zondag 31 januari 2021

Roddelende dichters

— Rechts: De arme dichter, schilderij van Carl Spitzweg (1839) —



Niemand kan van zijn dichtkunst leven. Daarom organiseert men evenementen waarop dichters tegen betaling van jetje geven. Er zijn plaatselijke, nationale en internationale bijeenkomsten. Dat gaat zo: op een podium leest een dichter uit eigen werk voor, daarna komt een andere die ook zoiets doet, gevolgd door weer een andere die op zijn/haar beurt enzovoort enzovoort. Saaie boel, ge kunt u dat wel voorstellen. Voorbeeld van zo’n plaatselijk circuit is de Poëzieroute in De Haan, waaraan ik in 2020 geparticipeerd heb, en wel voor ’t laatst. Nationaal is er Saint Amour. Arthur Japin weet hoe het daar voor mij zou zijn: ‘Tien dagen lang zijn we tot elkaar veroordeeld; allemaal schrijvers en muzikanten die nauwelijks iets gemeen hebben, behalve ons optreden. We zitten in de bus na onze laatste voorstelling in Leuven. Er is gedronken en van ieder wordt een speech verwacht. Mijn beurt om naar voren te komen. Naast onze chauffeur neem ik de microfoon en laat weten hoe het voelt aan zo’n groepsproces niet mee te doen. Het mag de pret niet drukken. De volgende barst gewoon weer in gezellig zingen uit. Jolig allemaal. Achterin zit ik te huilen, maar niemand die het merkt.’ Voorbeeld van ’n internationaal evenement is dat waarop Herman de Coninck aan een hartstilstand stierf, ge moet niet vragen. Een enkele keer is zo’n bijeenkomst wel leuk, bijvoorbeeld wanneer punkdichter Didi de Paris van de partij is, of Peter Holvoet-Hanssen. Tof was ook, herinner ik me, de Tweede Nacht van de Poëzie in Kortrijk, vooral vanwege de legendarisch chaotische organisatie en de even legendarische provocaties van Gerard Reve.
In Amerika gaat het net zo. Ook daar verzamelen dichters zich op podia om hun schaarse inkomsten aan te zwengelen. Een van die Amerikanen is Nin Andrews. In een gedicht verzamelt ze de giftige roddels die je op zo’n bijeenkomsten over collega's te horen krijgt. Resultaat is een knappe variante op gevonden poëzie.
P.S.: suggesties die de vertaling verbeteren, zijn altijd welkom.



2 opmerkingen:

Philippe Clerick zei

Ha, de tweede nacht van de poëzie. Ik stond toen aan de ingang het Amada-krantje te verkopen. Drs. P. kocht er toen een en zei: 'De meerwaarde is, dat is gewis, voor de mensheid een grote ergernis.' Of was dat een andere keer?

De laatste vuurtorenwachter zei

@ Philippe Clerick: si non è vero…