TUSSEN 1967 EN 1973 schrijft ze wekelijks een kroniek in
de Jornal do Brasil. Die columns zijn
inmiddels gebundeld en vertaald als De
ontdekking van de wereld. Clarice Lispector (1920-1977) wordt op de flap
van dat boek een van de grootste twintigste-eeuwse auteurs van het
Latijns-Amerikaanse continent genoemd.
Het duurt een tijdje vooraleer ze in dat columngenre haar draai vindt
‘Is een column een verslag? Is het een gesprek? Is het de weergave van een gemoedstoestand? Ik weet het niet, want voordat ik begon te schrijven voor de Jornal do Brasil had ik alleen maar romans en verhalen geschreven.’
En je voelt dat wanneer je dat boek leest.
Ik voel het ook bij mezelf, ik schrijf nu zelf al een aantal
jaren zo’n column in een weekblad en inderdaad, het duurt enige
tijd vooraleer je daar je stijl, toon & ritme in vindt, 't is inderdaad een genre dat veel mogelijke genres in zich draagt.
Lispector is een rasschrijver:
‘En ik ben geboren om te schrijven. Het woord is mijn heerschappij over de wereld. Sinds mijn kinderjaren heb ik verscheidene sterke roepingen gehad. Een daarvan was schrijven. Waarom weet ik niet, maar die roeping ben ik gevolgd. Misschien omdat ik voor de andere roepingen een langere leertijd zou nodig hebben, terwijl bij het schrijven de leertijd bestaat uit het eigen leven dat in en om je heen geleid wordt. (…) Ik heb vanaf mijn zevende geoefend om ooit de taal in mijn macht te krijgen. En toch is het telkens ik de pen oppak alsof het de eerste keer is. Elk boek van mij is een moeizaam en gelukkig debuut. Dat vermogen om mezelf volledig te vernieuwen naarmate de tijd verstrijkt, is wat ik leven en schrijven noem.’
Schrijven, het doet iets met een mens. Maar wat?
Clarice Lispector formuleert een antwoord waarin ik me niet herken. Misschien
komt dat doordat Lispector in haar stukjes op zoek gaat naar niet te vatten
zielenroerselen.
Misschien is het iets typisch Latijns-Amerikaans of Braziliaans of zelfs
typisch voor Rio, want ook dit is iets wat ikzelf niet zo ervaar:
‘(…) columns schrijven heeft iets mysterieus wat ik niet begrijp: columnisten, tenminste hier in Rio, zijn heel geliefd. En op zaterdag dit soort columns schrijven heeft me nog meer liefde gebracht. Ik voel me zo dicht bij mijn lezers. En zo gelukkig dat ik kan schrijven voor een krant, want ik heb zoveel ontzag voor kranten.’ Een bladzijde verder schrijft ze: ‘[V]oor een krant schrijven is een geweldige ervaring die ik nu opnieuw beleef, en journalist, wat ik ooit was en nu weer ben, is een geweldig beroep. Contact met een ander hebben via het geschreven woord is heerlijk. (…) En schrijven maakt een god van een mens.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten