De Vrije Socialist, het blad van Nieuwenhuis |
Nieuwenhuis (1846-1919) is de best
bekende Nederlandse anarchist, een protestantse dominee die van zijn geloof
afviel en via het socialisme uiteindelijk bij het anarchisme terechtkwam, een
anarchisme dat hij vrij socialisme noemde.
In de inleiding legt Marcel Van der Linden uit waarom
die Nieuwenhuis vandaag nog steeds belangrijk is. De socialistische beweging heeft onderweg iets verloren, zegt
de inleider. Er is ‘sprake van een
structurele gedaanteverandering die de subculturele banden met de achterban
vrijwel geheel heeft doorgesneden.’ En verder: ‘Vernieuwd elan lijkt alleen mogelijk als wezenlijke elementen van het
oude vrije socialisme weer tot leven worden gebracht.’ Van der Linden
verwijst daarbij naar wijlen Hans-Jurgen Krahl. Volgens deze Duitse
studentenleider is een ‘proces van
bewustzijnsverandering’ nodig ‘dat
zeker aan acties gekoppeld dient te zijn’, en dat veel tijd zal vergen. ‘Het gaat (…) om het tot stand brengen van
een zeer langdurig proces van verlichting.’ Van der Linden weer: ‘Net zoals volgens Max Weber “de geest” van
het kapitalisme “het product van een lang durend opvoedingsproces” is geweest,
zo kan ook een socialistische samenleving slechts de uitkomst van een
veelomvattend proces zijn.’ Domela werd
aangetrokken door ‘prekapitalistische
waarden, door het verlangen de verbroken eenheid en gemeenschap te herstellen.
Hij was niet alleen een rationalist, hij was ook een romantische
revolutionair.’
Die idee vinden we ook in de slotbeschouwing van
biograaf Stutje: ‘Domela was een
romanticus. (…) De hang naar waarden die verloren gingen, behelsde de kritiek
op de moderne maatschappij en nam met de voorstelling van het socialisme als reconstructie van de verbroken
totaliteit de vorm van een romantisch gevoede utopie aan. De blik van het
verleden bood zicht op de toekomst. Domela zocht naar een herstel van de
subjectiviteit van het individu, de ontwikkeling van het Ik in al zijn rijkdom
en diepgang. Naar de mens, niet in eenzaamheid en vervreemding, maar hersteld
in verbondenheid met zijn medemens en de natuur.’
Is dat iets uit het verleden? Niet helemaal, want de
Franse marxist Michel Löwy vindt in het revolutionaire romantisme waarden die ook vandaag belangrijk zijn. Hij spreekt ter zake over ‘le véritable défi que nous
voulons lancer aux doutes, aux fatigues, et aux nihilismes contemporains.’
Maar wat belette Nieuwenhuis om daarvoor in de
sociaaldemocratie te blijven ijveren? Volgens hem was er in de arbeidersbeweging een
klassenstrijd gaande. ‘Een bevoorrecht
deel van het proletariaat, de “vierde stand”, op sleeptouw genomen door de
kleine bourgeoisie, vocht tegen het ongeorganiseerde proletariaat, de
zogenaamde “vijfde stand” van verstotenen en paria’s. Kleinburgerlijke
elementen joegen hun conservatieve eigenbelang na en waren volop bereid water
in de wijn te doen.’ De ongeorganiseerden, de verstotenen, de paria's? Herinnert ons dat niet aan 'de zieken, de zwakken en de misselijken' van Steve Stevaert, nog niet zo erg lang geleden voorzitter van de Vlaamse socialisten?
Bij de anarchisten lag het probleem dan weer elders: ‘Terwijl de sociaaldemocratie bouwde aan een
krachtige partij en vakbeweging, sloten de anarchisten zich meer en meer op in
de eigen parochie. Ze zonderden zich af in hun landbouwkolonies en productieve
associaties. (…) Maar weinigen waren bereid met hem te ijveren voor de algemene
werkstaking, voor de directe vakbondsactie en voor het antimilitarisme.’ En
verder: ‘Om de kleinste dingen maakten ze
ruzie. Het was eenvoudiger een dozijn muilezels bij elkaar te houden dan drie
of vier anarchisten, verzuchtte hij.’ Ja, dat is waar.
Flor Vandekerckhove
Jan Willem Stutje, Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Een
romantisch revolutionair. 559 ps. Uitgevers Houtekiet – Amsab – Atlas Contact.
ISBN België 978 90 8924 204 4. ISBN Nederland 978 90 978 90 450 2124 9.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten