![]() |
— Naast me zitten Georgette en Simonne. De andere deelnemers aan het gesprek zitten aan gene zijde van de camera, waar ze de krachten gebundeld hebben om dit beeld vast te leggen. — |
Voor Simonne heb ik De Zeewacht meegebracht en voor Georgette een
kalender. We bevinden ons in het salon van het woonzorgcentrum, waar meer volk dan anders zit. Er staat een kerstboom.
Omdat ik gezichten zie die ik nog niet ken, vraag ik naar de namen. Waaruit
een gesprek groeit dat zich eerst concentreert op de familienaam Devriendt die,
zeggen mijn gesprekspartners, in de gemeente overvloedig present is.
(’s Avonds zoek ik ernaar in mijn blog en ik vind waarlijk zes Devriendts: Marcel, Georges, Hélène, Elza, André en Jean-Pierre. Wie op de in ’t rood gezette namen
drukt wordt er naartoe geleid.)
Het gesprek verplaatst zich naar zij die ons ontvallen zijn. De overledenen doen
ons aan begrafenissen denken en die begrafenissen voeren ons naar de dragers, mannen die de kist dragen; een
functie die vandaag op wieltjes loopt, maar die destijds al eens uit de hand
durfde te lopen.
Dat kwam door de daaropvolgende koffietafel, waar de dragers voor al dat
draagwerk met meer dan één poester beloond werden. Of omdat ze zichzelf daarmee beloonden in ’t café vlak om
de hoek. Het gesprek leert me dat de dragers
niet alleen de lijkkist droegen, maar ook een reputatie torsten.
Lijkkisten dragen was geen beroep, het was een bijverdienste. Maar in
het woonzorgcentrum zijn ze het erover eens dat de dragers zich daags nadien maar zelden op de werkplek vertoonden. Van die
begrafenis hadden ze, zegt iemand, een Franse
mesdag gemaakt.
Een Franse mesdag! Mij is de
term niet bekend, maar in het salon ben ik de enige. Vervolgens verneem ik dat
niet alleen de dragers er al eens een
Franse mesdag van durfden te maken. Simonne
herinnert zich dat je op maandagen niet erg op metselaars kon rekenen, ook in
de bouw kende men de Franse mesdag.
Men zegt wel dat je op het internet alles vindt, maar dat is niet waar.
Nergens vind ik daar iets over het begrip dat ik zojuist heb leren kennen. Wel vind
ik: ‘Mestdagh: bijnaam naar de misdag (het Middelnederlandse
en Westvlaamse mesdag): zondag, feestdag, kerkdag...’
Wat
mij tot enig speculeren brengt. Is de Franse mesdag een zondag, feestdag, kerkdag... die men
liederlijk doorbrengt? Of slaat de uitdrukking op de extra rustdag, omwille van
de kater, daags na de kerkdag?
Flor
Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten