchtbeelden

Op YouTube

[53]

donderdag 29 juni 2023

Kunnen pastoors ook goed schrijven?

Rechts: Guido Devos. Meer over zijn literaire werk: In het hol van (Guido) Devos.


Guido Devos schrijft een kort verhaal dat Moto Herman heet. Het komt in het herfstnummer van zijn tijdschrift De Vos. (°) Bij wijze van teaser kun je ’t ook van zijn FB-pagina plukken. Daar vraagt hij: ‘Laat maar weten wat je ervan vindt.’ Ik ga kort op zijn vraag in, zeggend dat het verhaal flink wat korter kan. 
Volgens Devos is Moto Herman geschreven ‘in de stijl van blaaskaak Herman Brusselmans’. Daar had ik een opmerking over: ’Dat Herman B. een blaaskaak zou zijn, is een toevoeging die onnuttig is. Tenzij de toevoeging wil zeggen dat je diens literatuur beoordeelt op, laat ons zeggen, morele criteria. (Zoals je eerder ook al deed als reactie op een stuk waarin ik The Who vermeld had.) Dat zijn dus geen goede criteria om kunst en literatuur te beoordelen hé, Guido.’
Devos bevestigt meteen mijn vermoeden: ‘Als morele criteria niet meetellen, dan betekent dat dat je het oké vindt dat mensen beledigd worden en dat vind ik dan weer geen teken van integriteit en weinig blijk gevend van empathisch vermogen.’ Ja, maar ’integriteit’ en ‘empatisch vermogen’ zijn bij mijn weten geen literaire criteria hé Guido, dat zijn criteria van de moralist.
Er zijn er nog die Guido’s vermelding ‘blaaskaak Brusselmans’ op de korrel nemen. Met een ervan gaat Devos op FB in polemiek. Meer dan de helft van Devos' polemische stuk — Meneer pastoor spreekt — gaat over de mens Guido, bewonderaar van hedendaagse pastoors, empatisch van in de kindertijd, afsluitend met: ‘Ik ben er trots op mens te zijn en door sommigen als pastoor te worden bestempeld. Het schept gemoedsrust, want het sterkt me in de overtuiging dat ik goed bezig ben.’ Nadat ik m’n ogen uitgewreven heb, lees ik eindelijk iets over literatuur: ‘Mag ik de principes die ik huldig verwerken in mijn schrijverij? Natuurlijk mag dat.’ Waarna Devos ook aan degenen die zijns inziens niet zo goed bezig zijn (goed bezig als mens, als Guido dus) het recht op schrijven erkent. En, zegt hij vervolgens: ‘Er is natuurlijk de manier waarop.’ Ja, dat dacht ik ook. Wel dan: ook dit stukje van Devos zou aan literaire kracht winnen, mocht hij het met de helft inkorten. Minstens, minstens met de helft!

(°) DE VOS, driemaandelijks eenmanstijdschrift, elfde jaargang. Je kunt een gratis proefnummer aanvragen: guido53@scarlet.be.



De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.

maandag 26 juni 2023

Aankondiging

Kijk intussen 1s naar dit stukje over René Magritte of naar dat

over Allen Ginsberg⇲. ’t Zou me sterk verwonderen als ge die posts al bekeken had.

zondag 25 juni 2023

Billy Childish in Chatham en ik in Bredene-Duinen

Links: Billy Childish.

Wie punk zegt, denkt al gauw rockmuziek, bands, songs, kledij met toespelden… Maar ik ga in die wereld op zoek naar poëzie, naar punkdichters. Onderweg stoot ik op Didi de Paris, Jim Carroll Patrik Fitzgerald Daphne Gottlieb Richard Hell Jinx Lennon Patti Smith Meri St. Mary, T.S. Idiot en John Cooper Clarke. Van die laatste — m'n maat JP is fan van die man — vertaal ik het gedicht I Wanne Be Yours en er is ook een YouTube-filmpje waarop je ons samen⇲ bezig ziet. Ook met Patti Smith heb ik iets soortgelijks: zij zingt The Tyger van William Blake, terwijl ik mijn Nederlandse vertaling declameer. Samen, jawel, Patti en ik: kijk maar.
Vandaag doe ik iets met Billy Childish. Hij musiceert, schildert en schrijft. Boeken worden geproduceerd door een eigen uitgeverijtje (Hangman Books) en platen opnemen doet hij in de eigen Hangman Records. Ik voel enige verwantschap, met nadruk op enige: Childish geniet enige internationale bekendheid en ik enige lokale; ook ik heb geschilderd, ook ik heb een eigen uitgeverijtje (De Lachende Visch). Er is ook meer dan enig verschil: ik ben bij voorkeur op m’n eentje bezig, Billy Childish maakt deel uit van kunstbenden, in zijn uitgeverijtje komen ook andere schrijvers terecht, hij speelt muziek met anderen, treedt ermee op, zoals hij ooit deed met Thee Headcoats op de Paulusfeesten in Oostende.
Op YouTube hoor/zie ik hem Chatham Town Welcomes Desperate Men declameren. Het gedicht inspireert me. Mocht ik er een geschreven versie van vinden, ‘k zou 't vertalen. Het gedicht inspireert me ook om een soortgelijke verwelkoming te schrijven; niet aan wanhopige mensen, maar aan zonnekloppers; niet in Chatham Town, maar in Bredene-Duinen; andere plek, andere mensen, ander gedicht. (Flor Vandekerckhove)


Bredene-Duinen verwelkomt


Heden overkomt het mij dat ik de punkdichter Billy Childish
Gelijk die wanhopige mensen in zijn Chatham verwelkomt
Aan de tramhalte van Bredene-Duinen ga staan om daar
De megafoon ter hand zij die afstappen welkom te heten


Welkom gij zware jongens en lichtekooien die van verre komen
Om hier te zonnebaden en worsten te braden op kolenvuren
Vervaarlijk dicht naast uw tent samen met andere lichte jongens 
En veel te zware vrouwen die u van voorgaande jaren nog kent


Welkom lelietjes en andere vandalen en welkom aan die oma 
Met een brandend hart op haar hart getatoeëerd waar de vlam
Inslaat als ze opa herdenkt die een hoek af had en die ze verleden 
Jaar in ’t containerpark achterliet waarvoor ze een gasboete kreeg


Welkom kinderen met snotneuzen en snotneuzen met kinderen
Welkom lookalikes van Elvis en harpoenvissers op schelvis
Welkom gij die denkt dat dit hier Blankenberge is en welkom
Moeders met zonen en dochters en welkom ook de matronen 


En als de tram weer verder rijdt verwelkom ik de meeuwen want
Bredene-Duinen is niet alleen het dorp waar de branding ruist
Bij dag en nacht en waar ’t vertrouwde huisje altijd op mij wacht 
Het is ook hier dat boven ’t golfgebruis de meeuwen schreeuwen


Maar kijk daar komt alweer een nieuwe lading zonnekloppers aan 
Welkom moslima’s in lange gewaden en Jehovahs getuigen met
Grote plakkaten welkom gij Walen en Antwerpenaren welkom gij
Die met de tram van elders komt en hier afstapt euro’s ter hand


Welkom grote en kleine gezinnen welkom ook aan de enkelingen
Welkom de vrouw met drie benen en welkom haar echtgenoot met
Zijn lange tenen en welkom de voetballers met geschonden schenen
En welkom mensen van Gent en van Luik en ook die van Menen


Welkom mannen van de nacht en vrouwen van die ene nacht
Welkom gij die uit bent op een nacht vertier wat ge eens daar zoekt
En dan weer hier wees welkom in dit oord van onverhoopte dromen
Welkom aan degenen die denken hier nog eens klaar te zullen komen


Dan trek ik naar ’t strand waar ik de megafoon ter hand de baggeraar 
Verwelkom die vanuit zee weer eens vers zand toevoegt aan ’t strand 
Waar ’t vorige zand alweer naar zee weggespoeld is waar baggeraars
’t Zand voor ons weer ophalen en ’t bruisend terugleggen op ’t strand 

° Het gedicht werd intussen toegevoegd aan de almaar uitdijende bundel 'Het jaar van de kwatrijnen (en wat volgt').



Bredene-Duinen verwelkomt op YouTube 

www.youtube.com/watch?v=bTtBuPx3V0M

[362]

vrijdag 23 juni 2023

René Magritte ‘ging naar bed, viel in slaap en werd niet meer wakker’ (°)


Hoe om te gaan met datgene wat elk van ons hoogstpersoonlijk te wachten staat: het overlijden. In Dormir c’est mourir un peu↗︎ maakte ik verleden jaar het voornemen bekend om een aantal posts aan ‘het overlijden’ te wijden: ‘'t Is niet dat ik aan 't sterven ben, maar op de foto ziet het er toch een beetje zo uit. Althans, zoals ik me dat einde 't liefst voorstel: rustig, in mijn slaap. Hoe is ‘t andere schrijvers eigenlijk vergaan?’ Ik nam me toen voor daar een aantal posts aan te wijden, me indringend en toch vrolijk afvragend hoe zij de laatste rit uitzweetten.’ Inmiddels zijn er in De Laatste Vuurtorenwachter al 27 van die stukjes verschenen, ik labelde ze ‘Memento Mori’ (gedenk te sterven). 
Als gij ’t geen weer vindt zijn om over de dood na te denken, sla ze dan over; wie die stukjes toch wil lezen moet dat label eens opzoeken in de alfabetische lijst ter rechterkant van deze post. Vandaag gaat ’t over het sterven van René Magritte↗︎. Dat is wel geen schrijver, maar hij is toch dood.
Kort na zijn terugkeer van een trip naar Italië, tegen het eind van juni 1967, werd Magritte ziek. Hij was met Iolas in Verona geweest om kleine wijzigingen aan te brengen aan de eerste wasmallen voor de sculpturen. De artsen vermoedden geelzucht en hij werd opgenomen in een Brussels ziekenhuis. In een brief van 2 augustus schreef Georgette aan Torcyner: ‘Zijn moreel is vrij goed en hij is erg geduldig. Zijn toestand is dus niet al te erg.’ Een paar dagen later werd hij echter gediagnosticeerd met vergevorderde pancreaskanker. Een operatie was uitgesloten en Magritte keerde terug naar huis. ‘Hij ging naar het ziekenhuis in een auto en keerde terug in een ambulance’’, zei Georgette later. ‘Hij ging naar bed, viel in slaap en werd niet meer wakker. Het was een vreselijke schok voor me. Ik had hem nooit horen klagen over wat voor pijn dan ook en ik had geen idee dat hij zo ziek was. (…) Magritte stierf vredig in de late namiddag van 15 augustus.
De biograaf vermeldt nog de tekst van een anoniem overlijdensbericht in een krant. Ik citeer 't slot: Een van de laatste dingen die hij maandagmiddag zei, was: ik vraag me af of ik erdoorheen kom.’
Flor Vandekerckhove↗︎

(°)  Alle citaten in dit stukje komen uit Alex Danchev, afgewerkt door Sarah Whitfield. Magritte. Een leven. Vertaald door Alex van Ginneken. 558 p. Uitg. Unieboek / Het spectrum A’dam. 2022.


Wie ‘op Facebook zit’, moet daar eens naar Flor in spoken word kijken. Daar hoort ge mij verhalen declameren, ondersteund door passende beelden en muziek. Wie 'op Facebook zit', klikt hier↗︎

dinsdag 20 juni 2023

Marc Reynebeau in de leer bij Johnny Rotten

Na Anarchy in the U.K. volgt Anarchy in E.U. Rechts: cultureel marxist Marc Reynebeau bij Johnny Rotten.


Uit het boek vertaal ik een stevige paragraaf. (°) We zijn halverwege de jaren zeventig en we bevinden ons in het Verenigd Koninkrijk. Een jaar na hun eerste plaat, Anarchy in the UK, brengen de Sex Pistols al hun vierde single uit — Holidays in the Sun. Mijn dochter is geboren in 1974, mijn zoon in 1977; ik had wel wat anders aan mijn hoofd dan fonoplaten van de Sex Pistols. Wat hieronder staat is me daardoor ontgaan, maar dit is wel degelijk wat in dit tijd gebeurt:
Tegen die tijd formuleerden talloze nieuwe groepen openlijk onmogelijke eisen en waren de Sex Pistols in het hele Verenigd Koninkrijk verboden."Anarchie in het VK" werd van de markt gehaald net toen de plaat zijn publiek bereikte. EMI, het eerste label van de Sex Pistols, liet hen vallen (…) en smolt hun platen om. Patriottische arbeiders weigerden "God Save the Queen", de opvolger, een drie minuten durende rel tegen het zilveren jubileum van Elisabeth II, te verwerken; A&M, het tweede label van de band, vernietigde de weinige geproduceerde exemplaren. Virgin werd het derde label van de Sex Pistols en bracht de plaat uit. De titel — God Save the Queen — werd uit de BBC-hitlijsten geschrapt en bovenaan de hitparade stond nu een blanco, waardoor de bizarre situatie ontstond waarin de populairste plaat van ’t land soortement smokkelwaar werd. Om de krantenverkoop te stimuleren zorgde de pers voor morele paniek, maar de paniek leek wel reëel: in het Parlement werden de Sex Pistols aan de kaak gesteld als een bedreiging voor de Britse manier van leven, door socialisten als fascistisch, door fascisten als communistisch. Op straat werd Johnny Rotten in elkaar geslagen en met een scheermes bewerkt, een ander bandlid werd achtervolgd en met een ijzeren staaf geslagen.
Mijn kinderen zijn inmiddels zelf ouders, ik ben gepensioneerd. Terwijl ik de eindjes aan elkaar probeer te knopen, volg ik met ironische blik de culturele debatten die onze elite doorklieven. Zo heb ik me verkneukeld in het hardnekkige verzet van Marc Reynebeau tegen de Vlaamse Canon, me afvragend of deze lelijke mens zo’n complotten smedende cultuurmarxist is waarover Bart De Wever & C° het hier bijvoorbeeld zo graag hebben. Voor Canvas doorkruist die Reynebeau in 2005 Engeland. Hij doet dat in ’t gezelschap van Johnny Rotten. Da’s de kerel die halverwege de jaren zeventig verantwoordelijk is voor de paniek in bovenstaand citaat. Waardoor het mij begint te dagen: Reynebeau is bij Rotten in de leer gegaan: ANARCHY IN FLANDERS! Waarna het weer eens tijd wordt om mijn wandeling aan te vatten.


(°) Greil Marcus. Lipstick Traces. A secret History of the Twentieth Century. Twentieth-Anniversary Edition with a Forword of Nicky Wire. 2011. 482 pp. Faber & Faber Ltd. London. © Greil Markus, 1989,2001.


Flor in spoken word dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen/gedichten kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier.

maandag 19 juni 2023

Herinneringen aan Marie-Jeanne

Voor ik YouTube leerde gebruiken, declameerde ik m’n verhalen en gedichten al eens op een podcast. U hebt daar wellicht geen weet van, ’t is lang geleden. Daar, op de kast van die podcast, blijven ze nu ten eeuwigen dage staan, zonder dat iemand er nog naar omkijkt. Soms is dat maar goed ook, een enkele keer is ’t spijtig. Daarom waag ik een experimentje. Met de micro van mijn Mac neem ik zo’n podcaststukje uit 2019 op en voeg het toe aan GarageBand. Resultaat is een ietwat vreemd, niet per se onaangenaam geluid. Ik voeg er een passende gif van de onvolprezen Bill Domonkos aan toe en breng het geheel naar YouTube, waardoor het dode verhaal weer tot leven komt, een verrijzenis als ’t ware. De begeleidende pianomuziek is van Dimer Geedts. Ge moet hieronder maar eens luisteren. (Flor Vandekerckhove)


Marie-Jeanne Op YouTube

www.youtube.com/watch?v=m6N_vu3icQM

[148]

zondag 18 juni 2023

Houtekiet en de klassenstrijd

‘Het doel van de katholieke colleges: katholieke notabelen kweken.’



Op 14 juni herdenkt De Laatste Vuurtorenwachter hier de afschaffing van de lijst met door de kerk verboden boeken, de index, iets wat op die dag in 1966 gebeurt. Ik heb het daarin ook over Gerard Walschap, slachtoffer van die lijst. Verandert 14 juni 1966 iets voor die mens? Diens biograaf zegt: ‘En weliswaar vervalt in 1966 de Index Librorum Prohibitorum als kerkelijke wet, maar hij behoudt zijn morele kracht en doet voortaan gewiekst een beroep op het geweten van de gelovigen.’ (°) Verandert het iets voor de schoolgaande jongen die ik in de sixties ben? ‘Mijn leraar zwijgt over een boek als Houtekiet.’
Volgt een reactie van Geert Barbier. Net als ik rondt hij zijn middelbare studies af in 1968, net als ik doet hij dat in ’t college van Oostende, katholieke school. Hij volgt daar Grieks-Latijnse, ik volg er de Moderne humaniora. Hij krijgt in die school wél Houtekiet te lezen. Waarop ik me de vraag stel: waarom hij wel en ik niet? Ik organiseer een rondvraag bij oud-medeleerlingen, vraag het aan enkelen van een jongere generatie en ook aan enkelen die (nóg) ouder zijn dan ik: hoe zat dat daar eigenlijk met Houtekiet? Er komt veel respons.
Iedereen is het erover eens dat het lang geleden is. Voor de rest delen de antwoorden zich in drie. Een eerste groep herinnert zich niet dat bepaalde auteurs geweerd werden, ook niet in de Moderne. ‘Dat er minder literatuur in de Wetenschappelijke A aan bod kwam is normaal, wij kregen meer wiskunde in de plaats.’ Zij staan tegenover een groep die een ‘klassenverschil’ ziet tussen Grieks-Latijnse en Moderne. In die laatste komen vooral jongens terecht uit gezinnen met weinig culturele traditie: ’In ’t Latijn-Grieks tel je meer kinderen uit notabele, belezen en/of welstellende gezinnen. Dat weerspiegelt zich in ‘t lerarencorps: daar staat Grieks-Latijnse hoger in aanzien.’ Iemand anders: ’In de Grieks-Latijnse krijg je een interessantere interactie, waarbij leerlingen gestimuleerd worden om verder te gaan.’ Door bijvoorbeeld het voor katholieken uitdagende Houtekiet te lezen. Sommigen zijn heel stellig: ’Het klopt dat er in het onderwijs altijd een klassenstrijd was, zeker in het college. En nu nog altijd.’ Nog iemand: ‘In die tijd was de Grieks-Latijnse het summum: hier werden geestelijken gekweekt. Dat was ook het doel van het katholiek onderwijs.’ 
Een derde groep zegt dat het vooral van de leraar afhangt. Tref je een leraar als Beel (leraar Nederlandse en Engels in de Latijnse) heb je geluk. ‘Beel was een priester die On the Road, Howl, Kaddish en nog werk van beatdichters uit de States meebracht. Bij hem lazen we ook Houtekiet.’ Dat zou best kunnen, Beel is iemand die niet alleen de States bezoekt, maar ook Cuba en China; iemand die de bevrijdende wind van Mei 68 over zich heen voelt waaien. Ook Daniël Crabeels spreekt in gelijkaardige termen over Beel: 'Hij liet ons Bonjour tristesse van Françoise Sagan lezen.' Tref je daarentegen een leraar als Berquin (Nederlands in de Moderne) heb je minder geluk. Mijn medeleerlingen weten nog dat de overigens sympathieke leraar in de lessen uitgebreid z’n krant leest, en ook dat hij ons eens ál de deelnemende wielrenners aan Milaan-San Remo op 't bord laat schrijven, tijdens die les mogen we ook pronostikeren, ja, dan blijft er geen tijd over voor Houtekiet hé. Wel herinner ik me Het Stenen Bruidsbed van Harry Mulish, boek dat op Berquins leeslijst staat. (Staat Houtekiet ook op die lijst en laat ik dat boek passeren?) Iemand anders herinnert zich De gebroeders Karamazov, maar voegt eraan toe: ‘Wanneer ik mijn echtgenote nu nog met bewondering hoor vertellen over haar leraar Nederlands, denk ik dat we in onze richting toch iets gemist hebben.’ Dat denk ik ook wanneer ik de reactie lees van een leerlinge van de daaropvolgende generatie. Zij volgt de afdeling scheikunde (WB) van de moderne humaniora in de katholieke meisjesschool St. Andreas, we zijn dan al in de vroege jaren tachtig. Op de leeslijst staan Houtekiet, Vrijdag, Bezonken rood… De lerares Nederlands neemt haar leerlingen mee naar Vrijdag en Clockwork Orange. Andere tijden! Op mijn vraag of ze in die tijden weet heeft van een niveauverschil tussen de Moderne richtingen van haar school en die in ’t college, antwoordt ze bevestigend: ‘Zowel mijn broer als m’n echtgenoot liepen daar school: groot verschil inderdaad.’


(°) Jos Borré. Gerard Walschap. Een biografie. 2013. Uitg. De Bezige Bij, A’pen. 736 pp. 


Flor in spoken word dient om de gedeclameerde versies van mijn verhalen/gedichten kenbaar te maken. Wie op Facebook zit, klikt hier.


vrijdag 16 juni 2023

17 juni: Piet Hein sneuvelt

Links: gedenkplaat op het huis in de Piet Heynstraat 6) in Delfshaven Midden: het boek ‘De Oostendse kapers van uitgeverij De Lachende Visch. (°) Rechts: het wapenschild van Piet Hein toont een vogel op een omheining (woordspeling op zijn naam: een piet op een hein.)


In 1994 geef ik met mijn uitgeverij De Lachende Visch een boek van Walter Debrock uit: De Oostendse kapers.(°) Het bundelt de bijdragen over de kaapvaart die Debrock in voorgaande jaren aan Het Visserijblad leverde. Het boek lijst de daden op van de beroemde Oostendse kaperkapiteins, zo ook van Jacob Besage. Zijn schip maakt op 17 juni 1629 deel uit van een Oostends eskader dat het opneemt tegen een Hollandse overmacht.
‘Wat gebeurde er nu in zee? De Oostendenaars vluchtten niet, maar gingen kloekmoedig het gevecht aan met de Hollandse overmacht en midden de slag bediende het schip van Besage zich zo goed van zijn geschut dan ‘den Admirael Heyn door enen kanonbal doodgeschoten wierd.’ Door de dood van Piet Heyn werd van Hollandse zijde het gevecht woest voortgezet en werd Besage op zijn beurt doodgeschoten op zijn dek, terwijl zijn onderkapitein standvastig aanhield.’
Debrock noteert voorts wat deze en gene kroniekschrijver over het gevecht en de gevolgen ervan zegt, hoofdstukje dat hij afsluit met de Hollandse marinehistoricus De Jonge: 
‘“Zijn [Piet Heins] dood was een groot verlies voor het Vaderland in het algemeen en voor het zeewezen in het bijzonder. Met hem toch miste het Vaderland enen kloeken held, die waarschijnlijk in deze ogenblikken meer dan iemand in staat zou zijn geweest, de roverijen der Duinkerkers te beteugelen en den vijand gevoelige slagen toe te brengen.” Men vergete niet dat Oostendenaars en Nieuwpoortenaars door de Hollanders als Duinkerkers werden betiteld. De tekst van De Jonge is echter het mooiste grafschrift dat Besage, zoveel jaren na de feiten, kon krijgen.’


(°) Walter Debrock. De Oostendse kapers. 1994. Uitgeverij De Lachende Visch - Oostende, 159 pp.  Wettelijk depot D/1994/6650/4. [Het boek was meteen uitverkocht. Op ’t internet kun je nagaan of de bibliotheek van je stad een exemplaar heeft, en zo niet, welke bibliotheken er wel een hebben.]

donderdag 15 juni 2023

Europese blik op Amerikaanse dichter

Foto Links: de affiche van de docu A Poet on The Lower East Side. Foto Rechts: van links naar rechts: Ginsbergs Hongaarse vertaler István Eörsi, Vágvölgyi B. András (schrijver-regisseur) en Allen Ginsberg.

István Eörsi↗︎ was een Hongaarse dichter, een communist ook, die, teleurgesteld in het stalinisme, in 1956 aan de opstand deelnam en het publiceren van poëzie daarna wel mocht vergeten. (°) Daarna concentreerde hij zich op vertalingen, onder meer van poëzie van Allen Ginsberg. In 1980 ontmoette Ginsberg zijn Hongaarse vertaler en vroeg hem wat hij van zijn poëzie vond. (°°)
Eörsi nam de vraag ernstig en zei drie dingen. Dat Allen op latere leeftijd het boeddhisme als substituut gebruikte voor ‘t enthousiasme en de energie, eerder aangewend om een open samenleving te creëren. Dat hij zoals alle grote dichters teveel schreef en teveel ‘dode’ gedichten publiceerde. (…) Dat het herhalen van sommige homoseksuele details soms te dwangmatig was (…). Afgezien daarvan, zei Eörsi, vond hij Allen de grootse dichter ter wereld.
Allen was daar niet enthousiast over, hij was het niet eens, noch met Eörsi’s mening over meditatie, noch over wat hij zei over de revolutie. Eörsi stipte aan dat, in tegenstelling tot Majakovski, die moest leven met de revolutie die hij voorspeld had en had helpen creëren, Allen moest leven met het feit dat de revolutie die hij had helpen maken, niet overwon, maar verloor. Hij had het over de beat, hippie, anarchistisch, flower-power, LSD-gebruik, smoren, de beweging voor seksuele bevrijding van de sixties, overspoeld door het neo-conservatisme van de late jaren zeventig en de vroege jaren tachtig. Eörsi vond dat Allen Oosterse meditatie als substitutie had gebruikt voor zijn mislukte revolutie en dat meditatie, belangrijk als die voor hem was, niet de totale inspiratie bood en geen al-inclusieve poëtische intensiteit bezat. Allen vond die kritiek iets vanuit een Midden Europees standpunt dat niet met de Amerikaanse bekommernissen met betrekking tot zelfbewustzijn en ecologie rekening hield. Het was nochtans een kijk die veel van zijn vrienden — ook Amerikaanse dichters — deelden.
Eörsi maakt in 1995 een lange documentaire over Ginsberg, A Poet on The Lower East Side↗︎. Hij haalt een Hongaarse filmploeg naar New York om Allen te filmen waar hij woont. De film toont ons Ginsberg als gastheer voor zijn vertaler. De zielsverwanten praten over onderwerpen variërend van het boeddhisme tot de betekenis van de 'eerste gedachte' ('eerste gedachte, beste gedachte'), ze wandelen samen door de wijk, waar ze Gregory Corso↗︎, Peter Orlovsky↗︎ en Jonas Mekas↗︎ ontmoeten, de kruidenier bezoeken, herinneringen ophalen aan een koffiehuis dat allang niet meer bestaat, verschillende boekhandels frequenteren en praten met krakers die uit een huis gezet worden. Er is ook tijd voor een reisje naar Ginsbergs geboorteplaats Paterson, en we horen Allen ‘Howl’ opnemen in de Looking Glass Studios. Je ziet hem ook ‘Father Death Blues’ zingen in zijn slaapkamer. (Dat deeltje van de docu toont je hier↗︎ trouwens een zeer mooie declamatie van dat lied.)
Flor Vandekerckhove↗︎


(°) Een in ’t Engels vertaald gedicht van Eörsi: hier↗︎.

(°°) Barry Miles. Allen Ginsberg. Beat poet. 2010 Virgin Books. 630 pp. © Barry Miles 1989, 2000, 2010. Op pagina 489.


De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.


dinsdag 13 juni 2023

Herinneringen aan de omgekeerde canon

Van links naar rechts: titelpagina van de lijst van verboden boeken; midden: Gerard Walschap; rechts: De familie Roothooft (1939).


14 juni is een verjaardag. Op die dag in 1966 schaft het Vaticaan de index librorum prohibitorum af, een soort omgekeerde literaire canon, de lijst van verboden boeken. Wie dat wil begrijpen, moet meekomen naar mijn jeugd. 
Pasters bepalen welke boeken ik, levend in een katholiek dorpsnest, te lezen krijg. Een eerste groep vermeend schadelijke lectuur bestaat uit boeken met verkeerde, maar niet erg schadelijke opvattingen: Couperus, Gogol, Dostojevski… Ik herinner me de plaatselijke bibliotheek waarin Schuld en Boete in een apart af te sluiten kastje staat, vlak naast de registrerende non. De dorpeling die dat boek aanraakt, is gezien!  Erger zijn, volgens die pasters, romans die een verderfelijke invloed uitoefenen op volksmensen zoals leermeisjes en arbeiders: Poesjkin, Tolstoj, de Maupassant… Die boeken maken het kwaad verleidelijk. ’t Ergst van al is het totaal verboden leesvoer. Daartoe behoren schrijvers als Balzac en Zola, en onofficieel ook Gerard Walschap. 
‘Onofficieel’! Dat je ook onofficieel op die index kunt staan, maakt het ingewikkeld. Ik lees op ’t internet dat De familie Roothooft op de index staat, in Walschaps biografie lees ik dan weer: ‘hoewel geen verboden lectuur zoals de laatste boeken van den auteur, dient het werk, om gewaagde voorstellingen en beweringen, streng voorbehouden voor godsdienstig en zedelijk gevormde lezers.’ Niet voor dienstmeisjes!
De werkelijkheid is eenvoudiger dan dat ‘onofficieel’ laat vermoeden. Het Algemeen Secretariaat van de Katholieke Boekhandel controleert meer dan 80% van de bibliotheken en probeert Gerard Walschap genadeloos te broodroven: mijn leraar zwijgt over een boek als Houtekiet, de wijkbibliotheek weert Walschaps boeken. Zo ziet de boekenwereld er uit voor wie, zoals ik, in zo’n katholiek nest opgroeit: Walschap bestaat niet.
57 jaar geleden, op 14 juni, wordt die index dus afgeschaft. Je zou denken: groot feest ten huize Walschap, maar over dat feest vind ik in ’s mans lijvige biografie geen woord. (°) Daar is ’t maar een enkele zin waard: 
‘En weliswaar vervalt in 1966 de Index Librorum Prohibitorum als kerkelijke wet, maar hij behoudt zijn morele kracht en doet voortaan gewiekst een beroep op het geweten van de gelovigen.’
‘Gewiekst’ vervangt ‘onofficieel’! Hoe ze het na 1966 ‘gewiekst’ aan boord leggen, weet ik niet. In die tijd laat ik het nest stilaan achter mij, ik ontdek dat er nog een andere wereld bestaat en de boeken die ik vanwege ‘slechte vrienden’ toegestopt krijg, heten Waarom ik geen christen ben, Ik, Jan Cremer, De kreeftskeerkring en Mijn leven en liefdes… Boeken die voor Gerard Walschap wellicht even verderfelijk zijn als voor de pasters die hem belagen.
Ik moet me corrigeren, ik weet wel degelijk hoe de pasters de schapen daarna ‘gewiekst’ in ’t gareel houden. In 1988 geef ik een literair tijdschriftje uit, ik ben dan bijna 40. Uit sympathie nemen mijn ouders een abonnement. Wanneer ik enkele weken later bij hen op bezoek ga, hebben ze hun mening klaar. Zegt vader: ‘De pastoor zegt dat je tijdschrift geen enkele literaire waarde heeft.’ Waaruit ik leer dat 'onofficieel' en 'gewiekst' synoniemen zijn.


(°) Jos Borré. Gerard Walschap. Een biografie. 2013. Uitg. De Bezige Bij, A’pen. 736 pp. 

zondag 11 juni 2023

Vandaag verjaart wijlen koningin Fabiola


Op 11 juni 1928 wordt in Madrid de latere koningin Fabiola geboren; een verjaardag die we niet mogen vergeten. De ons in 2014 ontvallen koningin zou dit jaar 95 worden. Om haar te herdenken roep ik op YouTube een ode op aan deze onvergetelijke Belgische vorstin met het betonnen kapsel. Magie van Fabiola is een herschrijving↗︎ van Magic of Meghan, lyrics van de debuutsingle (2019) van Dry Cleaning↗︎.

Magie van Fabiola 

[148] 

zaterdag 10 juni 2023

Oneliner van de wolken

De oneliner van de wolken is een van de 100 oefeningen die ik in dat genre aan ’t maken ben. Vergelijk het met de piano-oefeningen van de pianist, het schetsboek van de tekenaar, de kleiwerkjes van de beeldhouwer; we doen het om de stiel in de vingers te houden. Eén lijn, 17 lettergrepen, geen leestekens, geen kapitalen. De oneliner komt uit het niets en verdwijnt daar ook weer in.  (Flor Vandekerckhove)

www.youtube.com/watch?v=Y58XE6iOsTY

de herinnering is als zacht zeezand met de wolken meegewaaid

[262]


Het inspirerend/illustrerend schilderij heet Study of Clauds with a Sunset near Rome. Olie op papier, 33,8 x 39,4 cm. Het is werk van Simon Alexandre Clément Denis⇲ (1755 - 1813). Het werk is Publiek Domein en mag vrijelijk door mij gebruikt worden. Deze Vlaamse kunstenaar is een vroege beoefenaar van ‘plein-air’ schilderen. Denis behoorde tot de eersten die in openlucht, met olieverf op papier, schetsen maakte, een praktijk die in de 19e eeuw steeds populairder werd. Denis' landschapspraktijk bestond uit geschilderde en getekende studies naar de natuur, en ook uit meer verfijnde landschapsschilderijen.

vrijdag 9 juni 2023

Schrijvers en de truken van de foor

The Nick Tosches Reader. 2000. Boston, Da Capo Press, Perseus Books Group. 593 pp.

Nick Tosches. Hellfire. Het levensverhaal van Jerry Lee Lewis. Vertaling Gideon den Tx. Uitgeverij Ben Bakker. 1990. 258 pp.


Nick Tosches(°1949-†2019) leer ik kennen via Hellfire, magistrale biografie van Jerry Lee Lewis. Dat boek recenseer ik hier. Net als zoveel anderen die ik pas na mijn zeventigste leer kennen, ervaar ik Nick Tosches als een verademende ontdekking. Ik vermoed zelfs verwantschap, al kan ik niet meteen zeggen waaruit die dan bestaat. We zijn van 't zelfde jaar, maar hij schrijft al in een tijd waarin ik bijlange nog niet aan schrijven toe ben. Tosches heeft meteen een onderwerp — rock ’n roll —  bij mij duurt ’t haast oneindig lang voor ik besef dat mijn onderwerp al datgene is wat zich voor mijn neus afspeelt. Wat is dan die verwantschap die ik met Nick Tosches voel? Ik vermoed: schrijfplezier, hij als jonge rebel, ik als oude solitair.
Om te ontdekken wat ervan aan is, schaf me de Reader aan, 593 bladzijden, een selectie uit Nick Tosches’ oeuvre. Op de derde bladzijde heb ik al prijs: ‘My first appearance in Rolling Stone, in early 1971, was a review of an album that didn’t exist.’ Recensie van een onbestaande plaat! Dáár is de verwantschap: wát je schrijft, vinden we van geen tel, dát je schrijft, daar gaat het om. 
Ge moet ons de truken van de schrijversfoor niet leren kennen. Dit is er eentje uit mijn leven als redacteur van Het Visserijblad⇲.
Er valt een tekst weg. De drukkers wachten. Ik vul het gat met een boekbespreking. Terwijl de zetter toekijkt, bedenk ik de titel van een onbestaand boek. In de samenvatting heb ik het over een schip dat op de klippen loopt. De bemanning laat de reddingsboot zakken, de kapitein blijft achter. Daarmee is, meldt de zetter me, het gat nog altijd niet gevuld. Het is berekoud. ’s Nachts bevriest de zee. Overleeft de kapitein het? Ik kijk naar de zetter. Er is nog ruimte, zegt hij, voor één lange paragraaf. Daardoor komt het, en alleen daardoor, dat de kapitein erin slaagt om over het ijs tot bij de reddingsboot te strompelen. Onderaan vermeld ik nog titel, uitgever, winkelprijs en aantal bladzijden. Korte tijd later draaien de persen. In de daaropvolgende week krijg ik een telefoontje uit de bibliotheek. Dat ze er niet in slagen het boek aan te schaffen, de uitgever weet niet waarover ze het hebben.

De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.