maandag 21 januari 2019

Intellectuele bekommernissen



Beeldcultuur — Als er iets was wat intellectuelen toen met elkaar gemeen hadden dan was het hun afkeer van de beeldcultuur. Zij waren van de letteren. Volgens Ernest Mandel leidde beeldcultuur ‘onherroepelijk tot de verwording van de bekwaamheid tot denken.’ Hij meende dat, want hij zei verder ook nog: ‘Toen ik in de Sunday Times las dat er in Londen reeds meer winkels van video-cassettes zijn dan boekhandels, beschouwde ik dat als het slechtste nieuws van na de Tweede Wereldoorlog.’ U leest dat goed: slechtste nieuws van na de Tweede Wereldoorlog. Nou nou. En winkels van video-cassettes! Het waren waarlijk barbaarse tijden.

Hegel — Hegel zei: ‘Wesen ist was gewesen ist’. Naar verluidt was Sartre bijzonder geboeid door deze zin. Als ik me, net als Sartre, dat citaat mag toe-eigenen zou ik het vertalen als: je bent wat je geweest bent. Maar of ’t waar is? In het Franse dorp, waar ik een vakantiehuisje heb, woont de oude Toulze die nooit van Hegel gehoord heeft en evenmin van Sartre. Maar hij spreekt die twee wel tegen. Als ik van de berg kom en zijn huis passeer, onderhouden we elkaar enige tijd over de ouderdom. Hij zegt: ‘Je kunt niet tegelijk zijn en geweest zijn.’

Uitleg — Er zijn objectieve en subjectieve redenen. ik kan er een sociale, politieke en economische uitleg aan knopen en er zitten ook psychologische kantjes aan. Het heeft met mijn politieke verleden te maken, met de globalisering en dus met de toekomst van de wereld. Het heeft met toeval van doen, misschien ook met een persoonlijke crisis, evengoed als met diep doorleefde maatschappelijke inzichten. Om al die oorzaken en aanleidingen te inventariseren, om er een hiërarchie in aan te brengen, ze voor mezelf te verklaren, ze vervolgens uitgelegd te krijgen en ze mooi neer te schrijven heb ik veel meer woorden nodig.

Stijl — Het is de stijl waar het om gaat. De stijl legt onvermoede dingen bloot. Georges Perec legt zichzelf een stijl op via contraintes, anagrammen en palindromen — ja, ook ik heb de betekenis ervan moeten opzoeken — omdat die zelfopgelegde beperkingen ‘een soort directe toegang tot het onbewuste zijn, veel sterker dan welk automatisch schrijven ook, veel sterker dan wanneer je uitgaat van de woordbetekenis. Het feit dat je woorden produceert via die zeef, via dat filter. Wat daar doorheen komt…’ Of dat ook geldt voor een drabble zoals deze, zegt Perec niet. Ik weet niet of hij Monty Python gekend heeft.

Copywriter — Er waren veel vergaderingen. Nooit begreep ik waarover men daar sprak, maar ik begreep wel dat ik dat niet moest laten blijken en daarom stelde ik nooit vragen. Ik begreep wel dat het onderwerpen waren die alleen maar verteerd konden worden door de drank die daar overvloedig aanwezig was. Je kon er jezelf een koffie inschenken of cola, whisky of pils. Iedereen dronk whisky. Het was een dynamisch bedrijf. Na mij kwam er nog een marketing manager, een public-relationsman, een beheerder van het wagenpark, een promotiechef, een inkoopdirecteur, een webmaster, een IT-specialist. Er dreigde een tekort aan whisky te ontstaan.

Flor Vandekerckhove

Geen opmerkingen: