woensdag 24 oktober 2018

Erger dan een café zonder bier

Het Franse bergdorp Vabre. Bovenaan, tegen de bergwand, staan vijf huisjes: de Rue du Pénèry. 
Inzet links beneden: de inmiddels gesloten bar-tabac Café du Pont. (Eigen foto)



Begin 1992 eigen ik me in het Franse bergdorpje Vabre een bouwval toe. Ramen noch deuren. Geen plafonds, geen vloeren. Er groeit een struik uit de muur. De straat heet Pénèry, Occitaans voor Pénurie, in ’t Nederlands Schaarste. Zeer toepasselijk, in 1992 sta ik me in die Schaarstestraat af te vragen hoe ik met mijn schaarse middelen zo'n ruïne bewoonbaar kan maken. Daar vind ik niet meteen een antwoord op en daardoor sta ik er nog als de duisternis me plotsklaps overvalt.
Wat me tegelijk ook overvalt is het besef dat ik zonder tabak zit. Ik daal de berg af en schrijd voor het eerst de bar-tabac binnen, het Café du Pont. Onder het nuttigen van een petit café noir constateer ik tevreden dat de zaak me aan mijn roltabak kan helpen. Dat is dus in 1992.
Inmiddels hebben de uitbaters het dorp verlaten, Café du Pont is gesloten. De gevolgen zijn groot: alleen een bar-tabac mag in Frankrijk rookwaar verkopen. In het enig resterende café: geen tabak! Bij de kruidenier: geen tabak! In de krantenwinkel: geen tabak! Nergens nicotine! Ook niet onder de toog, wat voor Vlamingen erg moeilijk te begrijpen is.
Ik zou het me niet moeten aantrekken, ik ben inmiddels van de tabak af. Maar toch. Stel dat ik in 1992 van die berg kom en beneden moet bestatigen dat niemand me aan tabak kan helpen. Dan moet ik in ’t pikkedonker vijftien kilometer ver rijden, naar een plek waar ze wél een café-tabac hebben. Langs onverlichte wegen! En ge kent de streek niet. En die weg loopt langs ravijnen, kolkende rivieren, barrages, bergen, dalen, smalle bruggetjes, haarspeldbochten, ronddwalende everzwijnen, weerwolven, kollen, kobolten en poliepen die neervallen als kometen, gezeten op de rug van een raaf. En dan opeens zit hij daar, vlak achter zo’n scherpe bocht, de duivel wiens kont is gelikt en die zich nu tegoed doet aan het vlees van verkoolde kinderen. Boudewijn de Groot maakt daar nog meer indringende woorden aan vuil, maar ook die leiden naar een en dezelfde conclusie: elk Frans dorp heeft een eigen bar-tabac nodig!
Flor Vandekerckhove

Geen opmerkingen: