Heeft men er u al van kunnen overtuigen dat de
politieke begrippen links en rechts tot het verleden behoren? Bent u ook van
mening dat er geen maatschappelijke klassen meer bestaan; dat heel de bevolking
inmiddels één grote middenklasse vormt, met bovenaan en onderaan enkele
aanstootgevende restanten uit het verleden? Bovenaan de koninklijke familie en onderaan wat wijlen Steve Stevaert de zieken, de zwakken en de misselijken placht te
noemen. Voor wat die laatsten betreft heeft men het in ’t Engels over the working poor, een onderklasse,
gevormd door mensen die er niet in slagen drie jobs te combineren omdat ze te
lui zijn om hun bed uit te komen.
Behoort uzelf tot de middenklasse? Het kan haast niet anders. U bent degene waarvoor de premier de koopkracht veiligstelt.
Voor u is de reclame bestemd die zegt wat u daarmee moet aanvangen.
U bent een hardwerkende Vlaming, er zijn er nauwelijks andere. U
beschikt over politici die zeggen wat u denkt. U volgt de publieke opinie.
Het boek Chavs (dat is in Engeland een gangbaar woord dat
we in het Nederlands nog het beste als crapuul vertalen) gaat tegen die misvatting
in. Zegt de auteur: ‘[I]k ben ervan
overtuigd dat er hoop ligt in de terugkeer van de klassenpolitiek, dat wil
zeggen in het afwijzen van het waanidee dat “we allemaal in hetzelfde schuitje
zitten” en het onderkennen dat arbeiders gezamenlijke basisbelangen hebben maar
dat die op ramkoers liggen met de belangen van degenen aan de top.’
Als we die hoop willen verwerkelijken moeten een
aantal dingen gebeuren: ‘Maar zo’n
beweging kan alleen maar bestaan als een aantal mythes ontmaskerd wordt: dat we
allemaal in wezen tot de middenklasse behoren; dat klasse een achterhaald
concept is en dat sociale problemen in feite tekortkomingen van het individu
zijn.’
Die mythes! In Groot-Brittannië,
het land dat in het boek beschreven wordt, werden ze gepopulariseerd door
wijlen Thatcher, the iron lady: ‘Oude waarden van de arbeidersklasse, zoals solidariteit, waren
vervangen door meedogenloos individualisme. De arbeidersklasse kon op geen
enkele politicus meer rekenen om haar belangen te verdedigen. De nieuwe Brit
die door het thatcherisme was geschapen, was een tot de middenklasse behorend individu
met een eigen huis. Iemand die voor zichzelf en zijn naasten zorgde en verder
voor niemand anders.’ In
België 't zelfde. De
arbeidersklasse werd uit het discours weggegomd, er bestond geen gemeenschap
meer, alleen nog individuen en families.
Uiteraard had deze ideologie nooit ingang kunnen
vinden als ze niet ook in de werkelijkheid te zien was: ‘In werkelijkheid is dat gevoel van geworteld zijn al jarenlang aan het
verdwijnen, deels door het ineenstorten van de industrie. Hele
arbeidersgemeenschappen werden vroeger gevormd rond een bepaalde fabriek,
staalbedrijf of mijn. De meeste mannen werkten daar. Voor hun vaders en opa’s
gold misschien hetzelfde. Toen de bedrijven verdwenen, raakten de gemeenschappen
die erdoor in stand werden gehouden, versnipperd.’
Maar betekent dit dat de arbeidsklasse verdwenen
is? Jones: ‘Als je naar de statistieken kijkt, is het duidelijk dat de
arbeidersklasse de meerderheid vertegenwoordigt. Meer dan acht miljoen mensen
onder ons verrichten nog steeds werk met de handen en nog eens acht miljoen
werkt op kantoor, in de verkoop of bedient klanten. Dat betekent dus ruim meer
dan de helft van de werknemers, maar zonder dat leraren, werkers in de
gezondheidszorg zoals verplegend personeel, en treinmachinisten zijn meegeteld,
die allen tot de categorie “professionals” behoren.’ (…) ‘De meeste mensen
werken in dienst van anderen en hebben geen controle over hun eigen werk. Maar
velen van hen zwoegen niet langer in fabrieken of mijnen. De laatste dertig
jaar is er een dramatische toename van een nieuwe arbeidersklasse in de
dienstverlening. Hun banen zijn schoner en fysiek minder zwaar, maar vaak met
een lagere status, onzeker en slecht betaald.’
‘De moderne
arbeidersklasse lijkt in één opzicht op de oude: ze bestaat uit mensen die voor
anderen werken en geen zeggenschap hebben over hun eigen arbeid. Maar hun banen
zijn vaak schoner en vereisen minder spierkracht; hoe sneller je typt is
belangrijker dan hoeveel je kunt tillen. Ze werken in kantoren, winkels en
callcenters, vaak voor een relatief laag loon en minder werkzekerheid.’
Waarom wordt dat alles ontkend? ‘Net te
doen alsof de arbeidersklasse niet meer bestaat, haar als het ware “te laten
verdwijnen”, is vooral politiek gezien bijzonder nuttig gebleken. (…) Als er
geen arbeidersklasse meer is om voor op te komen, heeft links geen missie meer.
En daarmee geen recht van bestaan.’
Flor Vandekerckhove
Owen Jones, Chavs,
De demonisering van de Britse arbeidersklasse. Uitgeverij EPO Berchem.
2013. 334 ps. ISBN 9789491297458. Prijs: 24,90 €. — [Alle citaten komen uit dat boek (uitgenomen het
allerlaatste of course).]
Geen opmerkingen:
Een reactie posten