Norbert en ik hadden ’t fietsen al goed onder de knie, hij op zo’n klein kinderfietsje en ik op een iets groter, oud, hier door toeristen achtergelaten kraam. Op den duur waren we ’t beu om daarmee alleen maar rond de kerk te fietsen, ’t werd tijd, vonden we, om de wereld te verkennen. We waren tien, hoogstens elf. Omdat zij het ons toch maar zouden verbieden, zeiden we niets aan onze ouders, er was wel meer wat we niet zeiden.
Het verkennen van de wereld startte kort na de middag. In Bredene lieten we de Duinenstraat achter ons, we fietsten via de Sluizenstraat naar de Blauwe Sluis waar het de Brugse Baan op ging, over Klemskerke en voorbij Vlissegem. langs Vijfwege waar de naam veranderde in Oostendse Steenweg. We passeerden Houthave, Meetkerke, tot we een bordje Brugge-Sint-Pieters zagen. Daardoor aangemoedigd hielden we niet op met trappen voor we de Grote Markt in Brugge bereikten en onze fietsjes vlak naast het standbeeld van Breydel & De Coninck konden parkeren, om daar eens goed rond te kijken.
Het verkennen van de wereld startte kort na de middag. In Bredene lieten we de Duinenstraat achter ons, we fietsten via de Sluizenstraat naar de Blauwe Sluis waar het de Brugse Baan op ging, over Klemskerke en voorbij Vlissegem. langs Vijfwege waar de naam veranderde in Oostendse Steenweg. We passeerden Houthave, Meetkerke, tot we een bordje Brugge-Sint-Pieters zagen. Daardoor aangemoedigd hielden we niet op met trappen voor we de Grote Markt in Brugge bereikten en onze fietsjes vlak naast het standbeeld van Breydel & De Coninck konden parkeren, om daar eens goed rond te kijken.
Daar stootten we onverwachts op onderwijzer Bernard Warlop die nauwelijks kon geloven dat we op die kleine fietsjes zover geraakt waren. Aan alles haakte in die tijd een straf, waardoor we het als bedreigend ervoeren dat Warlop ons daar gezien had, en dus haastten we ons meteen weer naar huis, waar we net op tijd voor het avondeten aankwamen. We hadden twee keer vijfentwintig kilometer achter de kuiten. We zwegen wijselijk over onze ontdekkingstocht en dat deed gelukkig ook Bernard Warlop.
Flor Vandekerckhove ↱
Flor Vandekerckhove ↱
3 opmerkingen:
Kijk es aan ik woonde toendertijd in Brugge, we zijn ongeveer dezelfde generatie denk ik, ik ben van '59... Herinner me hoe wij op de fiets de wereld verkenden en hoe we ooit es van Brugge naar Knokke reden. Toeristenfietsen hadden we hier niet dus was het ik op de fiets van me Ma die veels te groot voor me was en mijn zus op zo'n klein fietske met ballon bandjes. We deden dat die ene keer en weet niet meer of we er ooit geraakten maar dat is niet zo belangrijk... Herinner me wel nog heel klaar de verwachting en spanning... We gingen naar het verre Knokke en de Zee die we toen nog nooit gezien hadden... Belangrijker achteraf was het beleefde avontuur. Wat later ontdekten we toch dat Zeebrugge beter haalbaar was helemaal via de Komvest naar d'Ave en het kanaal. De jaren 60 en 70, de tijden van vrijheid...... Kinderen konden en wilden en mochten nog buiten. Pas op, We moesten ook buiten want we woonden met zeven kinderen in zo'n drie kamer huisje in't Klein Nieuwstraatje op St Gillis... Woonkamertje, keukentje en 1 slaapkamer. voor ma en pa. Wij sliepen op de zolder in twee verdeeld voor jongens en meisjkes met een gordijn. Dus in de vakanties stonden we op aten vlug een ontbijt, gritsten nog een paar stutten mee en moeder deed de deur open en zei 'en thus zien vo dat doenker word'... T'waren gelukkiger tijden...
Over Bernard Warlop gesproken , na mijn verhuis van Bredene SAS naar de Duinen kwam ik bij hem terecht. Wij moesten veel zingen , Hij zette de ramen open , je kon ons horen tot aan de zee . Toen we met alle klassen op schoolreis gingen , één dag naar Melsbroek , was ik de jongen die niet mee ging .Mijn vader vond dit flauwe kul en wilde niet betalen. Meester Warlop betaalde dit en ik ging toch mee. Later waren we samen in Rusland. Ik heb dit nooit vergeten en maakte een fles wodka met hem soldaat .
Prachtig verhaal!
Luc Blomme
Een reactie posten