zaterdag 22 juli 2023

Kijk kijk, een Belg

Links: L’heure du bain (olieverfschilderij, 55,5 x 80,5 cm. 1882. Om te bewijzen dat ik daar geweest ben, wil ik een foto maken. Maar in Le Tréport is ’t daar vandaag echt ’t weer niet voor. Dus rij ik verder, naar Criel-Sur-Mer, waar evenveel keien liggen (ik sta erop), waar even goed een plage is (je ziet ver achter mij de witte rij strandcabines) en krijtrotsen zijn (ik wijs ernaar) En ook daar is ’t geen weer.


Tania vervolgt haar wandeling langs Franse kusten. Op 19 juli vertrekt die wandeling in Ault en haar tocht eindigt 21,5 kilometer verder in Criel-sur-Mer, we zijn dan al in Normandië. Onderweg passeert ze Le Tréport. Ik loop daar een beetje rond en herken al gauw het soort toerisme dat ik van thuis uit zo goed ken. Veel restanten van de belle époque ook, wat erop wijst dat het toerisme daar al vóór de Eerste Wereldoorlog tiert. Ik zie dat kunstschilder Évariste Carpentier in 1882 van dat toerisme getuigt, in een groot schilderij dat L’heure du bain heet. 
Weet u niet wie Carpentier is? Dat komt doordat u niet van Kuurne bent, daar kent iederéén hem. In Kuurne heeft hij zelfs een borstbeeld staan. Hij heeft er ook een straat en er bestaat een kunstkring met zijn naam. Klap op de vuurpijl: ook het rust- en verzorgingstehuis is daar naar hem genoemd. U raadt het: Évariste Carpentier is in Kuurne geboren. En in 1882 verblijft hij dus In Le Tréport, vlak naast Criel-sur-Mer waar ik dit stukje schrijf. Hij schildert er een strandtafereel dat me laat denken aan Mars die in 1896 soortgelijke afbeeldingen bundelt in La Vie d’Ostende⇲, een toerismeboek.
Er valt over die Carpentier veel te vertellen en de internet-encyclopedie doet dat ook wel. Zelf blijf ik met een vraag zitten. In de Wikipedia lees ik dat Évariste in 1845 als derde kind in een landbouwersgezin geboren wordt. In de Franse editie zegt men uitdrukkelijk ‘une familie de modestes cultivateurs’. ’t Is niet dat ik meteen aan Het gezin Van Paemel denk, maar ’t verwondert me toch dat boerenzoon Carpentier kunstschilder kan worden. Dat lijkt me niet evident, in die tijd, voor een telg van ‘une familie de modeste cultivateurs’.
Weet je wat? ’k Zal ’t eens her en der in Kuurne vragen, ’t zou me verwonderen als niemand me daar van m’n onwetendheid af kan helpen.

P.S. Intussen heeft Francis Benoit, burgemeester van Kuurne, mijn vraag beantwoord: 'Carpentier komt inderdaad uit een eenvoudig landbouwersgezin. Zijn ouders verwachtten dan ook dat hij net als zijn vier broers in de boerenstiel zou blijven. Maar de jonge Evariste was altijd bezig met tekenen. Een bezoek aan het museum van Kortrijk (nu al bijna 10 jaar gesloten) bracht in hem een ware donderslag teweeg. Hij wou & zou kunstschilder worden! Met de steun van leraars, die zijn uitzonderlijk talent gemerkt hadden, kon hij zijn ouders overtuigen hem in te schrijven aan de Academie van Kortrijk. De start van een ongelofelijke artiestenloopbaan.'

De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.

Geen opmerkingen: