zaterdag 15 juni 2019

In memoriam Joris De Voogt

— Joris De Voogt toont ons zijn collectie glasnegatieven. 
Ze dateren van 1860. (Foto Jo Clauwaert.) —
OP 28 DECEMBER 2018 overlijdt Joris De Voogt (°27 maart 1953). Aan dat overlijden wordt hier ruchtbaarheid gegeven, maar dat is me destijds ontgaan. Dat ik er nu over schrijf komt doordat diens dochter, Hanna, in Joris’ archieven ontdekt dat hij ook in Het Visserijblad gepubliceerd heeft. Waarna ze contact met me opneemt.
Joris De Voogt werkt inderdaad vanaf 2011 mee aan het maandblad dat op het einde van 2013 ophoudt te bestaan. (°) De uitgeweken Bruggeling opent in 2009 een wijnbar in de Oostendse visserswijk Opex; Jo Clauwaert, vormgever, mederedacteur en fotograaf van het blad, wordt er klant. Moeiteloos overhaalt hij De Voogt om regelmatig een column te schrijven. In 2013 heet die Een praatje bij een plaatje. Waarin De Voogt telkens een foto van Clauwaert becommentarieert. Maar in 2011 staat boven Joris’ bijdrage Zio Gio vertelt, titel die de liefde van reisschrijver De Voogt voor Italië verraadt … en voor de wijnen die dat land produceert.
Hoe hij de integratie in de visserswijk ervaart, vertelt Joris in zijn eerste column.

In 2009 ben ik aangespoeld in de Vuurtorenwijk. Excuseer: op den Opex. Want dat heb ik intussen geleerd: Oostende­naars spreken nog altijd over den Opex. Als ex-copywriter ben ik een taalfreak en zo heb ik geleerd dat je niet ‘in’ maar ‘op’ den Opex woont. Er bovenop dus. 
Anderhalf jaar geleden heb ik mijn wijnbar Zio Gio geopend. Heel den Opex verklaarde me zot. Ze hadden ook wel een beetje gelijk. Een wijnbar op den Opex! En dan nog uitgebaat door een aangespoelde Bruggeling. Stel je voor. In Oostende moet je niet al te luid zeggen dat je van Brugse komaf bent. Maar intussen woon ik er bijna twee jaar en ik vind den Opex een formidabele plek om te wonen. Het is een dorp in de stad. De mensen zeggen elkaar hier goeiedag op straat, waar vind je dat nog? Op den Opex hebben we alles wat we nodig hebben: winkels, cafés, vishandels … noem maar op. Stel dat Oostende zou overstromen zoals in 1953 (mijn geboorte­jaar!), dan nog kunnen we hier maandenlang overleven.  In het begin dacht ik dat de Opexnaars een laag zelfbeeld hebben. “Dat is hier het nègerdorp”, hoorde ik vaak. Het schijnt te maken te hebben met de kolenlossers van vroeger. So what, dacht ik, wat is er mis met een nèger of een kolenlosser? Intussen heb ik door dat de Opexnaars wel degelijk hun trots hebben. Ze koesteren hun scheldnaam als een geuzennaam. Zo kennen we de Opexnaars weer.

Het overlijden van Joris De Voogt kwam heel onverwachts. Hanna: Hij ging op donderdagochtend 27 december met een pijnlijk been naar de huisarts. Die stelde een spierscheur als diagnose. De vrijdagnamiddag nam mijn vader opnieuw contact op met de huisarts maar die bleef erbij dat het een spierscheur was. 2 uren later is hij overleden. Een diepveneuze trombose in het been leidde tot een longembolie, en kort daarop volgde een hartstilstand.’

(°) Ik moet een beetje voorzichtig zijn in mijn uitlatingen. Het Visserijblad is eind 2013 opgehouden maandelijks te verschijnen. Evenwel: sinds 2014 publiceert de vzw Climaxi jaarlijks een speciaal nummer, om de toorts brandend te houden als het ware. Wie er meer over wil weten vraagt het aan filip@climaxi.org.

Pronkstuk in Zio Gio's wijnbar was de 16 meter lange lichtwand met historische foto's van Britse vissers. (Fotomontage Jo Clauwaert) —

Geen opmerkingen: