Bredene, 1996 — De ambtenaar zet de schaar in mijn identiteitskaart. Daarmee
komt een einde aan een kwarteeuw afwezigheid uit die gemeente. Terug naar
Bredene! Na vijfentwintig jaar ga ik er weer wonen. Kortrijk, Nazareth, Gent,
Brussel, Amsterdam, Oostende… Het is allemaal voorbij. Ik voel me als Ismaël↗︎,
de verteller uit Moby Dick, die weer op de bank gaat zitten waar hij lang
geleden ook al zat. Maar nu, klaar om te vertellen. Terwijl de snippers in de papiermand vallen heb ik twee epifanieën
tegelijk. Ik haast me om ze op te schrijven.
Terug naar Bredene is een beweging, maar ook het omgekeerde ervan,
het ophouden van een beweging, de voltooiing van een cirkel. Nog voor mijn oude
identiteit de bodem van de papiermand raakt, weet ik dat dit gevolgen zal
hebben. In Bredene zal werk gemaakt worden dat het werk afschaft en kunst die
de kunst afschaft. Er zullen honderd verhalen bloeien.
Meer moet ik over die eerste epifanie niet zeggen. Daar hoor je
later nog wel van, wanneer onbekenden bloemen neerleggen bij het gedenkteken van Zegher Janszone↗︎, een vrijheidsstrijder. Uiteraard! Daar zal later verslag van uitgebracht worden. [Toen kon ik uiteraard niet weten
dat het in een blog zou zijn, dat verschijnsel bestond in 1996
nog niet. Het woord weblog wordt voor het eerst gebruikt op 17 december 1997.]
Terwijl de ambtenaar mijn oude identiteit vernietigt wil ik hem vragen een ogenblik te talmen. Ik
wil die snippers nog eens goed bekijken. ‘Wacht!’
roep ik, ‘Ik ben nog niet klaar met dat
vuurtorengebied dat ik verlaten heb.’ Hoelang heb ik niet naast de Oostendse vuurtoren gewoond? Naast de haven,
naast de kwestie, in dat gebied dat zoveel namen heeft: Vuurtorenwijk, Oude
Vuurtorenwijk, Liefkemores, Lisjemorre, Negerdorp, Oosteroever, Oostblok van Oostende… Zoveel
namen om een plek te vatten die onvatbaar is, een leegte gevuld met
ordeloosheid die de burgerij pijn aan d’ ogen doet. Teveel vragen dwarrelen onbeantwoord de papiermand in. Pleeg ik
verraad door daar weg te gaan? Laat ik de boel in de steek? Moet ik daar niet in
de weg blijven staan? Een beetje blijven dwarsliggen?
Ik ben nog niet klaar met de teunisbloemen die daar ongevraagd tot laat
in de herfst bloeien, en de tweede epifanie valt — dwarrel
dwarrel — uit elkaar. Een
sportterrein naast een baggermaatschappij, naast een verlaten militaire basis.
Scheepswrakken waarop verworpenen der aarde overnachten en vrijen, spuiten
ook. Dingen die het daglicht niet mogen zien, een vuur dat in de duinen
aangestoken wordt. Dwergkonijnen aldaar achtergelaten door
stedelingen. Een doordrenkte matras.
Wat is het verband tussen dat alles of het zou
ikzelf moeten zijn? Waarom ga ik daar dan weg? Zeker, er staat schimmel op de
muren van het huis waarin ik woon, houtrot maakt dat ik de ramen niet open
krijg en deze die helaas open staan niet dicht. Wat heeft de deur dichtgedaan?
De schoorsteen die aan diggelen valt? Of is ’t de niet aflatende aanwezigheid
van… laat ons ze initiatiefnemers noemen. De Europese Unie die geld wegschenkt
om het gebied een nieuwe bestemming te geven; promotoren die de dingen opkopen;
politici die de leegte met macht bedekken; de jachthaven die er vroeg of laat
zal komen en daarmee ook de winnaars van de rat
race die hun boten — tupperware! — tegen de kaai gaan leggen, vlak voor de
gebouwen die niet langer lege pakhuizen zullen zijn…
Flor Vandekerckhove↗︎
(Deze tekst verscheen oorspronkelijk in het aprilnummer 1996 van Het Visserijblad. In 2002 werd het opgenomen in de essaybundel Polemist ter zeevisserij. Ook omdat ik intussen wel beter leren schrijven heb, werd de tekst hier nu fel ingekort. Op 8 februari 2023 presenteer ik hem aan de FB-groepen Oostendse Verhalen, Oostende Retro en Oostende Nostalgie.)
(Deze tekst verscheen oorspronkelijk in het aprilnummer 1996 van Het Visserijblad. In 2002 werd het opgenomen in de essaybundel Polemist ter zeevisserij. Ook omdat ik intussen wel beter leren schrijven heb, werd de tekst hier nu fel ingekort. Op 8 februari 2023 presenteer ik hem aan de FB-groepen Oostendse Verhalen, Oostende Retro en Oostende Nostalgie.)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten