zaterdag 1 juli 2023

Jules Verne kwam, zag en overwon

Onderaan: de zeereizen die Jules Verne met zijn vaartuigen ondernam.
Links met de Saint-Michel I en II, rechts met de Saint-Michel III.



Jules Verne kwam (naar Le Crotoy), zag (ongeziene dingen) en overwon (het toelatingsexamen tot de Yacht Club de France.) Als allegaartje kan die openingszin wel tellen, vind ik, en wat volgt zal niets anders zijn dan de ontrafeling ervan. Ik start met het laatste. In 1874 wordt Jules Verne, na vele verzoeken, toegelaten tot de Yacht Club de France, als schrijver en als zeeman, hij is de twee. Op dat moment is hij eigenaar van een eenvoudige boot met dek - de Saint-Michel I - waarop hij Twintigduizend mijlen onder zee schrijft. Na het felbegeerde lidmaatschap koopt hij een grotere boot, de Saint-Michel II (voor de kenners: romplengte: 13,27 m. Breedte: 3,52 m. Diepgang: 2,25 m. 19 ton.) Vanuit Le Crotoy onderneemt hij zeereizen. Daar bestaat een kaartje van (ik zie dat hij ook Oostende aandoet.) Nog later koopt hij een nog grotere Saint-Michel, van een heel ander kaliber: een 31 meter lang, metalen stoomjacht, waarmee hij grotere reizen maakt, ook daarvan bestaat een kaartje.
Die eerste boot van Jules Verne ligt in het havenstadje Le Crotoy, waar hij van 1865 tot 1870 een huis huurt. In dat stadje — en op z'n boot — werkt hij aan zijn merkwaardige oeuvre. Ik herinner me niet dat ik daar ooit iets van gelezen heb, wel herinner ik me een film: De reis rond de wereld in tachtig dagen, ik was zeven en zodanig onder de indruk dat ik me er nog altijd flarden van herinner. 
Bijna zeventig jaar later bevind ook ik me in Le Crotoy, waar ik een klein stukje over de grote Jules schrijf. ik kijk uit over het havenstadje aan de Sommebaai, waar ook Vernes blik gedwaald heeft, ik fantaseer dat ik daar Vernes boot zie liggen en in die fantasie ben ik er getuige van hoe hij aan boord de eerste zinnen van Vingt Mille Lieues sous Les Mers schrijft. In een Nederlandse vertaling uit 1941 zien die eerste zinnen er als volgt uit.
Niemand zal waarschijnlijk het even zonderlinge als onverklaarbare verschijnsel vergeten hebben dat het jaar 1866 kenmerkte. Behalve de bewoners der kuststreken en groote steden, waren het vooral de zeelieden, die door dit verschijnsel bijzonder getroffen werden. Kooplieden, reeders, gezagvoerders van schepen, ja, zelfs de regeeringen der staten van Europa en Amerika, kortom, iedereen hield zich met deze aangelegenheid ernstig bezig. 
Mij zou het verwonderen als die aangelegenheid geen nooit eerder gezien zeemonster betreft. Ik heb natuurlijk makkelijk praten, Vernes 20.000 mijlen onder zee is vandaag gemeengoed. Ook mensen die, zoals ik, ’t boek — eigenlijk twee — nooit gelezen hebben, weten wat in het verhaal gebeurt. Dat laatste wordt wellicht sterk in twijfel getrokken door de échte kenners, de members van Het Jules Verne Genootschap.

De e-boeken (pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel): liefkemores@telenet.be.



1 opmerking:

geert barbier zei

Ik was in le crotoy in 1980?81? Geen idee dat Vernes daar gewoond heeft. Er waren toen gewoon géén toeristen. Heerlijk gegeten en gewandeld. Wel twee films op basis van Vernes gezien, maar mijn voorkeur Verne was de schrijver vd Bob Morane boeken. Die zal ik pngeveer allemaal gelezen hebben.