zondag 26 mei 2019

breien of tekenen

[Ik heb enige tijd geëxperimenteerd met iets wat drabble heet. Zo’n verhaal is altijd honderd woorden lang, niet 99, niet 101, exact honderd, titel niet inbegrepen. In onderstaand experiment heb ik eerst naar een waar gebeurd verhaal uit mijn prille kindertijd gezocht — Breien of tekenen — en daarna ging ik ermee aan de slag. Het leverde een aantal stijloefeningen op in de geest van Raymond Queneau die in 1947 Exercices de Style publiceert. Bij hem gaat het telkens over hetzelfde tramverhaal, bij mij is dat 'breien of tekenen'. (Flor Vandekerckhove)]

Kiezen — Onze jassen hangen in de gang aan de kapstok. We dragen een schortje, we zijn klaar voor de dingen die gaan komen. ‘Ge moogt kiezen,’ zegt de non luid, ‘tekenen of breien.’
De ene wil tekenen, de andere breien. Wie voor ’t tekenen kiest krijgt een stuk behangselpapier en mag op de achterkant ervan aan de slag. Wie voor ’t breien kiest krijgt het breiplankje waaruit onderaan het stuk sjaal komt dat eerder al afgewerkt is. Zelf heb ik luid, vol overtuiging en als eerste TEKENEN geroepen. ‘Gij moet breien,’ zegt de non. Mijn protest valt op de koude vloer.

Multatuli — De non vraagt of ik wil tekenen of breien. Ik antwoord: ‘Ik hoop mijn kennis door de uwe te vermeerderen, want zij is niet zo groot als ik wenste. En ik heb wel de braafheid lief, maar dikwijls bespeur ik dat er in mijn gemoed fouten zijn, die de braafheid overschaduwen, en daaraan de groei benemen ... gij weet hoe de grote boom de kleine verdringt en doodt. Daarom zal ik letten op degenen onder u, die uitstekend zijn in deugd, om te trachten beter te worden dan ik ben.’ Ze repliceert: ‘Als ik ’t goed begrijp wil je breien.’

Schaap — Dat begrijp ik niet. Eerst zegt ze dat we mogen kiezen: breien of tekenen. Als ik haar vervolgens zeg dat ik wil tekenen, antwoordt ze dat ik moet breien. Heb ik haar niet duidelijk gemaakt dat niet wil breien? Nu niet en anders ook niet? Nooit! Dat is zelfs te zien aan mijn breiplankje waaruit onderaan nauwelijks een klein stukje sjaal komt, terwijl andere kinderen al lange stukken bij elkaar gebreid hebben. Kijk me hier nu zitten met dat breiplankje. Door mijn tranen heen zie ik de wolken tergend traag voorbijschuiven. Een van die wolken lijkt goed op een schaap.

Compromis ­— ‘Ge moogt kiezen,’ zegt de non luid, ‘tekenen of breien.’ Ik kies voor tekenen, maar dat gaat niet, want anders, zegt de non, geraakt mijn sjaal niet af. Ze probeert mij te overtuigen, maar ik hou voet bij stuk: ik wil tekenen. Zij daarentegen wil dat ik een sjaal brei. We proberen een compromis te vinden, maar de onderhandelingen verlopen stroef, vooral omdat ik nog niet goed ter tale ben, want ik ben tenslotte nog maar vijf. Omdat de schooldag in zo’n kleuterklas niet kan blijven duren komen de non en ik uiteindelijk overeen dat ik een sjaal zal tekenen.

If — Ik heb ervoor gekozen te tekenen en toch moet ik breien. Heel de klas is kwaad omwille de reactie van de non. Spontaan vormt zich een spreekkoor: hij wil te-ke-nen / hij wil te-ke-nen / hij wil te-ke-nen. Iemand roept dat we een kleutersovjet moeten oprichten. We weten niet wat dat is, maar vinden het toch een goed idee. We zingen luid van O bella ciao, bella ciao, bella ciao, ciao, ciao… Geen idee van waar we die woorden halen of wat ze willen zeggen, maar ze komen wel degelijk uit onze mond. Er is later een film van gemaakt.

Palto ‘Gij moet breien, zegt de non.’ Ik antwoord: ‘Zijt ge doof of wat? Ik heb juist gezegd dat ik wil tekenen!’ Zoveel assertiviteit verwacht ze niet, want we bevinden ons nog in de vroege jaren vijftig en niemand spreekt het gezag tegen, zeker wij niet, kleuters van de nonnenschool. Ze trekt me aan mijn oor uit de bank en laat pas los als ik in de gang sta. ‘En nu naar moeder overste’, zegt ze en ze slaat de deur achter zich dicht. Ik ga tegen de muur zitten waar onze jassen hangen en verberg me half achter mijn palto.

Hoek — Omdat ik niet wil breien heeft de non me naar moeder-overste gestuurd, de schrik van de kleuterschool. In mijn herinnering heet ze Marie-Céline. Ze vraagt me wat er gebeurd is. Ik leg het haar uit en voeg eraan toe dat ik niet begrijp dat je niet mag kiezen als iemand je eerst vraagt om te kiezen. Zuster Marie-Céline zegt dat ze het probleem zal oplossen. Ze wijst me een hoek aan waar ik op mijn knieën mag gaan zitten, met mijn gezicht naar de muur en mijn handen op mijn hoofd. Oké, denk ik, als ik maar niet moet breien.

Hoofddoeken — Het zal mij niet meer overkomen, zeg ik tegen mezelf. Als de non weer vraagt of ik wil breien of tekenen, dan antwoord ik breien en dan zal ze zeggen dat ik moet tekenen. Of het een goeie strategie gebleken is weet ik niet, want ik denk niet dat het me daarna nog gevraagd is. Evenmin herinner ik me of die sjaal afgeraakt is. Wat ik me ook niet herinner is of er in die tijd sprake was van een debat over de aanwezigheid van hoofddoeken in de school. Wellicht wel, want in die nonnenschool waren er echt wel veel.

Genie ‘Waarom,’ vraagt de non mij, ‘wilt gij nooit breien?’ Ik antwoord gezwind: ‘omdat ik een kunstenaar ben die bekend zal worden voor zijn spel met wiskundige principes.’ En om mijn bewering enigszins te nuanceren voeg ik eraan toe: ‘In wording dan toch, een mens moet ergens beginnen.’ Dat begrijpt ze niet goed. Om het uit te leggen vertel ik haar mijn inzichten betreffende studies van oneindigheid en in elkaar passende patronen ontworpen rond onmogelijke objecten zoals de penrose-trap. ‘Precies,’ antwoordt ze zegevierend, ‘juist daarom is het belangrijk dat je ook leert breien’ en ze steekt me het breiplankje in handen.

Martens — De valse non steekt me tegen mijn wil het breiplankje in handen. Ik ontdek een van de valkuilen van de democratie. Ze laten u wel kiezen tussen breien en tekenen, zo gaat het door mijn kleuterhoofd, maar als je keuze hen niet aanstaat vegen ze de democratie onder de mat. Dertig jaar later, in 1985, moet ik daar weer aan denken. In een antirakettenbetoging, maakt de bevolking de regering duidelijk dat de NAVO hier niet langer raketten mag plaatsen. Heimelijk heeft premier Wilfried Martens daar enkele dagen eerder toch zijn toestemming voor gegeven. Martens is een valse non in mannenvacht.

klik hier !


Geen opmerkingen: