Flor Vandekerckhove en Luc Martinsen (foto Jo Clauwaert) |
Ik zie die twee mensen graag. Luc & Els behoren tot de weinigen die ik in mijn leven
toelaat, alhoewel je dat niet te ruim mag interpreteren, een mens moet maat
houden zo heb ik geleerd, anders komen er vodden van (het schilderij dat ik kreeg heet niet voor niets Nooit meer drinken).
Luc & Els
vormen al lang een kunstenaarsgezin. Verleden jaar zijn ze zelfs getrouwd, een
gebeurtenis waaraan ik als getuige mocht participeren. Wat aantoont dat ook zij
mij in hun leven toelaten, alhoewel dat evenmin ruim geïnterpreteerd mag worden. We gelijken daarin goed op elkaar.
Het huishouden
van Luc & Els oogt als een bakkersgezin. De bakker bakt en de bakkersvrouw
doet alles. Luc schildert en Els
houdt zich met de rest bezig, waardoor ze gaandeweg een allroundvrouw geworden
is. Zij het niet helemaal, want waterleidingen dichten kan ze niet.
Els &
Luc verblijven enkele dagen in mijn huisje in de Languedoc. Dat hebben ze eerder ook al
gedaan, maar nu kreeg ik er, vlak voor hun vertrek, dat schilderijtje voor. Dat
hadden ze niet moeten doen, want ik vraag niets in ruil. Ik ben blij dat iemand
naar dat huisje trekt, anders staat ’t daar toch maar stof te vergaren. Ik wil nu
iets terugdoen en schrijf dit stukje terwijl ze nog in het huisje verblijven.
De eerste
dag: telefoon. Els: ‘De waterleiding is
gesprongen. Wat moet ik doen?’ Ik leg haar uit dat er in het huis een
brandertje staat en soldure. Ik zeg dat ze ’t water uit de koperen leiding moet
laten lopen, daarna het buisje rondom het lek verhitten en het dan solderen. Omdat
ik die twee een beetje ken zeg ik erbij dat buurman Max wel zal helpen.
Dag twee. Ik
stuur een berichtje: ‘Is ’t gelukt?’
De derde dag
krijg ik antwoord: ‘Max is er niet en wij
durven niet. We trekken ons plan. Het is hier zalig.’ Dat plantrekken zie
ik voor me: het water in huis blijft afgesloten en Els vult emmers aan ’t kraantje
in de straat. Ik zie nog meer voor me: wanneer ik in oktober naar dat huis trek
om het voor de winter af te sluiten, kan ik meteen beginnen repareren.
Ik moet
actie ondernemen. Dag drie. Ik stuur een nieuw bericht: ‘Probeer je ’t nog te fiksen voor je terugkeert? Pascal van ’t huisje
beneden zal ook wel willen helpen.’
Twee dagen
later krijg ik antwoord: ‘Quel bordel
ici. Drie uur lang hebben drie man hier acht gaten gedicht. Pascal en Antoine
hebben gezweet. Wij zijn gestrest. Hopelijk is ’t OK. We gaan nu een stukje
eten.’ Hola, er is geen tijd geweest om eten te bereiden. Dat zal niet weinig stress
veroorzaakt hebben. Ook daarin gelijken we op elkaar.
Ik blijf met
enkele vragen achter. Wie is Antoine? En wie is de derde man? Luc? Ik kan
bellen om het Els te vragen, maar ik doe het niet. Je moet elkaar niet teveel bellen, vind ik.
Flor
Vandekerckhove
PS.: over de schilderkunst van Luc Martinsen schreef ik eerder al in deze blog. Wie in onderstaande labels op zijn naam drukt komt erop terecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten