maandag 4 september 2023

Jeugdcultuur doorheen de tweede helft van de XXste eeuw

De naam van dit groepje is in de nevelen van de vergetelheid verzwolgen. Van links naar rechts: Roger Borret (solopartijen), Honoré Pitteljon (baslijn), Ronny David (ritme, niet te verwarren met zanger Ronny David, a.k.a. Ron Davis.) Mij zou het verwonderen als die drie op de foto niet Bouddha van The Cousins aan ’t spelen zijn.


Zopas sla ik een interessant boek dicht over punk, verschijnsel van de jeugdcultuur uit de tweede helft van de jaren zeventig. Zonder enige kennis van muziekachtergronden beginnen veel jongeren in die tijd een muziekgroepje, veelal DIY-bands⇲, boeiend verschijnsel, waarop Greil Marcus diep ingaat. (°) Wie niet van ’t genre houdt, oppert dat die punkers wel héél weinig muzikale kennis hebben, maar niemand zal ontkennen dat punk een nieuwe, ongeziene golf van jongerencreativiteit op gang trekt.
Ongezien? Niet echt. 
Mijn gedachten waaieren uit naar mijn kindertijd, ik ben 7 jaar. In de winkel hoor ik mensen klagen over de jeugd-van-heden: ’Er daalt een rock ’n roll-plaag neer, een schreeuwerig modemuziekje dat enkel zijn tijd zal hebben.’ Volgens die klagers, daarin fanatiek bijgetreden door mijn ouders, heeft rock ’n roll niets meer met muziek te maken. Eerlijkheidshalve voeg ik eraan toe dat ik dit gesprek distilleer uit een krantenartikel van 19 oktober 1956 (ik plaats het knipsel hieronder, wat als voordeel heeft dat u weet dat ik het niet verzin.) ‘t Zou me evenwel verwonderen mocht dit niet een gesprek uit vaders winkel zijn. Wat mijn ouders daar met hun klanten becommentariëren is de geboorte van de jeugdcultuur, nieuw verschijnsel dat alles te maken heeft met een unieke periode in de geschiedenis, de Trente Glorieuses, het Wirtschaftswunder, waarin werkende jongeren een deel van het verdiende geld zelf mogen spenderen. Waardoor een nieuwe markt ontstaat, kapsels, kleren, vooral pop, met de single als z’n typische muziekdrager en de elektrische gitaar, basgitaar, drums… als z’n typische instrumenten.
Sindsdien kent elke nieuwe generatie soortgelijke explosie van jongerencreativiteit, met telkens een nieuwe boost voor de markt. Weer neem ik u mee, nu naar 15 april 1967, intussen ben ik al 18. Mijn maat JP en ik delen in die tijd een gemeenschappelijke kunstopvatting: creativiteit is alles, vakmanschap is niets! We concretiseren onze opvatting in een kunstwerk en winnen alzo een plaatselijke popartwedstrijd. Ons credo — creativiteit is alles, vakmanschap is niets! — past perfect in de tijdgeest van de sixties, zo kon bijvoorbeeld geen van The Beatles muziek lezen of schrijven. Onder dat credo zie je in die tijd een nieuwe explosie van creativiteit, waarbij tieners niet alleen de hand aan zichzelf, maar ook aan de gitaar slaan. Ik vraag aan Laurent Vanacker, a.k.a. Laurentius, destijds leadzanger van The Swallows, om enkele jongerenbands uit onze onmiddellijke omgeving op te lijsten, hij somt op: ‘The Seabirds waren eerst (1960 ), dan The Silhouets (1961) en ook The Cavemen (1965) met Erik Allary uit Oostende. The Linnets (jeugdclub La Casa), The Spotlights (1965) uit Oostende. Wij waren de groep die ’t hier 15 jaar met bijna dezelfde leden volhield (1961-1976). De groepen uit Oostende wisselden voortdurend van leden en van naam. The Silhouets behielden hun naam, maar met de vele verschillende muzikanten kan je een heel leger vormen.’ Intussen valt mij een Bredense band te binnen (1965-66), met een bestaan zo kort dat de participanten de naam al lang vergeten zijn. Bandleden zijn drie Bredense tieners: Honoré Pitteljon (baslijn), Ronny David (ritme) en Roger Borret (solo’s op de jazzgitaar). De repetities gaan door bij Borret thuis: Zandstraat 10. Waarmee ook dit feit uit de jongerencultuur aan de vergetelheid ontrukt wordt; op de valreep, zo kan ik u verzekeren, onze geheugens worden er niet beter op.


(°) Greil Marcus. Lipstick Traces: A Secret History of the Twentieth Century (1989) 2011. Faber & Faber London. 482 pp.


Onderstaand artikel uit De Zeewacht: de nieuwe jeugdcultuur roept telkens weerzin op. (Met dank aan Frank Vermang voor het knipsel.)


Geen opmerkingen: