zondag 15 november 2015

Een bergrede voor de middenklasse


Songs From The Second Floor bestaat uit 46 mooie tableaus vivants. Daarin portretteert Roy Andersson een middenklasse die bij de eeuwwisseling het noorden kwijt is: vervreemding, fragmentatie, onmacht. Die uitzichtloze stuurloosheid wordt in de film beklemtoond door het verkeer dat zich in een eindeloze file vastrijdt.
Er is over die film veel te zeggen, veel meer dan wat ik hier ga doen. ’t Zou me niet verbazen als ik er later nog op terugkom, nu ik Songs From The Second Floor gezien heb, wil ik ook de andere films van Andersson bekijken. Ik ga me een beetje in die mens verdiepen.
Zo trekt de film zich op gang: in de zonnebank (!) maakt een bedrijfsleider zich klaar om te vluchten. In deze vernederende ontmoeting raadt hij zijn rechterhand aan om dat ook te doen, bedienden kijken stiekem toe. Wat kunnen ze doen? Ze sluiten de deur van hun bureau, ze zijn machteloos. 
Hoofdpersonage in Songs From The Second Floor is Kalle. De kleine middenstander steekt zijn meubelwinkel in de fik om het verzekeringsgeld op te strijken. Hij is mislukt als middenstander, maar ook als vader, want zijn zonen krijgen evenmin greep op hun leven. Tomas, de oudste, is een dichter die weigert te spreken, hij verblijft in een instelling. Nu voelt Kalle zich schuldig omwille van… alles. Hij gaat bij een pastoor te rade, want ja, je zou denken dat die met zo’n schuldgevoel wel raad weet. Dat blijkt niet het geval te zijn. De pastoor begint op zijn beurt te klagen, zijn huis is door de economische crisis waardeloos geworden. Ook de wetenschap geeft verstek. De elite grijpt terug op oude rituele praktijken, geleerden monsteren een glazen bol, zou daar een oplossing te zien zijn? We zien ook een ritueel waarin een maagd geofferd wordt. Door de straten trekt een stoet flagellanten, deftig geklede mannen en vrouwen, velen nog met hun attachékoffertje ter hand, terwijl ze zich geselen. Uiteraard bieden al die praktijken evenmin een uitkomst.
Al die filmbeelden zijn veel dingen tegelijk. Je kunt ze surrealistisch noemen en esthetiserend, ze zijn ook komisch en er valt maatschappijkritiek in te lezen. Kalle voelt zich niet alleen schuldig omwille van de tekortkomingen als individu, er is ook de collectieve schuld van een middenklasse die de kop in ’t maatschappelijke zand steekt. Dat ook de elite schuldig is blijkt uit de scene waarin de honderdjarige legerbevelhebber gehuldigd wordt.
In de slotscène zien we de slachtoffers van dat niets-doen uit de doden opstaan en als zombies rekenschap vragen. Rekenschap kan Kalle hen niet geven, hij is ook maar een onbegrijpend slachtoffer.
Met deze film heeft Andersson zijn eigen bergrede geschreven. De film is trouwens gebaseerd op een gedicht van de Peruaanse dichter César Vallejo, dat door de Bergrede geïnspireerd is, een gedicht met de merkwaardige slotzin: Zalig zijn degenen die gaan zitten. (Meer over de film staat hier.)


Songs from the Second Floor Trailer 

Geen opmerkingen: