 |
De foto links is een beeld van de bekende fotograaf Antony, hij komt uit het archief van André Baert. Centraal op het dek (de man met het witte hoedje) is diens grootvader Arsène — Tjènne — Blondé, de beroemdste visser die de Belgische visserij voortgebracht heeft. Eddy Eneman vertelt me dat de vis die van het schip getakeld wordt een reuzenhaai is. De datum vermeldt 12.08.1935. De foto rechts is van mezelf. De kat laat zijn oog op twee goudvissen rusten. Wat die twee foto's met elkaar gemeen hebben, leest u in onderstaand stuk.
Mijn vriendin heeft een koppel goudvissen dat maar niet wil sterven. Hoe oud worden die beesten eigenlijk, wil ze van me weten. Dat hangt van de kat af, zeg ik. Ik denk niet dat ze zo oud gaan worden als de Groenlandse haaien die onlangs als collateral damage in de netten van Deense vissers terechtgekomen zijn: gemiddeld 163 jaar. Een ervan laat zich verschalken op de gezegende leeftijd van 392 jaar. Indrukwekkend is ook de leeftijd waarop zo’n Groenlandse haai zich begint voort te planten: pas na 150 jaar! In momenten van oprukkende misantropie denk ik wel eens dat de mens daar beter ook een beetje langer mee zou wachten.
Onze vissers jagen niet gericht op haaien, maar het gebeurt wel dat zo'n exemplaar onbedoeld in hun netten terechtkomt. In oude nummers van Het Visserijblad zoek ik kriskras naar voorbeelden die tegelijk mijn woordenschat aanscherpen, want er zijn er zijn haaien van soorten. En dit is wat ik in mijn oude netten aantref: in de vismijn van Oostende worden, lees ik, enkele haringhaaien verkocht. In Zeebrugge wordt een haai van bijna duizend kilo op de vloer gezet. Volgens de enen is het een Groenlandse haai, volgens anderen een reuzenhaai. Dat komt doordat beide in de volksmond apekalle genoemd worden. Nog in Zeebrugge is er een voshaai te koop. Zelfs lijnvissers halen soms een haaitje boven. In 1989 vist zo’n sportvisser vanaf een golfbreker een gladde haai op.
In Oostende wordt de ruwe haai stinkhaai genoemd, steenhaai, zeiker of zandhaai. Al die namen worden overigens ook gebruikt om de gladde van bovenvermelde sportvisser te benoemen. Wanneer zowel de gladde als de ruwe haai een zeiker is, dan begrijpt u dat de spraakverwarring niet veraf is.
Om een lang haaienverhaal kort te maken: er zijn 250 soorten haaien. Ze worden onderverdeeld in families die soms erg poëtische namen torsen. Wat denkt u bijvoorbeeld van de familie van de zeevarkenshaaien? Slechts enkele soorten worden geconsumeerd en soms ten onrechte, want vele zijn beschermd. Ze zijn trouwens niet alleen gewild omwille van het vlees. De huid van de blauwe haai wordt gebruikt als schuurmiddel. Die van de Groenlandse en de hamerhaai verwerkt men tot leer. En uit de reuzenhaai, de Groenlandse en de haringhaai haalt men levertraan, een product waaraan geen van ons met plezier terugdenkt.
In de Wikipedia zie ik dat de goudvissen van mijn vriendin normaliter tussen 15 en 28 jaar kunnen worden en ik zie dat er ook een geval bekend is van een goudvis die 49 werd. De kat zit naast het aquarium. Hij likt zijn pootjes en denkt er ’t zijne van.
Flor Vandekerckhove
[Dit stukje werd oorspronkelijk in 2016 in De Laatste Vuurtorenwachter gepost. In 2021 redigeer ik het opnieuw ten behoeve van enkele FB-groepen waarbij ik me aangesloten heb. (P.S.: de twee goudvissen van mijn vriendin zijn inmiddels, op hoge leeftijd, overleden.)]
En nu: een primeur!
Bob Dylan en Flor Vandekerckhove
declameren samen
HET TEMPEEST!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten