Het was al donker toen ik het dorp binnenreed. Ik zag dat mijn jeugdvriendin er nog altijd haar
bar uitbaatte. In heel de streek was ze wellicht de enige hoer die had standgehouden, veel middenstand bleef er niet over. Ik parkeerde de
auto vlak voor haar deur en proefde de wind die nog altijd de smaak
van mijn jeugd in zich droeg. Ik belde aan, wist dat ze door het spionnetje keek. Ik hoorde de zoemer en ging naar binnen. Ze was dikker geworden, de bar was onveranderd.
Ze was blij me te zien. De zoen die ze gaf was veelbelovend en nadat we
menig glas gedronken hadden, gingen we naar bed. Het vrijen deed me aan
zonde denken, aan radio Veronica, warme chocolademelk, The Beatles en deinende korenvelden. Daarna
vielen we samen in slaap. Toen we wakker werden, was de avond alweer aan ’t vallen. De begrafenis, waarvoor ik speciaal naar het dorp was gekomen, was gepasseerd, de kerk was
dicht, de koffietafel geruimd, de dooie lag onder de zoden. Mijn ouwe
vriendin bakte een eitje. Ik rekende af, gaf haar een kus en reed weer naar
huis. Onderweg dacht ik aan eros & thanatos, lange wandelingen over 't platteland en dingen die voorbijgaan.
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten