— Politieportret van Osip Mandelstam (1891-1938). — |
OP EEN KOUDE novembernacht, in 1933, leest
Osip Mandelstam zijn jongste gedicht voor. Hij doet dat in besloten kring, want
zegt hij: ‘In Rusland wordt poëzie ernstig
genomen, je kunt ervoor gedood worden.’ Het betreffende gedicht wordt later
bekend als het Stalin Epigram. Nergens vind ik een Nederlandse vertaling, er bestaat er nochtans een en hij is mooier dan wat ik ervan terechtbreng, kan iemand me ernaartoe leiden? (°) Op het internet zoek ik drie
Engelse en twee Franse versies en maak er een eigen vertaling van, waarop ik nu
een tevreden blik mag werpen.
We leven zonder vaste grond onder de voet
Onze woorden dragen geen tien passen ver.
Maar als we dan toch iets willen zeggen
laat het dan over de bergbeklimmer van het Kremlin gaan.
Zijn dikke vingers zijn als wormen vat,
En onder zijn woorden wordt alles geplet.
De man met de kakkerlakken snor die spot
draagt laarzen waarvan de toppen glanzen.
Hij troont te midden van zijn kippen zonder kop,
toegewijde halfmensen wiens ijver hij bespeelt.
De ene fluit, aan ander blaat, een derde knort
terwijl hij buldert en met zijn vinger wijst.
Hij smeedt decreten als waren ‘t hoefijzers
Een voor ‘t hoofd, het oog, de
slaap, de lies.
Elke executie is een feest
en groot is de appetijt van de
Osseet.
De consternatie in de kamer is groot. Onmiddellijk vernietigen!, zegt de ene. Deze avond heeft nooit plaatsgehad, zegt iemand anders. Maar gezegd is gezegd. En zoals je weet: er
is altijd wel iemand die het gaat voortvertellen. Wat betekent dat de kippen zonder kop het te horen krijgen
en uiteindelijk ook hij die buldert en
met zijn vinger wijst.
Mandelstam kan nu alleen nog wachten op de klop op de deur. Die komt er
in 1934. Hij wordt opgepakt en in de Loebjanka⇲ ondervraagd. Daar ‘bekent’ de dichter dat hij nooit zo’n voorstander van de bolsjewieken
geweest is, maar toch. Na 1920, zegt hij, ‘karakteriseerde
mijn politiek en sociaal bewustzijn zich door een groeiend vertrouwen ten
aanzien van de politiek van de communistische partij en van de
Sovjetautoriteiten. In 1927 werd dat vertrouwen aan het wankelen gebracht door
mijn oppervlakkige maar warme sympathie voor het trotskisme…’
In de Loebianka wordt dat alles genoteerd onder de titel: Contrarevolutie van de schrijvers. De
ondervrager maakt Mandelstam duidelijk dat het hem vooral om diens Stalin Epigram te doen is. En of hij het
even wil opschrijven. Mandelstam doet het, zonder verpinken.
Er zijn er daar al voor minder vermoord, maar Mandelstam ontsnapt wel
aan het ergste, althans voorlopig, want de Russische literatuur beleeft in 1934
een hoogmis met het ‘Eerste Congres van
de Sovjetschrijvers’. En dan is het toch beter dat er in de voorafgaande
weken niemand vermoord wordt omdat hij een gedicht geschreven heeft. Mandelstam
wordt verbannen en zijn vrouw mag mee.
Het sleutelwoord in bovenstaande paragraaf is ‘voorlopig’. Wanneer Mandelstam
uit ballingschap terugkeert probeert hij weer als schrijver aan de bak te komen.
Hij contacteert de Unie van de Sovjetschrijvers
die daar zijn fiat voor moet geven.
De secretaris-generaal van die schrijversbond, Vladimir
Stavski⇲, brengt de gevreesde Nikolaj
Jezjov⇲ schriftelijk op de hoogte. In die brief praat hij Mandelstam
aan de galg. De slotzin luidt: ‘Eens te
meer vraag ik u om een bijdrage te leveren om het probleem Ossip Mandelstam te
regelen.’ De brief leert ons wat de Unie
van Sovjetschrijvers feitelijk is. Niet alleen is het een club die, in naam
van het socialistisch realisme, alle creativiteit onderdrukt, het is ook een
filiaal van de geheime politie.
Op 17 mei 1938 mag Mandelstam het nog eens gaan uitleggen. Er zijn
nieuwe bezwarende feiten: ‘Mandelstam
onderhield nauwe contacten met de vijanden van het volk Stenitch en
Kibaltchitch, tot op het ogenblik dat die laatste uitgewezen wordt.’ Met de
eerste wordt wellicht Valentin Stenitch bedoeld, die James Joyce in ’t Russisch
vertaald heeft (misdaad!); het pseudoniem van de tweede is Victor Serge⇲, die in Rusland openlijk de kant van
Trotski kiest. Vijf jaar werkkamp wordt Mandelstams deel, wat voor iemand met zijn
gezondheid een doodvonnis is. Ossip Mandelstam sterft op 27 december 1938. Een
getuige verklaart: ‘Men maakte een
plaatje aan zijn been vast, smeet hem met nog andere lijken op de wagen en
dumpte hem in een gemeenschappelijke graf.’ (°°)
(°) Iemand anders vond wel een Nederlandse vertaling, en een betere dan wat ik ervan terechtgebracht heb. Hij had die vertaling ook in een reactie onder dit stuk geplaatst. Toen Google besloot de tool Google+ niet langer ter beschikking te stellen zijn alle reacties die via die tool geplaatst werden helaas verdwenen. En nu weet ik niet meer wie dat gedicht zo mooi vertaald heeft, en zoals gezegd, veel mooier dan wat ik ervan terecht kon brengen.
(°°) Vitali Chentalinski. La Parole Ressuscitée. Dans les archives littéraires du K.G.B. Uit het Russisch in het Frans vertaald door Galia Ackerman en Pierre Lorrain. Editions Robert Laffont, Paris 1993. 462 pp.
(°°) Vitali Chentalinski. La Parole Ressuscitée. Dans les archives littéraires du K.G.B. Uit het Russisch in het Frans vertaald door Galia Ackerman en Pierre Lorrain. Editions Robert Laffont, Paris 1993. 462 pp.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten