zondag 19 oktober 2014

Broncho John versus John Wayne

John Sullivan, aka Broncho John 
In 1886 maakten de Duitse socialist Karl Liebknecht, de Brit Edward Avelin en zijn gezellin Eleanor Marx (dochter van) een rondreis door Amerika om daar geld in te zamelen voor de goede zaak. Tegelijk leerden ze de Amerikaanse situatie kennen. In 1891 publiceerden Avelin & Marx hun bevindingen in The Working-Class Movement in America. (1)
In het negende hoofdstuk besteden ze aandacht aan de sociale situatie van, jawel, de cowboy: ‘Voor de meeste mensen een “stoutmoedige, slechte man”, roekeloos met zijn leven en dat van anderen, iemand met vage morele noties, vooral wanneer het eigendomsrechten betreft; meestal volgegoten met whisky en altijd handig met een revolver.’ Ja, zo kennen we ze, de John Waynes die ons via Hollywood bereikt hebben.
Maar in Amerika leren Eleanor & c° een andere versie kennen. In Cincinnati nemen Amerikaanse vrienden de delegatie mee naar een museum waarin levende cowboys de attractie vormen: ‘Ze zaten in kleine groepjes op verschillende platforms, in prachtige kleren, en ze verveelden zich te pletter. Een nette gentleman in een gewoon pak sprak over hen in de bekende stereotiepen. Hij stopte bij een van de platformen en zei dat de heer John Sullivan, alias Broncho John, het woord zou nemen.’
Tot verwondering van de Europeanen formuleert cowboy Broncho John daar een felle aanklacht tegen de kapitalisten in ’t algemeen en tegen de rancheigenaren in het bijzonder. De man introduceert hen tegelijk in het cowboyleven zoals het is. ‘Geen klasse werkt harder en wordt minder betaald voor zijn diensten’, zegt hij. Hoe dat komt? ‘Ze hebben geen vakbond, terwijl de werkgevers een van de sterkste en meest despotische organisaties opgericht hebben om de arbeidsvoorwaarden te dicteren.’ De cowboys kunnen daar maar weinig weerwerk tegen bieden: ‘Ze bevinden zich mijlenver van elkaar, in grote vlakten en onherbergzame woestenijen, sommigen hier, anderen daar, zodat gezamenlijke actie haast uitgesloten is.’
De Europese delegatie maakt een afspraak met de cowboy en 's anderendaags vertelt John Sullivan hun over het werk in de prairies: ‘Zo’n zes tot acht maanden per jaar — de periode van het werk in de vlakten — zit hij niet alleen van ’s morgens tot ’s avonds in het zadel, maar soms ook gedurende de hele nacht. Het is geen klein bier om het hoofd koel te houden in het gedrang wanneer de beesten op hol slaan.’ Broncho John vertelt hun in concreto over een drijfjacht van 200 mijl waarbij geen van de cowboys de tijd neemt om te rusten of zelfs maar iets te eten. Hij vertelt over verdrinkingen terwijl ze met de kudde door rivieren waden; soms duurt het, zegt hij, een maand om zo’n kudde van 4.000 stuks over de stroom te krijgen. Dan is er nog het gevaar van prairiebranden, stropers en indianen. Bovendien verwachten de eigenaars dat het vee onderweg in gewicht toeneemt, ‘ook als de cowboy er zelf fel door moet vermageren’. Voor dat alles wordt hij schaars betaald, in het beste geval is dat 25 dollar/maand. Hij mag om meer vragen, maar dan wordt hij uiteraard ontslagen en vervangen. Van dat schaarse inkomen moet hij zelf zijn dure uitrusting betalen: wapens, lange mantel, vilten hoed, speciale laarzen, zadel… John schat die kost op 145 dollar. Wie dat geld niet heeft, kan bij de rancheigenaar terecht die hem dan ouwe brol bezorgt à rato van 15 dollar/maand. Het paard blijft altijd eigendom van de rancher. Als het werk op de prairies erop zit wordt de cowboy werkloos, zonder inkomen. Neen, hij is helemaal niet de vrije kerel die we uit de westerns en uit de avonturen van Lucky Luke kennen.
Eleanor Marx
Maar, een mens vraagt het zich toch af, wie is eigenlijk de informant waarover Eleanor Marx en Edward Aveling het in hun boek hebben? Vinden we vandaag nog ergens sporen van deze klassenbewuste koewachter? En kijk, daar ontvouwt zich voor onze ogen weder het wonder van het internet. Cowboy John Harrington Sullivan (°1859-†1958) blijkt een autobiografie geschreven te hebben die, zo waarschuwt men ons wel, nogal ‘geromantiseerd’ is. (2) Bovendien zijn er de memoires die zijn zoon — Texas Jack! — gepubliceerd heeft. (3) En beide boeken zijn, net zoals de studie van Marx & Avelin, helemaal gratis & voor niets op ’t internet te lezen. Aangenaam leesvoer is dat voor iemand die op vakantie gaat, al dan niet jodelend als een lonesome cowboya long way from home… En leerzaam zijn die teksten ook.
Flor Vandekerckhove

(1) Edward Avelin & Eleanor Marx. The Working-Class Movement in America. 1891. Te lezen op https://www.marxists.org/archive/eleanor-marx/works/wcia.htm
(2) Sullivan, J. H., Life and Adventures of Broncho John: His First Trip Up the Trail1896. Te lezen op http://www.inportercounty.org/Data/Misc/broncho-john-book.html
(3) John H. (‘Texas Jack’) Sullivan. 'Broncho John’ Sullivan’s Memories of Half a Century. As Told To, and Recorded By, His Son. Valparaiso, Indiana Vidette-Messenger, July 9, 1935. Te lezen op http://www.inportercounty.org/Data/Misc/broncho-john-VM-1935.html





Geen opmerkingen: