zondag 12 augustus 2012

Luc & Els

Flor Vandekerckhove en Luc Martinsen (foto Jo Clauwaert)
Van mijn vrienden Luc Martinsen & Els Milh kreeg ik een schilderijtje cadeau, een tableau van de meester zelve. Mooi werk. Ik heb het in mijn fietstas mee naar huis genomen en nu staat het hier te pronken.
Ik zie die twee mensen graag. Luc & Els behoren tot de weinigen die ik in mijn leven toelaat, alhoewel je dat niet te ruim mag interpreteren, een mens moet maat houden zo heb ik geleerd, anders komen er vodden van (het schilderij dat ik kreeg heet niet voor niets Nooit meer drinken).
Luc & Els vormen al lang een kunstenaarsgezin. Verleden jaar zijn ze zelfs getrouwd, een gebeurtenis waaraan ik als getuige mocht participeren. Wat aantoont dat ook zij mij in hun leven toelaten, alhoewel dat evenmin ruim geïnterpreteerd mag worden. We gelijken daarin goed op elkaar.
Het huishouden van Luc & Els oogt als een bakkersgezin. De bakker bakt en de bakkersvrouw doet alles.  Luc schildert en Els houdt zich met de rest bezig, waardoor ze gaandeweg een allroundvrouw geworden is. Zij het niet helemaal, want waterleidingen dichten kan ze niet.
Els & Luc verblijven enkele dagen in mijn huisje in de Languedoc. Dat hebben ze eerder ook al gedaan, maar nu kreeg ik er, vlak voor hun vertrek, dat schilderijtje voor. Dat hadden ze niet moeten doen, want ik vraag niets in ruil. Ik ben blij dat iemand naar dat huisje trekt, anders staat ’t daar toch maar stof te vergaren. Ik wil nu iets terugdoen en schrijf dit stukje terwijl ze nog in het huisje verblijven.
De eerste dag: telefoon. Els: ‘De waterleiding is gesprongen. Wat moet ik doen?’ Ik leg haar uit dat er in het huis een brandertje staat en soldure. Ik zeg dat ze ’t water uit de koperen leiding moet laten lopen, daarna het buisje rondom het lek verhitten en het dan solderen. Omdat ik die twee een beetje ken zeg ik erbij dat buurman Max wel zal helpen.
Dag twee. Ik stuur een berichtje: ‘Is ’t gelukt?
De derde dag krijg ik antwoord: ‘Max is er niet en wij durven niet. We trekken ons plan. Het is hier zalig.’ Dat plantrekken zie ik voor me: het water in huis blijft afgesloten en Els vult emmers aan ’t kraantje in de straat. Ik zie nog meer voor me: wanneer ik in oktober naar dat huis trek om het voor de winter af te sluiten, kan ik meteen beginnen repareren.
Ik moet actie ondernemen. Dag drie. Ik stuur een nieuw bericht: ‘Probeer je ’t nog te fiksen voor je terugkeert? Pascal van ’t huisje beneden zal ook wel willen helpen.’
Twee dagen later krijg ik antwoord: ‘Quel bordel ici. Drie uur lang hebben drie man hier acht gaten gedicht. Pascal en Antoine hebben gezweet. Wij zijn gestrest. Hopelijk is ’t OK. We gaan nu een stukje eten.’ Hola, er is geen tijd geweest om eten te bereiden. Dat zal niet weinig stress veroorzaakt hebben. Ook daarin gelijken we op elkaar.
Ik blijf met enkele vragen achter. Wie is Antoine? En wie is de derde man? Luc? Ik kan bellen om het Els te vragen, maar ik doe het niet. Je moet elkaar niet teveel bellen, vind ik.
Flor Vandekerckhove

PS.: over de schilderkunst van Luc Martinsen schreef ik eerder al in deze blog. Wie in onderstaande labels op zijn naam drukt komt erop terecht.

Geen opmerkingen: