Songs From The Second
Floor bestaat uit 46 mooie tableaus
vivants. Daarin portretteert Roy Andersson⇲ een
middenklasse die bij de eeuwwisseling het noorden kwijt is: vervreemding,
fragmentatie, onmacht. Die uitzichtloze stuurloosheid wordt in de film
beklemtoond door het verkeer dat zich in een eindeloze file vastrijdt.
Er
is over die film veel te zeggen, veel meer dan wat ik hier ga doen. ’t Zou me niet verbazen als ik er later nog op terugkom, nu ik Songs From The
Second Floor gezien heb, wil ik ook de andere films
van Andersson bekijken. Ik ga me een beetje in die mens verdiepen.
Zo trekt de film zich op gang: in de zonnebank (!) maakt een bedrijfsleider zich klaar om te vluchten. In deze vernederende ontmoeting raadt hij zijn rechterhand aan om dat ook te doen, bedienden kijken stiekem toe. Wat
kunnen ze doen? Ze sluiten de deur van hun bureau, ze zijn machteloos.
Hoofdpersonage in Songs From The Second Floor is Kalle. De kleine middenstander steekt zijn meubelwinkel in
de fik om het verzekeringsgeld op te strijken. Hij is mislukt als
middenstander, maar ook als vader, want zijn zonen krijgen evenmin
greep op hun leven. Tomas, de oudste, is een dichter die weigert te
spreken, hij verblijft in een instelling. Nu voelt Kalle zich schuldig omwille van… alles. Hij
gaat bij een pastoor te rade, want ja, je zou denken dat die met zo’n
schuldgevoel wel raad weet. Dat blijkt niet het geval te zijn. De pastoor
begint op zijn beurt te klagen, zijn huis is door de economische crisis waardeloos
geworden. Ook de wetenschap geeft verstek. De elite grijpt terug op oude rituele praktijken, geleerden monsteren een glazen bol, zou daar een oplossing te zien
zijn? We zien ook een ritueel waarin een maagd geofferd wordt. Door de straten
trekt een stoet flagellanten, deftig geklede mannen en vrouwen, velen nog met
hun attachékoffertje ter hand, terwijl ze zich geselen. Uiteraard bieden al die
praktijken evenmin een uitkomst.
Al
die filmbeelden zijn veel dingen tegelijk. Je kunt ze surrealistisch noemen en
esthetiserend, ze zijn ook komisch en er valt maatschappijkritiek in te lezen. Kalle voelt
zich niet alleen schuldig omwille van de tekortkomingen als individu, er is ook de collectieve schuld van een middenklasse die de
kop in ’t maatschappelijke zand steekt. Dat ook de elite schuldig is blijkt uit de scene waarin de honderdjarige legerbevelhebber gehuldigd wordt.
In
de slotscène zien we de slachtoffers van dat niets-doen uit de doden opstaan en als zombies rekenschap vragen. Rekenschap kan Kalle hen niet geven, hij is ook maar een onbegrijpend slachtoffer.
Met deze film heeft Andersson zijn eigen bergrede geschreven. De film is trouwens gebaseerd op een gedicht van de Peruaanse dichter César Vallejo⇲, dat door de Bergrede geïnspireerd is,
een gedicht met de merkwaardige slotzin: Zalig
zijn degenen die gaan zitten. (Meer over de film staat hier⇲.)
Songs from the Second Floor Trailer
Geen opmerkingen:
Een reactie posten