dinsdag 15 november 2022

Pauwen op wandel

Théo Van Rysselberghe. De wandeling, 1901. Olie op doek (97 cm hoog, 130 breed.) Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, Brussel. De schilder sterft in 1926. Dus behoort dit werk tot het publiek domein in België (sterfjaar van de schilder + 70) en in alle andere landen landen waar het copyright vastgelegd werd op het sterfjaar van de schilder plus 95 of minder.


Tussen 1899 en 1905 tref je de Vlaamse schilder Théo Van Rysselberghe meermaals aan in het Franse Ambleteuse. De natuur van die omgeving↗︎ inspireert hem. Ook maakt hij daar in 1901 een tableau dat hij eerst La Promenade↗︎ noemt, De wandeling. Op dat doek zien we van voor naar achter Marie Closset↗︎, Blanche Rousseau↗︎, Maria Monnom↗︎ echtgenote van Théo, en Marie Gaspar. Later verandert hij de naam van het schilderij in La Peacock March, De mars van de pauwen.
Waarom doet hij dat?
Les Peacocks↗︎ is de naam van een literaire kring die drie van die vrouwen in 1910 stichten. Net als Van Rysselberghe bekennen ze zich tot een vorm van individualistisch anarchisme↗︎. De kring is besloten, anticonformistisch en burlesk. Al die grote woorden bedekken de ware bedoeling van de Peacocks: amusement in stijl! Théo Van Rysselberghe en echtgenote zijn bezoekers van de kring, en zoals uit het tableau blijkt, ook bevriend met de initiatiefnemers.
Les Peacocks doen meer dan leute maken. Blanche Rousseau en Marie Gaspar maken deel uit van een eerste generatie intellectuelen die doordrongen is van de idealen van individuele vrijheid. Al snel komen de twee leraressen, omwille van hun libertaire leermethoden, in conflict met hun schooldirectie. In 1912 nemen ze ontslag. Het jaar daarop stichten ze samen met Marie Gaspar hun eigen Instituut voor Franse Cultuur. De school staat open voor kinderen van acht tot twaalf jaar en voor jonge meisjes tot twintig. Ze organiseren er ook damesavonden, wat op actief feminisme wijst.
Hoezeer al die intellectuelen destijds met elkaar verbonden zijn, blijkt ook hieruit. In 1895 publiceert Blanche Rousseau haar eerste verhalen in Art Jeune, literair tijdschrift van Henri Vandeputte, ten onrechte vergeten dichter die zijn beste tijd in Oostende doorbracht en over wie ik hier↗︎ een stukje postte. In de kring rond dat tijdschrift ontmoet Blanche trouwens haar toekomstige echtgenoot, schrijver en muziekcriticus Maurice Belval (1862-1917), pseudoniem Henri Maubel.
Grote geesten, kleine wereld.
Flor Vandekerckhove
↗︎


In de beste traditie van De Weggeefwinkel is ook dit e-essay gratis. U hoeft er alleen om te vragen. Mocht u interesse hebben, mail naar liefkemores@telenet.be↗︎.

2 opmerkingen:

Luc Blomme zei

Kunstschilders worden meestal beroemd na hun dood. Gelukkig ben ik nog niet beroemd.

j v zei

het is een dubbel anarchisme : niet alleen in de afbeelding, ook in de stijl - het pointillisme werd immers gelijkgesteld aan het anarchisme, de theoreticus was félix fénéon (en samen met het dadaïsme zijn er dus twee kunststromingen, -stijlen, die met het anarchisme verbonden kunnen worden en dat is twee keer meer dan wat het trotskisme kan), hier worden de vrouwen dan ook niet als 'objecten' afgebeeld, maar als zelfbewuste, vrije vrouwen. het esthetisme van het pointillisme was, meer dan een 'mode' of een 'stijl', een levenshouding, later in de tijd, maar niet veel later : henry van de velde, van nu en straks, ... hadden een maatschappelijk oogmerk - schoonheid is waarheid. dra kwam de oorlog.