OVERTUIGD van de blijvende impact van ’t internet op de literatuur verliet ik eind 2013 de wereld van het papieren boek. Ik haalde De Laatste Vuurtorenwachter weg uit Het Visserijblad⇲ en maakte er een blog⇲ van, Daarna publiceerde ik, naast de blog, alleen nog e-boeken. Gaandeweg ontwikkelde ik mijn eigen ‘internetstijl’ (work in progress trouwens.)
Uiteraard gaan velen me daarin voor. Zo zijn er Pioniers van de elektronische literatuur⇲ geweest, auteurs van ingewikkelde hypertekstverhalen die al vanaf de jaren negentig — zelfs vóór het internet — met de combinatie van elektronica & literatuur in de weer waren, veelal academici waar ik me niet eens aan durf te meten.
Kenneth Goldsmith⇲ is een geval apart. Ik heb al meer dan eens op deze avant-gardeschrijver gewezen die me in 2016⇲ op ongeziene mogelijkheden van ’t internet wees. In dat boekje haalt hij het voorbeeld aan van Jennifer Egan⇲ die in 2010 een roman schrijft bestaand uit 607 tweets. Over Goldsmiths avantgardistische poëzie heb ik ook iets staan: Elvis has left the building⇲.
Ook de jongeren van de literaire Alt-Lit⇲ beweging zijn mij voorgegaan, jonge Amerikaanse schrijvers die tussen 2011 en 2014 hun persoonlijke verhalen over seks, drugs en emoties op ’t net gooien. Bekende auteurs zijn Tao Lin⇲ en Megan Boyle⇲ die hun trips, depressies, kommer & kwel op Twitter, Tumblr, Facebook, YouTube⇲, Gmail en blogger⇲ zetten en daar nadien boekjes van maken. Tao Lin is ook oprichter van de voor Alt-Lin erg relevante uitgeverij MUUMUU HOUSE⇲. Wie meer over deze, intussen ook alweer verdwenen beweging wil weten, geraakt al een eind ver met deze alt-lit voor beginners⇲. Wie wil weten wat er vandaag van rest, kan in deze longread⇲ terecht. Op de vraag of de beweging ook Nederlandstalige literatuur en schrijvers heeft voortgebracht, blijf ik het antwoord schuldig. Wel zie ik dat Tao-Lins boek TaiPei in ’t Nederlands⇲ vertaald werd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten