maandag 21 april 2025

In acht te nemen zeden en gewoonten op de Oosteroever

Maurice Wagemans⇲ (1877–1927). ‘Het staketsel (Oostende)’, olieverf op canvas, 40.5 x 61 cm, onbekend jaar. De Brusselse kunstschilder leed in zijn latere jaren aan een ernstige hartziekte en overleed in Bredene. Mag ik veronderstellen dat zijn schilderij van het Oosterstaketsel in die ‘Bredense periode’ gemaakt werd? Verbleef hij daar toen in een sanatorium om er op krachten te komen? Weet iemand meer?


VOOR DE NIEUWE bewoners van de Oostendse Oosteroever is het niet onbelangrijk te weten dat de visserswijk waarin ze terechtkomen gereguleerd wordt door rituele mijdingsregels. Zo mogen vissers bij ’t uitvaren geen vrouwen op de pier zien staan en evenmin pastoors. Dat lijkt belachelijk, maar het heeft wel een reden, daarover schrijf ik in Vermijdingsrituelen in de visserij⇲ — ge moet dat zeker eens lezen. Niet dat we ons daar altijd aan gehouden hebben hoor, zoals ook blijkt uit onderstaand verhaal.
 
Taboe — WE STAAN OP ’t einde van de pier en wachten. De aalmoezenier heft een kerkzang aan. De meisjes roepen: ‘Dáár!’ Sierlijk, als een mooie vrouw die met een perfecte zwemslag door de golven klieft, glijdt het schip voorbij. We joelen, de meisjes ontbloten hun borsten. Ik roep: ‘Kijk schipper, er staat een pastoor op de pier!’ Waarop de visser ons zijn bloot gat toont. Terwijl het schip onverstoorbaar zee kiest, staren we het na. De meisjes knopen hun blouses weer dicht en terwijl we op onze schreden terugkeren, neemt de aalmoezenier ons op de pier nog vlug de biecht af. (Flor Vandekerckhove)

 


Al sinds 1991 schrijf ik ‘kaaiverhalen’ die kort zijn, maar oorspronkelijk nog altijd veel langer dan de handpalmverhalen waarin ik me sinds 2013 ben gaan specialiseren en die in deze blog terechtkomen, smoke-long stories, verhalen die helemaal gelezen zijn tegen de tijd dat je de peuk uitduwt, een plastische maar ongezonde omschrijving. Taboe is zo'n extreem kort verhaal, 't is een drabble, een verhaal van exact honderd woorden. Een ander zeer kort kaaiverhaal staat in Op de Oosteroever zijn de zeden niet veranderd; een ander heet Over een tijd die nooit meer terugkomt. Ook Dansen in ’t Veegeetje is zo’n herwerking en dat geldt eveneens voor Hij speelde accordeon in The Sailor. De twee recentste zijn Storm over de Oosteroever en De eeuwige kruwer.
In 2018 bundelde ik 25 dergelijke, 100 woorden tellende vissersverhalen in ’t Kan wreed waaien op de kaaien.  Zoals alle e-boeken (deze keer uitsluitend pdf) van De Lachende Visch is ook ’t Kan wreed waaien op de kaaien gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be (vermeld de titel) en vind het boek meteen in uw mailbox.

Geen opmerkingen: