vrijdag 10 december 2021

Édouard Louis: schrijven tegen de literatuur




Édouard Louis↗︎ is een fenomeen in de Franse letteren. De Laatste Vuurtorenwachter postte eerder al over diens anti-literatuurvisie in Aan het sterfbed van de literatuur↗︎, en over zijn afkeer van de ‘middenklassestaal’ schreef ik Over een taal die sommingen niet willen begrijpen↗︎. Hij vertelt over zijn jeugd in ‘Weg met Eddy Bellegueule’, over zijn vader in ‘Ze hebben mijn vader vermoord’ en nu over zijn moeder in ‘Strijd en metamorfose van een vrouw’. ’t Is uit dat laatste boek dat ik citeer.
Er is me verteld dat literatuur de werkelijkheid nooit mag proberen uit te leggen, maar alleen mag proberen te illustreren, en ik schrijf om haar leven uit te leggen en te begrijpen.
Er is me verteld dat literatuur nooit in herhaling mag vallen en ik wil alleen maar keer op keer hetzelfde verhaal schrijven, erop terugkomen totdat er fragmenten van het ware verhaal te zien zijn, er het ene gat na het andere in maken tot het moment dat wat eronder ligt begint door te schemeren.
Er is me verteld dat literatuur nooit mag lijken op het etaleren van gevoelens en ik schrijf alleen maar om gevoelens op te roepen die het lichaam niet kan uitdrukken.
Er is me verteld dat literatuur nooit mag lijken op een politiek manifest  en toch slijp ik nu al elke zin bij zoals je het lemmet van een mes slijpt.
Want ik weet nu: wat literatuur wordt genoemd, is zo opgebouwd dat er geen plaats is voor levens en lichamen als die van haar. Want ik weet voortaan dat als ik schrijf over haar en schrijf over haar leven, ik tegen de literatuur schrijf. (°)
Dik zestig bladzijden verder staat daar de metamorfose die moeder en zoon ondergaan hebben:
Vreemd, wij waren allebei ons leven begonnen als verliezers van de Geschiedenis, zij als vrouw, en ik als afstotelijk buitenbeentje. Maar net als bij een wiskundige vergelijking, een perfect symmetrische omkering van zaken, werden de verliezers van de wereld waar we toe behoorden de winnaars, en de winnaars werden de verliezers. Na de breuk ging de gezondheid van mijn vader hard achteruit. Hij bleef eenzaam achter, en nog armer dan toen hij bij haar woonde. Terwijl hij in het eerste deel van zijn leven alle macht over ons had, was hij nu alles kwijt, en de ongelukkige uitdrukking verdween nooit meer van zijn gezicht. Alles wat zijn kracht was geweest, werd zijn zwakte: de alcohol die hij zijn hele leven had gedronken, had zijn lichaam gesloopt, zijn organen waren verzwakt door zijn levenslange weigering om voor zichzelf te zorgen — medicijnen waren iets voor vrouwen, vond hij, zijn rug was kapot door het jarenlange werk in de fabriek en daarna als straatveger, maar hij zei wel dat het de taak van de man is om geld in ’t laatje te brengen.
Mijn moeder belde me sindsdien een paar keer per maand. Ze zei: ‘Als je eens zag hoe vrij ik nu ben. Dan zou je me niet herkennen.’
Flor Vandekerckhove


(°) Édouard Luis. Strijd en metamorfose van een vrouw. Vertaald door Reintje Ghoos en Jan Pieter van der Sterre. 2021. Uitg. A’dam. De Bezige Bij. 107 pp.
















Op 1 januari 2022 publiceert uitgeverij De Lachende Visch een nieuw e-boek van Flor Vandekerckhove. Honderd titelloze eenparagraafverhalen wordt ingeleid door Flors oud-leraar Nederlands Alfons Vandenbussche.



De e-boeken van Flor Vandekerckhove zijn gratis voor wie erom vraagt. Vooraf bestellen kan. Het boek wordt u dan per e-mail toegestuurd zodra het in het rek van De Weggeefwinkel komt te liggen. Vraag erom via liefkemores@telenet.be↗︎


Geen opmerkingen: