woensdag 4 maart 2020

Variante op de steppingstonetheorie

— Jeff Tweedy (hier met zijn levensgezellin Susie) schrijft in zijn memoires hoe hij van de ene drug op de andere overtapte. Of hoe de ene stapsteen naar de volgende leidt, en neen, het begint helemaal niet met cannabis. Over de memoires van Jeff Tweedy postte ik hier al een stukje, dat ging toen over zijn boekenkast (en ook wel over de mijne.) — 

‘Ik herinner me eerlijk gezegd niet dat er een tijd in mijn leven geweest is waarin ik géén hoofdpijn had.’ Deze verschrikkelijke mededeling staat in de memoires (°) van Jeff Tweedy, frontman van Wilco: ‘Mijn theorie (…), is dat migraines, althans de mijne, met stemmingsstoornissen verbonden zijn.’ Het is ook de kip of ei kwestie: ‘Wie weet waar de stemmingsstoornissen stopten en de migraines begonnen? Ze konden elkaar voeden en alles erger maken.’ En verder: ‘De migraines waren echt en dat waren ook de paniekaanvallen. Maar welke kwamen eerst?’ Ook elders in de familie zijn er ‘tal van gediagnosticeerde en niet-gediagnosticeerde stemmingstoornissen en de manier om ermee om te gaan was meestal alcohol.’ Jeffs vader deed het dagelijks met een twelve-pack. Hij stopte ermee toen hij 81 was: ‘Toen begon hij paniekaanvallen te krijgen, voor het eerst sinds hij jong was.’
Alcohol is ook het eerste waarmee Jeff de paniekaanvallen te lijf gaat. Als hij 23 is schakelt hij over op weed, want hij heeft de alcohol te veel ravage zien maken. Maar marihuana is geen partij voor zijn stoornis, net zomin als cola of sigaretten dat zijn. Hij is 30 als hij op een versnelling hoger gaat: opiaten als Valium, Vicodin, Percocet, Lortab, Norco … ‘Ik heb echte migraines, ik heb echte paniekaanvallen. En het getuigt alleen maar van verantwoordelijkheid dat ik manieren zoek om die te controleren, zodat ik mijn job kan blijven doen.’ Dat is wat hij zichzelf wijsmaakt, maar wat echt gebeurt is dat hij in een maalstroom terechtkomt die hem almaar dieper naar beneden trekt.  
Eerst probeert hij er op zijn eentje mee te stoppen, met catastrofale gevolgen. Dan volgt een hospitaal, waar men hem zowel voor zijn angststoornissen als voor zijn verslaving behandelt. En ‘t is niet in zo’n modieuze kliniek waar the rich & famous zich aan het zicht onttrekken, maar in ‘a very hard-core city hospital in an underserved neighborhood.’ Tijdens zijn maandenlange opname zijn er periodes waarin hij de enige blanke patiënt is. Het zijn zwarte medepatiënten die hem het goede voorbeeld geven en Jeff Tweedy slaagt er uiteindelijk in om nuchter te blijven.
Het boek bevat een dialoog tussen Jeff en zijn gezellin Susie, waarin hij haar vraagt of hij helemaal eerlijk is in de beschrijving van zijn verslavingsproblemen. Dat gesprek opent met een zin die beter dan wat ook zegt wat een verslaving is: Susie: ‘Ik kan nog altijd niet geloven dat je vermeldt dat je mijn moeders kankermedicijn gestolen had.’
Flor Vandekerckhove

(°) Jeff Tweedy. Let’s go (so we can get back) A memoir of recording and discording with Wilco, etc. 2018. NewYork. Uitg. Dutton, An Imprint of Penguin Random House LLC. 293 pp.

De laatste roker

Geen opmerkingen: