‘Ecrire est un acte d'amour. S'il ne l'est pas, il
n'est qu'écriture’ (Jean Cocteau)
Op 31 december 2007 maakte ik een eind aan mijn bezigheid als auteur-publicist, een activiteit die ik tot dan in bijberoep uitgeoefend had. Eerder al had ik noodgedwongen een punt gezet achter mijn betrekking als redacteur van Het Visserijblad; de visserij was immers zo klein geworden dat het voor een journalist niet meer mogelijk was er een boterham aan over te houden.
Ben ik vervolgens opgehouden met schrijven?
Godver neen. Wat eerst noodgedwongen beslist werd, is nadien een deel van mezelf
geworden. Dat schrijven… dat blijkt voor mij als eten en drinken te zijn. Meer
zelfs, de praktijk van het schrijven maakt me gelukkig. Waarom zou ik er dan
mee ophouden?
Dat blijkt iets te zijn wat mensen maar
moeilijk begrijpen (en officiële instanties al helemaal niet). Als je er niet
voor betaald wordt, waarom zou je het dan doen? Waarom zou je je onledig houden
met iets wat ‘niet opbrengt’? Het
antwoord is nochtans eenvoudig. Haalt u dan een inkomen uit het ademen? Vraagt
u geld om te eten? Rekent u iets aan om te vrijen? En als het antwoord neen is,
waarom houdt u er dan niet mee op?
Wat als noodzaak begonnen was, werd een vrije
keuze. De economie van de markt werd vervangen door deze van de gift. Wat een
beroep was, werd een eigenheid. Je proeft de woorden die de jonge journalist
Karl Marx al in 1842 neerschreef: ‘De
eerste voorwaarde voor de vrijheid van drukpers bestaat hierin dat ze niet
langer een vak is’. Je ervaart de vrijheid waarover dat citaat het heeft. Je
verlaat het terrein van de dubbele moraal. Een vrouw die vrijt om er geld aan te verdienen noem je een
hoer, hoe heet een auteur dan die schrijft om er geld aan over te houden? Wat
een inzicht!
En je blijft schrijven. Je doet het niet beroepshalve,
wat niet betekent dat het een hobby wordt. Het betekent evenmin dat je het
minder goed gaat doen. Je blijft schrijven om dezelfde reden die je laat
ademen, eten, vrijen… Omdat je het kunt! Het devies van Van Eyck wordt het
jouwe: als ic can.
Op die manier is ook de roman Amandine
ontstaan. Voor mij was het schrijven van Amandine de kers op de taart van een kwarteeuw schrijversengagement in de visserij. Er was immers iets wat nog
nooit over onze visserij geschreven was. Er bleef een gebied
onaangeroerd, een zone die blijkbaar buiten het gezichtsveld valt en desondanks
deel van uitmaakt.
Hoe moest ik dat gebied omschrijven? Het ging over ervaringen
die met persoonlijke gevoelens te maken hebben, over angst, over de
voortdurende interactie van mens en natuur; het ging over de bijna oneindig
complexe, onderlinge relaties van mensen, de opbouw van het 'innerlijk leven', datgene
wat de pastoor de 'ziel' zou noemen en Bart De Wever ‘identiteit’ en wat
ikzelf het ‘imaginaire’ noem… En wie ‘imaginair’ zegt, zegt roman. Die roman is er nu gekomen en hij heet
Amandine. Voor de rest kan ik alleen maar hopen dat ik in mijn opzet geslaagd ben,
want ik heb Amandine geschreven, Van Eycks devies indachtig, zo goed als ic can.
Flor Vandekerckhove
Dat het boek vervolgens ook beschikbaar
gemaakt werd, is dan weer helemaal de verdienste van Jo Clauwaert die het niet
alleen illustreerde en vorm gaf, maar ook voor eigen rekening liet produceren.
Wilt u het thuisbezorgd krijgen dan stort u 24,99 € op rekening van CDVProductions te De Pinte (iban: BE06 0011 9550 7822 -bic:
GEBABEBB). Inmiddels is het boek uitverkocht, misschien heeft Clauwaert er nog enkele liggen, wie weet. Wie meer wil weten vraagt het per mail aan
cdvproductions@skynet.be.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten