woensdag 22 mei 2013

Visserskapel Bredene, maar waar is de bron?


Visserskapel Bredene. De inmiddels verdwenen waterput staat vooraan op de foto.  
Het water werd ingezet tegen oogziekten.


Water dat aan de grond ontspringt, het hééft iets. Het is een plek waar men verpoost en geniet van het verkwikkende water. Komt het daardoor dat er zoveel kapellen, kerken, abdijen naast waterputten gebouwd werden?
In de kerk van Nijvel bevindt zich een St.-Gertrudisbron. Het water heet helend te zijn. Er zijn ook veel St.-Willibrordusputten; de encyclopedie somt er 21 op. Dat water gebruik je tegen koorts, verlamming en oogziekten. In Gistel is zelfs de abdij naar een put genoemd, Ten Putte, en ook dat water is goed tegen oogziekten (alsmede om schuinsmarcherende echtgenoten op ’t rechte pad te krijgen.) 
Het aantal heilige bronnen & putten is ronduit indrukwekkend. Veelal zijn ze al vóór de kerstening heilige plaatsen. Dat valt gemakkelijk te verklaren.  Alle religie stamt voort uit voorouderverering. Plekken die water produceren zijn heilig, ze staan in verbinding met de voorouders. De missionarissen die alhier hun ding komen doen zijn katholiek maar niet dwaas. In plaats van die plekken te verketteren nemen ze de boel over.
Die kennis heb ik vergaard in een zoektocht naar de oorsprong van de Bredense visserskapel. De legende zegt dat daar aan het begin van de achttiende eeuw een mariabeeldje gevonden wordt. Tot drie keer toe wordt het naar de kerk gebracht en elke keer weet het weer te 'ontsnappen' om… weer op de oorspronkelijke plek te gaan liggen.  Maar waarom dáár?
Het raadsel wordt opgelost wanneer mijn postkaartencollectie aangevuld wordt met een beeld van die visserskapel waarop een… waterput te zien is.  Die is daar nu niet meer, maar die put ligt wel degelijk aan de oorsprong van de visserskapel. Katrien Vervaele schrijft erover in een website waar ze Noordzeeverhalen sprokkelt:  Aan het water van die put werden trouwens miraculeuze eigenschappen toegedicht. Het bracht naar men zei soelaas en zelfs genezing bij oogziekten. De bedevaartgangers maakten een knoop in hun zakdoek, doopten de tip in het water en depten er hun ogen mee. Voor andere kwalen werd aangeraden om van het water te drinken. Menig bedevaarder vulde dus een flesje om mee naar huis te nemen.  Geleidelijk aan vervuilde de put, kwam vol stenen en ander afval te liggen en werd uiteindelijk, in 1936, gedempt. Maar het idee bleef leven dat een bezoek aan het kapelletje een geneeskrachtige uitwerking had.’
Flor Vandekerckhove

De Laatste Vuurtorenwachter post dit stukje in 2013. In 2021 redigeer ik het opnieuw, ten behoeve van de FB-groep 'Bredene van en voor iedereen'.

Verlost van de last




Geen opmerkingen: