Op 18 juli 2024 was het 100 jaar geleden dat dertien Vlaamse vissers ( 8 Oostendenaars en 5 Bredenaars) verdronken in een vreselijke storm. Naar aanleiding van die verjaardag maakte Daniël Eyland, oud-leerling van Ibis, een dossier van 68 bladzijden waarin hij feiten en krantencommentaren verzamelt. Indrukwekkend is het gedocumenteerde overzicht van de getroffen families en hun nabestaanden, met tientallen foto's uit het archief van Ibis. Naast de uitvoerige bespreking van de ramp, schenkt Eiland ook aandacht aan het Ibisonderwijs dat 100 jaar geleden de overstap maakte van het schip naar de nieuwbouw. Wie interesse heeft in het dossier laat het weten aan daniel.eyland@telenet.be⇲. |
18 JULI 1924 gaat van start met een zwoel briesje. De schepen zijn in zee, zo
ook de O.18. Het begint te regenen. Isidoor Pieters kan nog net zeggen dat het
een buitje is of daar slaat een enorme golf over het schip. Het zachte
zomerweer slaat om in een orkaan. August Seys en Charles Hubrecht klampen zich vast, maar Pieters gaat over boord. De
motor staat onder water. Hubrouck hijst de noodvlag. De mannen kunnen
hun maat niet redden. Het duurt tot 25 juli vooraleer zijn lijk op het strand
van Heist aanspoelt. De balans van de storm is verschrikkelijk: dertien vissers komen om het leven, acht uit Oostende en vijf geboren in Bredene.
Opgeschrikt door de orkaan gaan veel vrouwen de pier op om te
kijken hoe hun mannen het er vanaf brengen. Ook de vrouw van Isidoor Pieters gaat naar de zee kijken. Ze ziet hoe
de halfgezonken O.18 erin slaagt de haven te bereiken. Gerustgesteld loopt ze
naar de steiger. De vissers hoeven haar niets te zeggen, ze ziet aan hun mimiek
wat er gebeurd is en verliest het bewustzijn.
Niet alleen Pieters verliest die dag het leven. In de branding slaat de
O.16 om. Henri Verbiest kan tot bij het staketsel zwemmen en zich daar aan een
paal vastklampen. Vader Charles verdrinkt. Zijn lijk spoelt op 22 juli aan op
het strand van Klemskerke. Dezelfde dag verdrinken ook nog Basiel en Gerard Blommaert,
Charles Jonckheere, Julien en Maurice Poitier, Leon Locquet, August Remaut, Gerard Maldeghem en Jacques Eyland.
Koningin Elisabeth brengt kort na de storm een bezoek aan de getroffen families. Dat is zo onverwachts dat Paulina Maldeghem, weduwe van de omgekomen Basiel Blommaert niet thuis is ‘en den auto vertrok zonder dat iemand iets gewaar geworden was.’
Zo’n koninklijk bezoek blijft uiteraard niet onopgemerkt en tegen de
tijd dat de koningin bij de tweede weduwe aanklopt staan daar al honderden
toeschouwers: ‘De automobiel kwam daar
toe en stopte aan numbero 1, waar in een kamertje de weduwe woont van Louis
Vanbesien, Paula Koten, met haar jongetje van 2 jaar en haar meisje van 1 jaar.
De koningin toog naar de stagie gelijk eene die ’t alle dage doet (…)’
En zo bezoekt de koningin ook de weduwe van Gerard Blommaert en Gerard
Maldeghem. ‘Nu was heel de kaaie op
spriet: de mannen van de sloepen, de schiptjes en de bootjes waren bijgesprongen,
de geernaarsvrouwen liepen al niet vele achter de vangsten, want de Koninginne
kwam alle dagen niet en de kinders liepen tusschen de beenen gelijk muizen in
’t meel. Hare majesteit had er zelve leute mee (…)’
Zo trekt de stoet verder door het visserskwartier om nabestaanden te
troosten. Als laatste komt Irma Leyers aan de beurt, weduwe van de omgekomen Jacques
Eyland, Ze woont ‘in ’t Verlorenstraatje
met haar kinderkens, een van 2 jaar en
een van eenige maanden’.
Om 11,30 uur is het vorstelijk bezoek afgelopen. Het had veel indruk
gemaakt ‘en de menschen toch zoo kontent
gesteld want op de kaaie hoort men niet anders meer spreeken van de keuninginne
en van deze die haar een handje hebben kunnen geven, wel te verstaan met een
vischreukske er bij.’ En de krant legt er in de slotzin nog een schep bovenop: LEVE KEUNINGINNE ELISABETH !
[In DLVuurtorenwachter dateert deze post van 2017. In 2024 redigeer ik het stuk opnieuw, en verspreid het onder enkele plaatselijke FB-groepen, naar aanleiding van de 100ste verjaardag van de ramp.]
2 opmerkingen:
Beste laatste vuurtorenwachter,
Jacques eyland was mijn oom, mijn vader was de jongste van de bende °1901,jacques zijn echtgenote noemde irma meyer en zij hadden 2 dochters. Een andere broer eyland victor heeft nog gepoogd om zijn broer te redden maar tevergeefs, toch heeft eyland victor andere vissers weten te redden en heeft daarvoor een onderscheiding gekregen
groetjes
daniel eyland
Dank voor het zorgvuldig rapporteren van het menselijk leed en het harde leven op zee en aan zee, Flor.
Een reactie posten