— Peter Snayers, Het Beleg van Oostende (schilderij ca. 1650). Het hoge bouwwerk is 'De grote kat'. Op de achtergrond bevoorraden de geuzen de stad via de Oosteroever. — |
Wie de woorden beleg van Oostende leest, denkt wellicht aan ene met kaas en ene met hesp. En er is in die stad inderdaad een broodjeszaak geweest die zo heette. Maar Hét Beleg is uiteraard nog iets anders.
Alles begint met een opstand tegen de Spaanse koning. Die kan er niet om lachen en stuurt er zijn leger op af. En voilà: de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). De opstandelingen worden neerbuigend geuzen genoemd: te land bosgeuzen, te water watergeuzen. Vlaanderen wordt al vlug door de Spanjaarden heroverd. Alleen Oostende houdt stand.
De geuzen komen er zich dan ook verschansen. Ze vormen de stad om tot een ommuurde vesting met wallen en grachten. Na het weggraven van de duinen aan de oostkant (1584) breekt de zee door en overstroomt de omgeving, daardoor ontstaat omstreeks 1600 de huidige havengeul.
In juli 1601 nemen Spaanse en Italiaanse legers hun posities in rond de stad waarbij ze vooral de oude westelijke haveningang viseren. Ook aan de oostzijde bevinden zich troepen. Die willen verhinderen dat Hollandse en Engelse schepen Oostende bevoorraden. Dagenlang wordt Oostende onder vuur genomen. De stad houdt echter stand. Voortaan zullen week na week tientallen schepen Oostende binnenvaren met wapens, materiaal, medicijnen, levensmiddelen, wijn, bier en brandstof.
De oostelijke duinen zijn, zoals gezegd, al in 1584 geslecht, maar in 1601 gebeurt dat ook met de westelijke. Oostende is daardoor bij hoogwater een eiland! Hoe ziet het leven er daar uit? Het kamp van de geuzen bestaat uit maar enkele Oostendenaars, want de stedelingen zijn het geweld tijdig ontvlucht. Oostende is een garnizoensstad waar burgers nauwelijks plaats hebben. Bij de aanvang van het beleg bevindt zich daar een garnizoen van 4.500 man: één derde Nederlanders, één derde Engelsen, één derde Duitsers en Fransen (protestantse edellieden). Regelmatig worden er nieuwe troepen aangevoerd. Er breken ziekten uit — scheurbuik, koorts — door gebrek aan water en door de lijken die nauwelijks begraven kunnen worden. Vanaf mei 1602 kost de pest dagelijks aan 60 tot 80 mensen het leven.
Bij de belegeraars is het al even slecht. De omgeving van de stad is moerassig. De soldaten krijgen hun soldij vaak niet tijdig uitbetaald waardoor er onlusten uitbreken. Maar ze zitten ook niet stil, begin 1602 bouwen ze, ten westen van de stad, de ‘grote kat’, een monumentaal bouwwerk van 40 meter hoog, dat de belegeraars moet toelaten de stad vanuit de hoogte te bestoken. De geuzen van hun kant proberen die ‘grote kat’ in brand te schieten, wat hen uiteindelijk ook lukt.
Zo kan het niet blijven duren. De Spanjaarden kloppen aan bij Ambrogio Spinola, een steenrijke Italiaan. In september 1603 krijgt hij het opperbevel. Die Spinola, in Oostende bekend gebleven door de naar hem genoemde Spinoladijk, wordt geholpen door de natuur. In maart 1604 brengt een zware storm de stad zeer veel schade toe. Tot overmaat van ramp komen de beloofde troepen uit het noorden niet opdagen. Uiteindelijk, in september 1604, wordt de situatie onhoudbaar. De geuzen zien in dat het einde nabij is en beslissen te onderhandelen. Ze slagen erin om voor de overgebleven 4.500 man een vrije aftocht te verkrijgen. Op 22 september 1604 verlaten ze met opgeheven hoofd de stad richting Zeeland. 's Avonds nodigt Spinola de overwonnen officieren zelfs uit op een banket.
Oostende is compleet verwoest en moet helemaal heropgebouwd worden. Men raamt het verlies aan mensenlevens op 45.000 aan de kant van de belegeraars en 52.000 aan de kant van de geuzen. Het Beleg van Oostende is een belangrijke episode in de geschiedenis. Professor Georges Allaert vindt het zelfs ‘onbegrijpelijk dat het Beleg van Oostende in het geschiedenisonderwijs meestal niet eens vermeld wordt. Nochtans betekende de inname van de stad door het Spaanse leger de definitieve scheiding van de Nederlanden.’
En mocht u na al dat oorlogsgeweld
nood hebben aan vredige taferelen
3 opmerkingen:
Ja... ik denk niet dat ik over het beleg van Oostende geleerd heb. Oostende als eiland spreekt wel tot de verbeelding. Oostende die fantastische badstad. Ik ben echt zò verliefd op Oostende :-)
Ma pas op (ze trekt een 'scheve mulle') Bredene ook é, Bredene ook.... ;-)
Trots om uit een familie te komen die volgens de archieven hier het begin meemaakte . Sterke gasten, vissers en doodeerlijk !
Altijd geweten dat er zo een geus in me was.. piraat.. ancien ostendenoare... Aarrrrrr
Een reactie posten