Links: huis van mijn grootouders. Rechts: gat dat achterbleef nadat het huis in 2014 werd afgebroken.
DE FOTOMONTAGE toont links, in de Duinenstraat van Bredene, het winkelhuis van mijn grootouders, Zoë Van Lyssebettens & Edmond Vandekerckhove. Die foto dateert van 1946, de zaak dateert van 1929. Het geld heeft altijd ontbroken om de gevel bovenaan af te werken en beneden ziet u de etalages van hun fruit- en groentewinkel. Het huis in de Duinenstraat bestaat sinds 2014 niet meer, de foto rechts toont het gat dat daar toen in dat jaar geslagen werd. Via dat gat ziet u de achterliggende school die in dit verhaal een rol speelt. Inmiddels bestaat ook dat gat niet meer, nu staat er een flatgebouw: Heritage II.
Het huis van mijn grootouders deed dienst als sluipweg. Kinderen liepen erdoor om naar de school in de achterliggende wijk te trekken. Norbert Olders↗︎ herinnert zich dat daar iets tegenover stond: je moest iets kopen, een (één) appel bijvoorbeeld. Ook Luc Blomme↗︎ herinnert zich de sluipweg: 'Toen we in de Gentstraat woonden, sneden we een hoek af, zeker bij regenweer. Dat parcours liep... dwars door de groentewinkel en de tuin van je mémé Zoë! Van gastvrijheid en tolerantie gesproken. De dag van vandaag zou dat niet meer lukken.'
Grootmoeder Zoë heerste krachtdadig over huishouden en winkel, maar de garage, links op de foto, was het terrein van mijn peter, door de buren gemeenzaam Mongsje genoemd. Hij maakte er groenten schoon en trieerde er het fruit, en gebruikte de garage ook wel als sluipweg om ongezien naar het daarnaast gelegen café van Alida↗︎ te glippen.
Toen mijn pépé in 1960 stierf, huilde ik tranen met tuiten en kort daarna zorgde ik er persoonlijk voor dat hij in de hemel terechtkwam. Dat ging alzo. In die tijd kwam de ziel na de dood veelal in het vagevuur terecht. Gelukkig was er ook daar een sluipweg. Er was één dag in ’t jaar waarop je zielen uit dat vagevuur kon weghalen. Je verliet een kerkgebouw, ging er vervolgens weer naar binnen en volgde de regels, waarvan Willy Boey weet hoe ze luidden: 'De sluipweg uit het vagevuur heet "persjoenkelen" en je kon volle aflaten verdienen op Allerzielen: een aflaat verdienen voor een zondaar, een ziel redden door binnen in de kerk zes Onze Vaders, zes Wees gegroeten en zes Glorie zij de Vaders te bidden. Meer zelfs, je kon daarna even buiten de kerk gaan, rond het gebouw stappen, weer naar binnen gaan en weer bidden, nu voor een andere zondaar.’ Hij voegt er aan toe: 'Pertsjoenkeln' is een Oostends woord, opgenomen in het Oostends woordenboek van Roland Desnerck: 'Persjoenkelen, persjoenkelde, gepersjoenkeld.’
P.S.: Dit stuk dateert van 2012. In 2024 redigeer ik het opnieuw, ten behoeve van de FB-groep Bredene Retro.
Ook dit geschiedde in de
jaren zestig in Bredene
2 opmerkingen:
Een reactie posten