Sloom en onoplettend loopt hij door Brugge, straat in straat uit, zonder dat hij een speciale bestemming heeft, kop in kas. Paardenkoetsen razen voorbij waarin toeristen de stad verkennen. Het is hard aan ’t regenen en hij moet een beetje uitkijken waar hij stapt, want de straten zijn er nauw en de voetpaden slecht onderhouden.
Wat mijn
broer me over de straten, stoepen en koetsen vertelt, klopt. Hij is een goed
verteller en het is alsof ik erbij ben. Ik zie de kasseien blinken, hoor het
geratel van de koetswielen en voel hoe de regen alles doorweekt; kleren, straten, gevels en vooral het gemoed.
In zo’n
nauwe Brugse straat met zo’n slechte stoep botst hij opeens tegen iemand aan
die erg gehaast is en daardoor evenmin als hij aandachtig is. Het is een harde
klap waardoor mijn broer het evenwicht verliest en in de goot terechtkomt,
uiteraard recht in een plas. Hij voelt een pijnscheut, verzwikt zijn enkel, kan
zich niet staande houden en komt ten val.
Ja, dat kan
ik me wel voorstellen, want zelf ben ik ook zo’n sufferd. Deze zomer heb ik al
suffend een lantaarnpaal geramd. Wij hebben daar een zekere aanleg voor, wij
komen uit een familie van sufferds.
Vanuit de
goot kijkt hij omhoog naar de medemens die hem omvergelopen heeft. Die mens
blijkt een mooie jonge vrouw te zijn die hem vanonder haar paraplu medelijdend
aankijkt en hem, zoals dat in zo’n geval altijd gaat, de verkeerde vraag stelt:
of hij zich bezeerd heeft.
Nu frons ik
voor het eerst de wenkbrauwen, want ik kom niet alleen uit een nest van
sufferds, maar ook uit een familie waar het de gewoonte is de gebeurtenissen te
verbloemen. Wij worden niet zomaar omvergelopen zonder dat er een mooie vrouw
aan te pas komt. Het is een trek die ik meteen herken, ook omdat
ik er zelf niet van gespeend ben. Het is niet toevallig dat ik me onledig houd
met het schrijven van verhalen. Mijn broer doet alsof hij mijn gefrons niet
opmerkt en vertelt verder.
Mocht die
mens een man van middelbare leeftijd geweest zijn, bijvoorbeeld zo’n doodgewone man met een confectiepakkie
an, dan had mijn broer hem een verwensing toegesnauwd en alle hulp
geweigerd, maar de persoon in kwestie is niets van dat alles, want het is een
zij. Bovendien is zij van een schoonheid die je op de Brugse stoepen niet veel
tegen het lijf loopt. (Zijn woorden.) En mijn broer antwoordt haar dat het niet
erg is, dat het wel meevalt. Dankbaar
aanvaardt hij de mooi verzorgde hand die hem recht helpt. Terwijl zijn voet
danig zwelt, stelt hij haar op zijn beurt de verkeerde vraag: of zij zich
bezeerd heeft. Neen, dat heeft ze
niet, zegt ze, en ze helpt hem tot bij een raamkozijn waarop hij enigszins kan steunen.
Daar staan ze dan, getweeën, de schone en het beest, op een slecht onderhouden stoep in een nauwe
Brugse straat, terwijl de regen tegen de straatstenen knettert waarover koetsen
rijden die de stad onveilig maken.
Hij toont me
de mouw van zijn regenjas waaraan niets te zien is en stroopt zijn broekspijp
op om me zijn enkel te tonen waar evenmin iets aan te zien valt. Logisch, zegt
hij, want het heeft zich allemaal een maand eerder afgespeeld. Hij
beweegt zijn voet over en weer om me te bewijzen dat alles weer naar behoren functioneert.
Allemaal
goed en wel, maar hij heeft zijn voet daar in die straat wel degelijk verzwikt
en stappen is welhaast uitgesloten. Dus biedt zij hem haar arm aan en zegt: ‘Ik woon hier vlakbij. Kom mee, ik zal
kijken of we een dokter moeten bellen.’ Mijn broer zegt niet ja en niet
neen, maar gaat al mankend mee met die mooie vrouw die hij van haar noch
pluimen kent. Hij ruikt haar parfum, kijkt naar haar mooi verzorgde gelaat en
voelt de warmte van haar arm die hem ondersteunt.
Zij woont in
zo’n typisch Brugs bakstenen huisje dat heel oud lijkt, maar dat niet is.
Achter het trapgeveltje komt hij terecht in een wereld van dure design. De
vrouw helpt hem in een leren zetel, waarin ze eerst een handdoek gelegd heeft
want zijn broek is kleddernat, ze bergt haar mantel op en zegt dat ze haar
verbanddoos haalt. Hij kijkt haar na. Ze is van een schoonheid die hij nooit
eerder heeft mogen zien, noch in Brugge noch elders. (Zijn woorden.)
Dat is het
moment waarop ik me ernstig begin af te vragen of ik er ook maar iets mag van geloven,
want mijn broer is niet alleen iemand die de werkelijkheid verbloemt, hij is
ook een regelrechte leugenaar, eveneens zoals de rest van mijn familie. Het
zit in onze genen. Zelf kan ik mijn leugens in verhalen kanaliseren, maar
de rest van mijn familie is niet zo creatief als ik, daar gaat men gewoon al
liegend door het leven. Commerçanten!
Ik zou je daar veel verhalen over kunnen vertellen, maar ik wacht ermee tot ze allemaal dood zijn.
De vrouw die
van een schoonheid is die hij nooit eerder gezien heeft, komt terug met een
doos waarop een groot rood kruis staat, en gaat vervolgens een teil warm water
halen. Ze gaat op haar knieën voor hem zitten, maakt de veters van zijn schoen los, wrikt die schoen zachtjes van zijn
voet, stroopt zijn kous af, waarbij hij als gebiologeerd naar haar roodgelakte
nagels blijft kijken, en legt zijn voet tussen haar dijen. Ze vraagt nogmaals of hij zich bezeerd heeft. ‘’t Gaat, liegt hij, ‘’t gaat.’ Zijn voet is rood en gezwollen. Ze plaatst die voet in de teil warm water en wrijft zachtjes over de
zwelling. Nooit eerder heeft mijn broer zo’n zachte handen een van zijn zwellingen weten strelen. (Zijn woorden.) Dit is voorwaar zijn eigen voetwassingsmoment. Ik wil cynisch vragen of dit als 't ware bij toeval op Witte Donderdag gebeurd is, maar hij laat zich niet onderbreken.
Hij kijkt om
zich heen en aan de muur ziet hij een ingekaderde affiche van H&M hangen, waarop
een model een blouse aanprijst. Het duurt enkele seconden vooraleer hij zich
realiseert dat de vrouw op de affiche dezelfde is als degene die zijn voet
masseert. Hij vraagt: ‘Ben jij dat?’
En zij antwoordt zonder op te kijken: ‘Op
die affiche? Ja, dat ben ik.’ Alsof het niets is.
Nu gaat mijn
broer echt te ver, hij overdrijft in de overtreffende trap. Ik ken hem al veel
te lang om in zijn al te grove leugens te trappen. ‘Ja,’ zeg ik, ‘alsof ik je
niet ken. Als ik deze niet geloof dan vertel je me wel een andere.’ Hij
lacht en schudt het hoofd: ‘Neen neen, ik
zweer het. En ’t is nog niet gedaan.’
Hij begint
de affiche van H&M tot in de details te beschrijven: de blouse, de prijs, het
lettertype, het fotomodel, vooral het model. Hij vraagt me of ik weet dat H&M de tactiek heeft om
in elk land plaatselijke modellen op de affiche te zetten. Neen, dat weet ik
niet. Om de verkoop te bevorderen, zo voegt hij eraan toe. Dat heeft die mooie
vrouw hem geleerd die zijn voeten aan ’t masseren is terwijl ze hem inleidt in
de zeden en gewoonten van de reclamewereld.
'Hij vraagt: "Ben jij dat?" En zij antwoordt zonder op te kijken: "Op die affiche? Ja, dat ben ik." Alsof het niets is.' |
Nu geloof ik
er echt niets meer van. ‘En,’ vraag
ik, ‘waar kan ik dat fameuze fotomodel van
je eens zien?’ Hij lacht. ‘Nergens,’
antwoordt hij, ‘De modewereld is erg
volatiel. Dat is voorbij. H&M
heeft alweer nieuwe modellen.’
Zijn
antwoord verbijstert me, want dat is niet wat ik wil weten. Ik krijg de tijd
niet om de vraag opnieuw te stellen. Hij moet ervandoor, want eens het verhaal
verteld is, wordt ook mijn broer erg volatiel. Ik blijf perplex achter. Eens te meer is
hij erin geslaagd me op het verkeerde been te zetten.
Het is zoals ik 't zeg. Ik kom uit een familie van leugenaars en fantasten. Bij ons moet je
bijzonder oplettend zijn, want de grens tussen werkelijkheid en verbeelding
wordt al te gemakkelijk overschreden. Al wat mijn broer me verteld heeft
is imaginatie en niets anders. Mijn broer in Brugge? Ik heb niet eens
een broer. Wat zou die in Brugge lopen doen, in de regen nog wel?
Flor
Vandekerckhove
Wie op een van onderstaande labels drukt, vindt elders in de blog nog soortgelijke verhalen.
Wie op een van onderstaande labels drukt, vindt elders in de blog nog soortgelijke verhalen.
3 opmerkingen:
Echt een charmant verhaal, spijtig dat je broer niet echt is!
H&M beter dan Hema: http://www.youtube.com/watch?v=kii9CFEbJ5o
Hihi Eric, is al anderhalf jaar geleden!
Nu wachten op de volgende episode, dan vertelt Flor over zijn zuster. :-)))
Een reactie posten